ECLI:NL:RVS:2014:1009

Raad van State

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
19 maart 2014
Zaaknummer
201307895/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Buitengebied-Oost en de rechtsgeldigheid van bestemmingen voor hertenweide en speel- en evenemententerrein

Op 19 maart 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een geschil tussen de coöperatieve vereniging met uitgesloten aansprakelijkheid Bungalowpark Het Roekenbosch en de raad van de gemeente Venray. Het geschil betreft de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied-Oost" door de raad op 18 juni 2013. Bungalowpark Het Roekenbosch heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij van mening is dat haar hertenweide ten onrechte is bestemd als "Natuur" en haar speel- en evenemententerrein als "Agrarisch met waarden". De raad heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat deze bestemmingen zijn overgenomen uit het voorheen geldende plan en dat hij bereid is om medewerking te verlenen aan een wijziging van deze bestemmingen, maar dat dit nog niet in het huidige plan is opgenomen vanwege onduidelijkheden omtrent de gevolgen van maatregelen voor waterveiligheid.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 5 maart 2014. In de overwegingen van de uitspraak wordt benadrukt dat de raad beleidsvrijheid heeft bij de vaststelling van bestemmingsplannen en dat de Afdeling deze beslissingen terughoudend toetst. De Afdeling concludeert dat de raad in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor een conserverende bestemming en dat het beroep van Bungalowpark Het Roekenbosch ongegrond is. De Afdeling heeft daarbij in aanmerking genomen dat het gebruik van de hertenweide en het speel- en evenemententerrein al lange tijd plaatsvindt, maar dat dit gebruik in het voorheen geldende plan niet als zodanig was bestemd. De raad heeft terecht gewacht op de uitkomsten van het provinciaal inpassingsplan voor de Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum voordat hij definitieve beslissingen neemt over de bestemmingen.

De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaart het beroep van Bungalowpark Het Roekenbosch ongegrond, waarmee de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad van de gemeente Venray in stand blijft.

Uitspraak

201307895/1/R1.
Datum uitspraak: 19 maart 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de coöperatieve vereniging met uitgesloten aansprakelijkheid Bungalowpark Het Roekenbosch, gevestigd te Blitterswijck, gemeente Venray,
en
de raad van de gemeente Venray,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied-Oost" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Bungalowpark Het Roekenbosch beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Bungalowpark het Roekenbosch heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2014, waar de raad vertegenwoordigd door mr. M. Backbier en J. Kniest, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Bungalowpark Het Roekenbosch voert aan dat haar hertenweide ten onrechte is bestemd als "Natuur" en dat haar speel- en evenemententerrein ten onrechte is bestemd als "Agrarisch met waarden". Zij voert aan dat reeds sinds 1985 de hertenweide ter plaatse aanwezig is en dat sinds de jaren ’80 het speel- en evenemententerrein als zodanig in gebruik is.
2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de bestemmingen voor de hertenweide en het speel- en evenemententerrein zijn overgenomen uit het voorheen geldende plan. Voorts stelt hij in principe medewerking te willen verlenen aan de wijziging van de bestemmingen "Natuur" en "Agrarisch met waarden" in de bestemming "Recreatie". Nu echter nog onduidelijk is wat de gevolgen van de voorziene maatregelen ten behoeve van de verbetering van de waterveiligheid zullen zijn voor het Bungalowpark Het Roekenbosch, is deze bestemmingswijziging nog niet in dit plan opgenomen. De verbetering van de waterveiligheid vindt plaats in het kader van de zogenoemde Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum ten behoeve waarvan een provinciaal inpassingsplan wordt opgesteld. In dat kader kunnen tevens voornoemde bestemmingswijzigingen worden meegenomen, aldus de raad.
2.2. De hertenweide is bestemd als "Natuur". Het speel- en evenemententerrein is bestemd als "Agrarisch met waarden". Ingevolge de artikelen 4 en 10 van de planregels zijn op gronden die als zodanig zijn aangewezen geen hertenweide onderscheidenlijk speel- en evenemententerrein toegestaan.
2.3. De Afdeling acht aannemelijk dat het gebruik voor een hertenweide en een speel- en evenemententerrein reeds ten minste tien jaren ter plaatse plaatsvindt. Dit gebruik was in het voorheen geldende plan echter niet als zodanig bestemd. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad thans in redelijkheid kunnen kiezen voor een conserverende bestemming ter plaatse en de beslissing omtrent het al dan niet als zodanig bestemmen van de hertenweide en het speel- en evenemententerrein kunnen doorschuiven tot het moment dat de gevolgen van de plannen voor de Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, waarvoor een provinciaal inpassingsplan wordt voorbereid, bekend zijn. Hierbij betrekt de Afdeling dat ten tijde van de vaststelling van het plan bekend was dat de gronden ter plaatse van dan wel direct grenzend aan de hertenweide en het speel- en evenemententerrein zouden worden betrokken in het provinciaal inpassingsplan. Bij voornoemd oordeel is voorts van belang dat de raad ter zitting heeft gesteld dat naar verwachting het provinciaal inpassingsplan al in het jaar 2015 zal worden vastgesteld. Aan de omstandigheid dat de waarde van gronden met een recreatiebestemming hoger is dan de waarde van gronden met een natuur- dan wel agrarische bestemming heeft de raad in redelijkheid geen doorslaggevend gewicht behoeven toe te kennen nu sprake is van bestaand gebruik dat in het voorheen geldende plan niet als zodanig was bestemd.
2.4. Het beroep is ongegrond.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Van Kooten-Vroegindeweij
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2014
559.