201307895/1/R1.
Datum uitspraak: 19 maart 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de coöperatieve vereniging met uitgesloten aansprakelijkheid Bungalowpark Het Roekenbosch, gevestigd te Blitterswijck, gemeente Venray,
en
de raad van de gemeente Venray,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied-Oost" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Bungalowpark Het Roekenbosch beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Bungalowpark het Roekenbosch heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2014, waar de raad vertegenwoordigd door mr. M. Backbier en J. Kniest, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Bungalowpark Het Roekenbosch voert aan dat haar hertenweide ten onrechte is bestemd als "Natuur" en dat haar speel- en evenemententerrein ten onrechte is bestemd als "Agrarisch met waarden". Zij voert aan dat reeds sinds 1985 de hertenweide ter plaatse aanwezig is en dat sinds de jaren ’80 het speel- en evenemententerrein als zodanig in gebruik is.
2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de bestemmingen voor de hertenweide en het speel- en evenemententerrein zijn overgenomen uit het voorheen geldende plan. Voorts stelt hij in principe medewerking te willen verlenen aan de wijziging van de bestemmingen "Natuur" en "Agrarisch met waarden" in de bestemming "Recreatie". Nu echter nog onduidelijk is wat de gevolgen van de voorziene maatregelen ten behoeve van de verbetering van de waterveiligheid zullen zijn voor het Bungalowpark Het Roekenbosch, is deze bestemmingswijziging nog niet in dit plan opgenomen. De verbetering van de waterveiligheid vindt plaats in het kader van de zogenoemde Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum ten behoeve waarvan een provinciaal inpassingsplan wordt opgesteld. In dat kader kunnen tevens voornoemde bestemmingswijzigingen worden meegenomen, aldus de raad.
2.2. De hertenweide is bestemd als "Natuur". Het speel- en evenemententerrein is bestemd als "Agrarisch met waarden". Ingevolge de artikelen 4 en 10 van de planregels zijn op gronden die als zodanig zijn aangewezen geen hertenweide onderscheidenlijk speel- en evenemententerrein toegestaan.
2.3. De Afdeling acht aannemelijk dat het gebruik voor een hertenweide en een speel- en evenemententerrein reeds ten minste tien jaren ter plaatse plaatsvindt. Dit gebruik was in het voorheen geldende plan echter niet als zodanig bestemd. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad thans in redelijkheid kunnen kiezen voor een conserverende bestemming ter plaatse en de beslissing omtrent het al dan niet als zodanig bestemmen van de hertenweide en het speel- en evenemententerrein kunnen doorschuiven tot het moment dat de gevolgen van de plannen voor de Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, waarvoor een provinciaal inpassingsplan wordt voorbereid, bekend zijn. Hierbij betrekt de Afdeling dat ten tijde van de vaststelling van het plan bekend was dat de gronden ter plaatse van dan wel direct grenzend aan de hertenweide en het speel- en evenemententerrein zouden worden betrokken in het provinciaal inpassingsplan. Bij voornoemd oordeel is voorts van belang dat de raad ter zitting heeft gesteld dat naar verwachting het provinciaal inpassingsplan al in het jaar 2015 zal worden vastgesteld. Aan de omstandigheid dat de waarde van gronden met een recreatiebestemming hoger is dan de waarde van gronden met een natuur- dan wel agrarische bestemming heeft de raad in redelijkheid geen doorslaggevend gewicht behoeven toe te kennen nu sprake is van bestaand gebruik dat in het voorheen geldende plan niet als zodanig was bestemd.
2.4. Het beroep is ongegrond.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Van Kooten-Vroegindeweij
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2014
559.