201302707/3/R1.
Datum uitspraak: 9 april 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Golfbaan Land van Thorn B.V. en [appellant B], gevestigd onderscheidenlijk wonend te Hunsel, gemeente Leudal,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Leudal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 5 februari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Kern Hunsel" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen.
Tegen dit besluit hebben Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 oktober 2013, waar Golfbaan Land van Thorn en [appellant B], vertegenwoordigd door [appellant B] onderscheidenlijk in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door mr. W.J.J.M. Stark en mr. L. Janssen, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 6 november 2013, nr. 201302707/1/R1, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 5 februari 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
De raad heeft bij brief van 11 februari 2014 te kennen gegeven op welke wijze hij het gebrek dat in de tussenuitspraak is geconstateerd, heeft hersteld.
Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] een zienswijze naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat niet is gebleken dat het aspect geluid toereikend in de belangenafweging is betrokken. De Afdeling heeft hierbij van belang geacht dat de raad ter zitting heeft erkend dat hij in deze procedure is uitgegaan van het huidige gebruik van de gronden door de schutterij en niet van de maximale mogelijkheden die het plan biedt. De Afdeling heeft tevens van belang geacht dat de raad zich bij de vaststelling van het plan heeft gebaseerd op het reeds bestaande akoestisch onderzoek en geen aanleiding heeft gezien om de geluidssituatie en de effecten op de golfbaan en de nabijgelegen woningen opnieuw te onderzoeken, terwijl aan het gebruik van de schietbaan in de planregels noch anderszins regels ter voorkoming van geluidhinder verbonden zijn.
Gelet hierop is het bestreden besluit, voor zover dat ziet op de toekenning van de aanduiding "specifieke vorm van sport - schutterij", naar het oordeel van de Afdeling genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
1.1. Het beroep van Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] is gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht dient te worden vernietigd.
2. Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om een nadere afweging te maken omtrent de aanvaardbaarheid van de toekenning van de aanduiding "specifieke vorm van sport - schutterij", gelet op de akoestische gevolgen voor de golfbaan en de nabijgelegen woningen, en zo nodig de daartoe vereiste onderzoeken uit te voeren, dan wel het bestreden besluit te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling voor deze gronden.
3. De raad heeft ter uitvoering van deze opdracht door dGmR akoestisch onderzoek laten uitvoeren. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het rapport van 23 januari 2014, getiteld "Onderzoek planologische mogelijkheden Schutterij St. Jacobus Hunsel". Op basis van dit onderzoek heeft de raad geconcludeerd dat ter voorkoming van geluidhinder aan het gebruik van de schietbaan regels dienen te worden verbonden. Deze regels zullen zien op de limitering van het aantal schoten tot 120 per uur, het gebruik van gedempte buksen, het uitsluiten van schietactiviteiten tussen 23.00 uur en 07.00 uur en het toestaan van maximaal twee schietpalen voorzien van een gedempte kogelvanger. De raad heeft te kennen gegeven dat hij op zo kort mogelijke termijn de wijziging van het bestemmingsplan zal oppakken. Voorts wijst de raad erop dat tussen de schutterij en de golfbaan gesprekken plaatsvinden om tot nadere afspraken omtrent het gebruik van de schietbaan te komen. Beoogd wordt om deze afspraken als maatwerkvoorschrift aan de melding van de schutterij in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer te verbinden.
4. Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] hebben in hun zienswijze aangevoerd dat thans geen geluiddempende, gemodificeerde buksen worden gebruikt en dat de schietbomen niet geluiddempend zijn. Volgens hen werkt de omkasting juist als een klankkast. Ook zijn de metingen niet representatief. Verder voeren Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] aan dat het clubgebouw en het oefengedeelte van de golfbaan ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten in het akoestisch onderzoek.
5. De raad stelt in zijn brief van 11 februari 2014 dat hij, gelet op de conclusie van het akoestisch onderzoek, aanleiding ziet om ter voorkoming van geluidhinder aan het gebruik van de schietbaan regels te verbinden. Daarmee is weliswaar een nadere afweging gemaakt omtrent de akoestische aanvaardbaarheid van de genoemde aanduiding, maar de raad heeft dergelijke regels niet in het bestemmingsplan vastgelegd.
6. Gelet op het bovenstaande is het in de tussenuitspraak geconstateerde en onder 1 vermelde gebrek niet hersteld, zodat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in zoverre niet in stand kunnen worden gelaten.
7. Hetgeen Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] in hun zienswijze hebben aangevoerd behoeft gelet op het voorgaande geen bespreking.
8. Gelet op hetgeen is overwogen in de tussenuitspraak is het beroep van Golfbaan Land van Thorn en [appellant B] voor het overige ongegrond.
9. Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
10. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Leudal van 5 februari 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kern Hunsel", voor zover het betreft de aanduiding "specifieke vorm van sport - schutterij";
III. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Leudal van 5 februari 2013 tot het niet vaststellen van een exploitatieplan ongegrond;
IV. draagt de raad van de gemeente Leudal op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II. wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;
V. gelast dat de raad van de gemeente Leudal aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Golfbaan Land van Thorn B.V. en [appellant B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M.W.L. Simons-Vinckx, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van staat.
w.g. Simons-Vinckx w.g. Bechinka
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2014
371-667.