ECLI:NL:RVS:2014:1737

Raad van State

Datum uitspraak
14 mei 2014
Publicatiedatum
14 mei 2014
Zaaknummer
201307627/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • A.J. Kuipers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Stadscentrum/Dorpsstraat vastgesteld door de raad van de gemeente Zoetermeer

Op 14 mei 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de Vereniging van eigenaren woningen Stadspark en de raad van de gemeente Zoetermeer. De zaak betreft het bestemmingsplan "Stadscentrum/Dorpsstraat" dat op 24 juni 2013 door de raad is vastgesteld. De VvE en anderen hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vrezen voor hinder van de in het plan toegestane horeca, met name in verband met openingstijden en de indeling in horecacategorieën.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 7 april 2014. De VvE en anderen, vertegenwoordigd door hun secretaris en mr. E. van Kampen, hebben hun bezwaren toegelicht. De raad van de gemeente Zoetermeer heeft zich verdedigd door te stellen dat de indeling in horecacategorieën in lijn is met de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 en dat horeca van categorie 1 voornamelijk overdag en 's avonds geopend zal zijn, waardoor nachthoreca niet is toegestaan.

De Afdeling heeft overwogen dat de raad beleidsvrijheid heeft bij de vaststelling van bestemmingsplannen en dat de toetsing van de Afdeling terughoudend is. De VvE en anderen hebben hun bezwaren tegen de indeling in horecacategorieën en de openingstijden van de horeca toegelicht, maar de Afdeling heeft geen aanleiding gezien om te oordelen dat de raad niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De Afdeling heeft het beroep van de VvE en anderen ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.

De uitspraak bevestigt dat de raad van de gemeente Zoetermeer zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en dat de belangen van de VvE en anderen voldoende zijn gewaarborgd.

