201309016/1/R1.
Datum uitspraak: 7 mei 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Zwaanshoek, gemeente Haarlemmermeer,
en
de raad van de gemeente Haarlemmermeer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 4 juli 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Zwaanshoek" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 april 2014, waar [appellante], bijgestaan door mr. S. Essakkili, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, en de raad, vertegenwoordigd door J. Monster en ing. C.M.M. Blankestijn, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in een planologische regeling voor Zwaanshoek en wordt begrensd door de begraafplaats in het noorden, de Spieringweg aan de oost- en zuidkant en de Ringdijk aan de westzijde.
3. [appellante] betoogt dat het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening nu voor haar perceel [locatie] (hierna: het perceel) geen mogelijkheid is opgenomen om een woning te bouwen. Hierbij voert [appellante] aan dat op het perceel geen agrarisch bedrijf kan worden uitgeoefend. De reactie op haar zienswijze dat het opnemen van een woonbestemming de mogelijke verbinding tussen de N205 en de N206 in de weg zou kunnen staan is onvoldoende gemotiveerd, nu het in de directe omgeving gelegen perceel Hillegommerdijk 554 wel een woonbestemming heeft gekregen. Tevens wijst [appellante] erop dat voor twee percelen ten noorden van het perceel een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen. Mocht de Afdeling van oordeel zijn dat de raad in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om geen woonbestemming voor [appellante] op te nemen, had ook voor het perceel een wijzigingsbevoegdheid moeten worden opgenomen. Ten tijde van de vaststelling van het plan was immers onduidelijk of voornoemde verbindingsweg zal worden belemmerd door woningbouw op het perceel, aldus [appellante].
3.1. De raad stelt dat de aan te leggen verbindingsweg, Duinpolderweg genaamd, een belangrijke infrastructurele schakel is voor het autoverkeer tussen de N205 en de N206. Het tracé van deze beoogde weg is in onderzoek en nog niet vastgesteld. Van mei tot juli 2013 kon inspraak worden gegeven over de ontwerpnotitie reikwijdte en detailniveau inzake de Duinpolderweg. In de nota van beantwoording van de inspraak komt als planning naar voren dat de besluitvorming over een voorkeursalternatief door de provincies Noord- en Zuid-Holland medio 2014 voorzien is. De totstandkoming van een inpassingsplan duurt dan tot en met 2015. Er zal ook enige tijd gemoeid zijn met de noodzakelijke grondverwerving. Het is dan ook aannemelijk dat qua planning rekening moet worden gehouden met realisering van deze weg binnen de planperiode. Met het oog op ruimtereservering en preventie van kapitaalvernietiging zijn in het plan zo min mogelijk planologische mogelijkheden verruimd ten opzichte van eerdere plannen. De wel opgenomen verruimingen liggen buiten het invloedgebied van de nieuwe weg, zo stelt de raad. Het perceel ligt juist tussen de beschreven buitenranden van dit invloedgebied en kan mogelijk een obstakel opleveren. Nu de weg nog niet kon worden opgenomen in het plan heeft de raad besloten voor het invloedgebied de agrarische bestemming te handhaven. Voorts wijst de raad erop dat [appellante] geen aanspraak kan maken op het bestemmen van een woning, nu feitelijk een noodwoning tot stand is gebracht welke nooit gelegaliseerd is.
3.2. Blijkens de verbeelding voorziet het plan voor het perceel in de bestemming "Agrarisch" en een bouwvlak.
Ingevolge artikel 3, lid 3.1, aanhef en onder a, van de planregels zijn de voor "Agrarisch" aangewezen gronden bestemd voor agrarische bedrijfsactiviteiten met een, in hoofdzaak, grondgebonden bedrijfsvoering, met uitzondering van glastuinbouw, intensieve veehouderij en stoeterij.
3.3. In paragraaf 1.3 van de plantoelichting staat dat de mogelijke verbindingsweg tussen de N205 en de N206 in dit bestemmingsplan niet is meegenomen. Momenteel is er nog te veel onduidelijkheid over het tracé en de ligging van de weg. Uitgangspunt is daarom de bestaande situatie actueel te bestemmen.
