ECLI:NL:RVS:2014:1382
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- W.D.M. van Diepenbeek
- W.J. Deetman
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van ministers inzake inpassingsplan gasolieopslag in zoutcavernes regio Twente
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door een appellant tegen het besluit van de ministers van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 2 oktober 2013. Dit besluit betreft de vaststelling van het inpassingsplan 'Gasolieopslag in zoutcavernes in de regio Twente'. De mondelinge uitspraak vond plaats op 1 april 2014, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde. De appellant, wonend in Hengelo, stelt dat hij als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij zich benadeeld voelt door de besluiten die de ministers hebben genomen. Hij woont echter op een afstand van 5 tot 6 kilometer van de gronden waarop de bestreden besluiten betrekking hebben, en heeft vanuit zijn woning geen zicht op deze gronden.
De Afdeling overweegt dat de afstand te groot is om een rechtstreeks betrokken belang aan te nemen. De appellant heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat hij, ondanks deze afstand, een objectief en persoonlijk belang heeft dat door de besluiten wordt geraakt. Het algemeen belang van een goede drinkwatervoorziening is niet voldoende om hem als belanghebbende aan te merken. De Afdeling concludeert dat de appellant geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat hij daarom geen beroep kan instellen tegen de besluiten van de ministers. De uitspraak eindigt met de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.