201308723/1/R3.
Datum uitspraak: 23 april 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te 't Veld, gemeente Niedorp,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Hollands Kroon,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "'t Veld, Oude Niedorp en Zijdewind - De Weel" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant A] en [appellant B] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[belanghebbende A] en [belanghebbende B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [belanghebbende]), belanghebbenden, hebben nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 maart 2014, waar [appellant A], bijgestaan door mr. J.Th. van Oostrum, advocaat te Alkmaar, en de raad, vertegenwoordigd door J.C. Corporaal en R. van Smaalen, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is [belanghebbende B], bijgestaan door mr. C.R. Rutte, advocaat te Alkmaar, gehoord.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. [appellant A] en [appellant B], die op het perceel [locatie 1] wonen, betogen dat het plan ten onrechte voorziet in de bestemming "Gemengd" ter plaatse van het perceel [locatie 2] te 't Veld. Zij betogen dat deze bestemming een zelfstandig kantoor op dat perceel mogelijk maakt, hetgeen zich niet verhoudt met de woonfunctie van hun aanpandige woning. Zij voeren aan dat het college van burgemeester en wethouders zich in het verleden altijd op het standpunt heeft gesteld dat het gebruik van het perceel [locatie 2] als zelfstandig kantoor in strijd is met het bestemmingsplan en dat ongemotiveerd bij de vaststelling van het voorliggende plan van dit standpunt is afgeweken. Verder voeren zij aan dat onder meer de verkeersaantrekkende werking en geluidoverlast van een kantoorfunctie niet zijn onderzocht.
3. De raad stelt dat hij het in het verleden gehanteerde standpunt van het college van burgemeester en wethouders onjuist acht. Hij wijst er op dat blijkens een in 1997 verleende vergunning voor het gedeeltelijk verbouwen van het gebouw tot woning, een fysieke scheiding zou worden aangebracht. Dit betekent volgens hem dat binnen één gebouw twee gescheiden functies mogelijk waren. Er bestaan volgens hem geen ruimtelijke bezwaren tegen de mogelijk gemaakte andere functies dan de woonfunctie.
4. In het hiervoor geldende plan, "'t Veld-West" waren aan de percelen [locatie 1] en 1A de bestemming "Gemengde doeleinden" en de aanduiding "maatschappelijke doeleinden" toegekend.
Ingevolge artikel 5, lid 5.1, van de planvoorschriften waren de als zodanig aangegeven gronden bestemd voor de volgende doeleinden:
- wonen;
- lichte industrie, groothandel, ambachtelijke-, nijverheids-, reparatie-, verhuur- en overige dienstverlenende bedrijven, welke voor wat betreft geur, stof, geluid en gevaar toelaatbaar zijn tussen of naast woningen voor zover er geen sprake is van een specifieke woonbuurt; (...)
- religieuze-, medische-, sociale, culturele- en onderwijsinstellingen, uitsluitend voor zover de gronden zijn aangeduid met "maatschappelijke doeleinden"
- kantoren, uitsluitend voor zover de gronden zijn aangegeven met "kantoren";
(...).
Ingevolge lid 3, onder a, gold ten aanzien van gebouwen dat:
1. uitsluitend gebouwd mag worden voor de in lid 1 omschreven doeleinden;
(...)
3. het aantal woningen per bebouwingsvlak ten hoogste één dan wel ten hoogste het op de plankaart aangegeven aantal mag bedragen.
(...).
In het bebouwingsvlak op het perceel [locatie 1] was voor het maximum aantal woningen "1" opgenomen.