ECLI:NL:RVS:2014:1598

Raad van State

Datum uitspraak
30 april 2014
Publicatiedatum
30 april 2014
Zaaknummer
201311493/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Helder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Eemdal en de bestemming Cultuur en ontspanning te Baarn

Op 30 april 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Eemdal" van de gemeente Baarn. Dit bestemmingsplan, vastgesteld op 25 september 2013, omvatte onder andere een plandeel met de bestemming "Cultuur en ontspanning" voor de Wintertuin aan de Heemskerklaan 25. Appellanten, bewoners van Baarn, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vreesden voor overlast door de beoogde horeca op het perceel. De Raad van State heeft de zaak behandeld op 4 april 2014, waarbij zowel de appellanten als de raad van de gemeente Baarn aanwezig waren.

De Raad van State oordeelde dat de gemeente bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsvrijheid heeft, maar dat deze vrijheid niet onbeperkt is. De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening. De appellanten betoogden dat er geen onderzoek was gedaan naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de bestemming en de gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden. De raad stelde dat het gebruik onder de nieuwe bestemming vergelijkbaar was met het voorgaande bestemmingsplan en dat er geen onaanvaardbare hinder was.

De Raad van State concludeerde echter dat er bij de voorbereiding van het bestreden besluit geen onderzoek was verricht naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de bestemming "Cultuur en ontspanning". Dit gebrek aan zorgvuldigheid leidde tot de conclusie dat het besluit in strijd was met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep van de appellanten werd gegrond verklaard, en het besluit van de raad van de gemeente Baarn werd vernietigd. De raad werd opgedragen om binnen vier weken de nodige aanpassingen in het bestemmingsplan door te voeren en het griffierecht aan de appellanten te vergoeden.

Uitspraak

201311493/1/R2.
Datum uitspraak: 30 april 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante] en anderen, allen wonend te Baarn,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Baarn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 september 2013, kenmerk NL.IMRO.0308.000037-VAO, heeft de raad het bestemmingsplan "Eemdal" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 april 2013, waar [appellante] en anderen, bij monde van [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door E.H.P. Nelissen en M.PM. Aberson-Vlassenrood, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het beroep richt zich tegen het plandeel met de bestemming "Cultuur en ontspanning" ter plaatse van de Wintertuin aan de Heemskerklaan 25 te Baarn. [appellante] en anderen betogen dat de raad ten onrechte geen onderzoek heeft uitgevoerd naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de bestemming waarbij de gevolgen voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen zijn betrokken. Zij voeren aan dat de toegekende bestemming ruimer is dan de op grond van het voorgaande bestemmingsplan toegekende bestemming met name door het toevoegen van het woord ‘ontspanning’. Zij vrezen voor overlast ten gevolge van de beoogde horeca op het perceel. Zij betogen dat ten onrechte eventuele noodzakelijke maatregelen om overlast tegen te gaan niet in kaart zijn gebracht. Zij verwijzen in dit verband naar het voorgaande bestemmingsplan ingevolge waarvan exploitatie van de Wintertuin alleen mogelijk was indien de exploitant een overeenkomst had gesloten waarin was geregeld dat hij geen overlast zou veroorzaken voor de omliggende woonbebouwing.
3. De raad stelt dat het gebruik dat de toegekende bestemming mogelijk maakt ter plaatse van de Wintertuin vergelijkbaar is met het toegestane gebruik onder het voorgaande bestemmingsplan. Hij stelt dat er geen sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat mede omdat in de bestaande situatie niet is gebleken van hinder. In het verweerschrift is door de raad gesteld dat de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure), zoals die gold ten tijde van belang, weliswaar niet van toepassing is op bestaande situaties, maar wel een indicatie kan geven van de mate van hinder bij bestaande conflictsituaties. In de VNG-brochure wordt voor vergelijkbare functies die de geldende bestemming mogelijk maakt een richtafstand van 10 meter voor geluid (omgevingstype rustige woonwijk) gegeven en hier wordt ruimschoots aan voldaan, aldus de raad.
4. Ingevolge artikel 5, lid 5.1, van de planregels zijn de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden bestemd voor:
a. een cultureel en educatief centrum;
b. galerie- en tentoonstellingsruimten;
c. cursusruimten;
met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
5. Het plan voorziet niet in een horecavoorziening aan de Heemskerklaan 25. Om de horecavoorziening waarvoor [appellante] en anderen vrezen mogelijk te maken is een aparte planologische procedure gestart. In deze procedure kan tegen deze ontwikkeling worden opgekomen. De raad heeft toegelicht dat gelet op de haast die was geboden in verband met de actualiseringsplicht die voor het bestemmingsplan gold de horecavoorziening niet meer kon worden meegenomen in het plan. Het betoog mist feitelijke grondslag.
6. Voor zover [appellante] en anderen aanvoeren dat in het voorgaande plan de exploitatie van de Wintertuin alleen mogelijk was indien de exploitant een overeenkomst had gesloten waarin geregeld werd dat hij geen overlast zou veroorzaken voor de omliggende woonbebouwing, overweegt de Afdeling dat deze bepaling geen deel uitmaakte van het voorgaande bestemmingsplan. Het betoog faalt.
7. Ook in geval van een conserverend plan waarin overwegend bestaand gebruik wordt voortgezet als hier het geval dient de raad bij de vaststelling van het plan de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de maximale mogelijkheden van de bestemming te beoordelen en daarbij de gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden te betrekken.
8. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat bij de voorbereiding van het bestreden besluit geen onderzoek is verricht naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de bestemming "Cultuur en ontspanning" aan de Heemskerklaan 25 te Baarn en de gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden. Daarbij merkt de Afdeling op dat voor zover de raad er op heeft gewezen dat in de bestaande situatie niet is gebleken van onevenredige hinder, de Wintertuin de laatste jaren uitsluitend is gebruikt ten behoeve van galerie- en tentoonstellingsruimte. De bestemming is echter ruimer en [appellante] en anderen hebben ter zitting onweersproken aangegeven dat in het verleden andere gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming wel hinder tot gevolg hadden en daar ten onrechte geen onderzoek naar is gedaan. Voor zover de raad heeft gewezen op de afstanden die de VNG-brochure voor vergelijkbare functies voorschrijft, merkt de Afdeling op dat de raad niet heeft aangegeven om welke vergelijkbare functies het gaat, ook niet op de zitting.
9. Het bestreden besluit is derhalve voor wat betreft de bestemming "Cultuur en ontspanning" ter plaatse van de Wintertuin aan de Heemskerklaan 25 te Baarn niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid.
10. In hetgeen [appellante] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Cultuur en ontspanning" ter plaatse van de Wintertuin aan de Heemskerklaan 25 te Baarn niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid, waardoor het besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep van [appellante] en anderen is gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre te worden vernietigd.
11. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Opdracht
12. Uit het oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling voorts aanleiding de raad op te dragen de hierna in de beslissing nader aangeduide onderdelen van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Baarn van 25 september 2013, kenmerk NL.IMRO.0308.000037-VAO, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Eemdal" voor zover betreffende het plandeel met de bestemming "Cultuur en ontspanning" ter plaatse van de Wintertuin aan de Heemskerklaan 25 te Baarn;
III. draagt de raad van de gemeente Baarn op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Baarn aan [appellante] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van staat.
w.g. Helder w.g. Ouwehand
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 april 2014
224.