In paragraaf 3.3.2 staat dat in januari 2012 het "Deltaplan Bereikbaarheid" (hierna: Deltaplan) is vastgesteld door de raad. Het plan geeft een visie op verkeer en vervoer in Haarlemmermeer als verdieping op de Structuurvisie Haarlemmermeer, om te komen tot een duurzaam toekomstvast mobiliteitssysteem. De horizon van het plan ligt op 2030. In het Uitvoeringsprogramma Deltaplan Bereikbaarheid staan een concrete uitvoeringsagenda en fasering van uit te voeren maatregelen of onderzoeken. Voor Zwaanshoek is onder meer van belang de aanleg van de Duinpolderweg.
Voorts staat in die paragraaf dat de verbinding van de A4 naar de N206 bij De Zilk in de Bollenstreek een belangrijke nog ontbrekende schakel is in het regionale net. Deze verbinding is van groot economisch belang. De nu nog niet aanwezige verbinding van de N205 naar de N206 maakt hier deel van uit. De verbinding van de N205 naar de N206 is in het Deltaplan opgenomen als maatregel op de korte termijn, dat wil zeggen vóór 2020. Deze zal het doorgaande (sluip)verkeer door Zwaanshoek-Bennebroek en Beinsdorp-Hillegom verminderen en zal de overlast van Noord-Zuid verkeer door Vogelenzang, Bennebroek en Heemstede verminderen. Nut en noodzaak van deze verbinding is onderzocht in de regionale verkenning "Van Greenport tot Mainport. MIRT-verkenning wegverbinding N205-N206 (provincies Noord- en Zuid-Holland, 2010)".
3.4. De Afdeling overweegt dat het niet onredelijk is dat de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening rekening heeft gehouden met de aanleg van de provinciale verbindingsweg tussen de N205 en de N206. Ook al is nog niet zeker dat en zo ja wanneer de weg zal worden aangelegd, de raad heeft voldoende aanknopingspunten aanwezig mogen achten om uit te gaan van de voorzienbaarheid van de aanleg van de weg. Ter zitting heeft de raad aan de hand van de verbeelding toegelicht waar gelet op de ruimtelijke kenmerken van het gebied het tracé van de weg naar verwachting gelegen zal zijn. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad gelet daarop ervan uit mogen gaan dat het perceel in het invloedgebied van die weg zal liggen.
Gelet op het vorenstaande heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de door [appellante] gewenste mogelijkheid om een woning te bouwen op het perceel niet in het plan hoeft te worden opgenomen en dat de bestaande bestemming "Agrarisch" dient te worden gehandhaafd. Daarbij is ook in aanmerking genomen dat de raad geen doorslaggevend gewicht heeft hoeven toekennen aan de omstandigheid dat op het perceel een - door [appellante] bewoonde - zogeheten noodwoning aanwezig is. Voor deze woning is nooit bouwvergunning verleend. Voorts heeft [appellante] niet aannemelijk gemaakt dat het perceel niet overeenkomstig de agrarische bestemming kan worden gebruikt. [appellante] gebruikt de gronden thans voor het weiden van paarden. Het betoog faalt.
Voor zover het betoog ziet op het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor het perceel, overweegt de Afdeling dat de raad gelet op het vorenstaande in redelijkheid eveneens heeft kunnen afzien van het opnemen van een dergelijke bevoegdheid. Het betoog faalt.
Over de door [appellante] gemaakte vergelijking met het perceel Hillegommerdijk 554, waarvoor wel een woonbestemming is opgenomen, overweegt de Afdeling dat de raad zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat deze situatie verschilt van de aan de orde zijnde situatie, omdat het perceel Hillegommerdijk 554 buiten het invloedgebied van de verbindingsweg ligt, in tegenstelling tot het perceel.
Het betoog faalt.
4. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen w.g. Zwemstra
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 mei 2014
91-770.