ECLI:NL:RVS:2014:1254

Raad van State

Datum uitspraak
9 april 2014
Publicatiedatum
9 april 2014
Zaaknummer
201308024/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.S.J. Koeman
  • W.P. van Kooten-Vroegindeweij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de vaststelling van het bestemmingsplan 'Smakterheide' door de Raad van State

Op 9 april 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan 'Smakterheide', dat op 18 juni 2013 door de raad van de gemeente Venray was vastgesteld. De appellante, wonend te Aarle-Rixtel, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De Afdeling heeft de zaak behandeld op 5 maart 2014, waarbij de raad vertegenwoordigd was door mr. M. Backbier. De appellante betoogde dat er een onjuiste link was opgenomen op de website www.ruimtelijkeplannen.nl, waardoor niet het juiste artikel van de planregels werd weergegeven. Daarnaast stelde zij dat de afstand tussen de kadastrale grens en de westelijke grens van het wijzigingsvlak niet 10 maar 5 meter zou moeten zijn, om zo rekening te houden met de beperkte grootte en vorm van haar perceel.

De Afdeling oordeelde dat de onjuiste link een technische fout betrof die geen rechtsonzekere situatie creëerde, aangezien de juiste bestemmingen en aanduidingen wel beschikbaar waren. De Afdeling concludeerde dat de raad in redelijkheid een bufferzone van 10 meter had kunnen aanhouden tussen de kadastrale grens en het wijzigingsvlak, gezien de noodzaak voor een natuurlijke overgang tussen het bedrijventerrein en het buitengebied. De Afdeling verklaarde het beroep van de appellante ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt de beleidsvrijheid van de raad bij de vaststelling van bestemmingsplannen en de terughoudende toetsing door de Afdeling, waarbij de beroepsgronden van de appellante niet voldoende waren om het besluit van de raad te vernietigen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 april 2014.

Uitspraak

201308024/1/R1.
Datum uitspraak: 9 april 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Aarle-Rixtel, gemeente Laarbeek,
appellante,
en
de raad van de gemeente Venray,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Smakterheide" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2014, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. M. Backbier, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. [ appellante] stelt dat op www.ruimtelijkeplannen.nl een onjuiste link is gehanteerd. In dit verband wijst zij erop dat indien het wijzigingsvlak op haar perceel kadastraal bekend gemeente Venray, sectie [.], nummers [.....], [.....] en [.....], wordt aangeklikt niet artikel 3 maar artikel 4 van de planregels in het scherm verschijnt.
2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat een onjuiste link was opgenomen op www.ruimtelijkeplannen.nl maar dat dit inmiddels is aangepast.
2.2. Naar het oordeel van de Afdeling betreft de onjuiste link een technische fout die niet leidt tot een rechtsonzekere situatie, zodat hierin geen aanleiding wordt gevonden voor vernietiging van het bestreden besluit. Hierbij betrekt de Afdeling dat geen onjuiste bestemmingen dan wel aanduidingen waren opgenomen in het plan zoals dat op de landelijke voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl) was gepubliceerd, maar slechts een onjuist artikel verscheen bij het aanklikken van de wijzigingsbevoegdheid. Dat sprake was van een onjuiste link was evident nu artikel 4 betrekking heeft op de bestemming "Bedrijf - 2" terwijl het perceel is bestemd als "Bedrijf - 1". Bovendien was het voor een ieder mogelijk het juiste artikel aan te klikken, zodat de toepasselijke planregel raadpleegbaar was. Overigens is de technische fout inmiddels hersteld.
3. [ appellante] stelt dat zij kan instemmen met de gewijzigde vaststelling van het plan voor zover daarbij voor haar perceel kadastraal bekend gemeente Venray, sectie C, nummers [.....], [.....] en [.....], een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen. [appellante] stelt echter dat de afstand tussen de kadastrale grens en de westelijke grens van het wijzigingsvlak geen 10 maar 5 m dient te bedragen. Een dergelijke vergroting van het wijzigingsvlak is noodzakelijk vanwege de beperkte grootte van het perceel en de beperkingen die voortvloeien uit de vorm van het perceel, aldus [appellante].
3.1. De raad stelt dat in dit geval een afstand van 10 m tussen de westelijke grens van het wijzigingsvlak en de kadastrale grens noodzakelijk is ten behoeve van het creëren van een bufferzone.
3.2. Het perceel kadastraal bekend gemeente Venray, sectie [.], nummers [.....], [.....] en [.....], is ongeveer 1.500 m2 groot. Het is bestemd als "Bedrijf - 1" met de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 1". De oppervlakte van de gronden waaraan de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 1" is toegekend, bedraagt ongeveer 750 m2.
Ingevolge artikel 3, lid 3.7.1, van de planregels is het college van burgemeester en wethouders bevoegd ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 1" de bestemming "Bedrijf 1" te wijzigen en een bouwvlak mogelijk te maken voor de realisatie van een bedrijf, onder de voorwaarden dat:
a. de ontsluiting van het bedrijf gerealiseerd wordt aan de Spurkterweg;
b. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen ten aanzien van de bestemmingswijziging;
c. door de wijziging van de bestemming de belangen van derden (waaronder begrepen de bedrijfsvoering van bestaande bedrijven in de omgeving) niet onevenredig worden belemmerd;
d. er een landschappelijk inrichtingsplan wordt ingediend, waaruit blijkt dat de nieuwe bebouwing wordt ingepast;
e. de nieuwe bestemming past in de omgeving en de parkeerbalans niet onevenredig wordt aangetast;
f. het initiatief vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.
3.3. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad in redelijkheid een bufferzone van 10 m kunnen aanhouden tussen de kadastrale grens en de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 1" op het perceel kadastraal bekend gemeente Venray, sectie [.], nummers [.....], [.....] en [.....]. Hierbij betrekt de Afdeling dat het perceel de overgang vormt tussen het bedrijventerrein ten oosten daarvan en het buitengebied ten westen daarvan en dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat voor een natuurlijke overgang een bufferzone van 10 m noodzakelijk is. Verder is van belang dat het perceel dient te ontsluiten op de Spurkterweg aan de oostzijde, zodat de westzijde van het perceel de achterkant zal vormen. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat ook ten behoeve van een goede ruimtelijke inpassing van deze achterkant van het perceel ten opzichte van het aangrenzende buitengebied een bufferzone van 10 m noodzakelijk is. Ten slotte is van belang dat in het niet nader onderbouwde standpunt van [appellante] geen grond wordt gevonden voor het oordeel dat een bouwvlak van maximaal 750 m2, dat na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid kan worden mogelijk gemaakt, mede in aanmerking genomen de omvang en vorm van het perceel, onvoldoende is voor de vestiging van een bedrijf ter plaatse.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Van Kooten-Vroegindeweij
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2014
559.