Uitspraak

201307627/1/R4.
Datum uitspraak: 14 mei 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Vereniging van eigenaren woningen Stadspark, gevestigd te Zoetermeer, en anderen (hierna: de VvE en anderen),
appellanten,
en
de raad van de gemeente Zoetermeer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Stadscentrum/Dorpsstraat" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben de VvE en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de Europese naamloze vennootschap Unibail-Rodamco S.E. een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 april 2014, waar de VvE en anderen, vertegenwoordigd door [secretaris] van de VvE, bijgestaan door mr. E. van Kampen, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, en de raad, vertegenwoordigd door drs. T. Eisenburger en drs. J. de Haas, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan betreft een juridisch-planologische regeling voor onder meer het Stadscentrum van Zoetermeer. Het plan betreft een actualisatie en is overwegend conserverend van aard.
3. Ter zitting hebben de VvE en anderen de beroepsgrond dat in de plantoelichting onjuist is vermeld dat op het perceel aan de Europaweg 5 door middel van een wijzigingsbevoegdheid horeca van categorie 2 is toegestaan, ingetrokken.
3.1. Het beroep van de VvE en anderen is gericht tegen de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Centrum-1" en de functieaanduiding "horeca van categorie 1" wat betreft de gronden grenzend aan het Stadspark.
De VvE en anderen betogen dat de indeling in verschillende horecacategorieën zoals opgenomen in de bij de planregels behorende Staat van horeca-activiteiten, in strijd is met de definitie van horeca opgenomen in de door raad vastgestelde "Horecanota 2004-2008" (hierna: de Horecanota).
Tevens betogen de VvE en anderen dat met het toestaan van horeca van categorie 1 van de bij de planregels behorende Staat van horeca-activiteiten, niet is gewaarborgd dat op de gronden grenzend aan het Stadspark geen zogenoemde nachthoreca is toegestaan. Hiertoe voeren zij aan dat vanwege het ontbreken van openingstijden in het plan niet is uitgesloten dat bedrijven die behoren tot horeca van categorie 1 ook ’s nachts zijn geopend. In dit verband betogen zij dat in het voorheen geldende plan de openingstijden van horeca wel waren begrensd door deze in de planregels te relateren aan de in de gemeente geldende openingstijden van detailhandel. Ook was daarin volgens hen de toegestane oppervlakte aan horeca nabij het Stadspark begrensd. Zij vrezen dat het ontbreken van openingstijden in de planregels in combinatie met het ontbreken van een beperking in het plan aan de toegestane oppervlakte aan horeca nabij het Stadspark, leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat ter plaatse van hun aangrenzende appartementen.
3.2. De raad stelt zich op het standpunt dat het volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (hierna: SVBP2008) gebruikelijk is om horeca in te delen in verschillende categorieën. Deze verschillende categorieën horeca-activiteiten zijn opgenomen in de bij de planregels behorende Staat van horeca-activiteiten. Dit is niet in strijd met de uitgangspunten van de Horecanota, aldus de raad.
Tevens stelt de raad zich op het standpunt dat onder horeca van categorie 1 vooral "lichte horeca" valt. Dit zijn horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds zullen zijn geopend en gelet op de gebruikelijke bedrijfsomvang van deze bedrijven slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken, aldus de raad. Gelet hierop is volgens de raad voldoende gewaarborgd dat op de gronden grenzend aan het Stadspark geen nachthoreca is toegestaan en is tevens een goed woon- en leefklimaat bij het aan het Stadspark grenzende appartementencomplex van de VvE en anderen gewaarborgd. Daarbij voert de raad aan dat de VvE en anderen zich ter onderbouwing van hun betoog dat in het voorheen geldende plan de openingstijden van horeca wel waren begrensd, beroepen op een plan dat niet is vastgesteld. Het voorheen geldende plan voor de gronden ten zuiden van het Stadspark is het plan "Globaal bestemmingsplan Stadscentrum Zoetermeer" uit 1975, aldus de raad. De raad stelt dat in dit globale plan geen begrenzing is opgenomen in de toegestane horeca nabij het Stadspark. Gelet hierop biedt het thans vastgestelde plan begrenzing door op de gronden grenzend aan het Stadspark alleen horeca van categorie 1 toe te staan, aldus de raad.
3.3. Aan de gronden grenzend aan het Stadspark is in het plan de bestemming "Centrum-1" toegekend. Tevens is aan deze gronden de aanduiding "horeca van categorie 1" toegekend.
3.4. Ingevolge artikel 4, lid 4.1, van de planregels zijn de voor "Centrum-1" aangewezen gronden bestemd voor:
[…]
aa. ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 1", naast de functies als genoemd onder sub a t/m d, f en g, uitsluitend horeca van categorie 1 van de in de bijlagen bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond en tot maximaal 8.021 m2 bedrijfsvloeroppervlak totaal (inclusief de hoeveelheid m2 bedrijfsvloeroppervlak horeca binnen de bestemming "Centrum - 2").
Uit de Staat van horeca-activiteiten die als bijlage bij de planregels is opgenomen, volgt dat ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 1" een automatiek, bistro, broodjeszaak, cafetaria, crêperie, croissanterie, hotel, koffiebar, konditorei, lunchroom, pannenkoekenhuis, patisserie, petit-restaurant, pizzeria, poffertjeszaak, proeflokaal, restaurant, snackbar, theehuis, traiteur en een ijssalon zijn toegestaan.
3.5. Ten aanzien van de in het plan opgenomen indeling in verschillende horecacategorieën, heeft de raad in lijn met de SVBP2008 het onderscheid tussen verschillende horecabedrijven gemaakt door deze bedrijven in te delen in verschillende categorieën. De verschillende horecasectoren zoals opgenomen in de Horecanota hebben, gelet op de aard van de verschillende bedrijfstypen die volgens de Horecanota behoren tot deze sectoren, niet tot strekking om te dienen als categorie-indeling in een bestemmingsplan. De Afdeling ziet dan ook geen aanleiding de categorie-indeling in de Staat van horeca-activiteiten in strijd te achten met de definitie van horeca opgenomen in de Horecanota.
3.6. Wat het betoog van de VvE en anderen betreft dat zij vrezen voor hinder van de in het plan nabij het Stadspark toegestane horeca, omdat in het plan geen openingstijden en beperkingen in de toegestane oppervlakte voor de horeca nabij het Stadspark zijn opgenomen, overweegt de Afdeling als volgt.
Ingevolge de Staat van horeca-activiteiten worden als horeca van categorie 1 bedrijven aangemerkt van een aard dat zij alleen overdag en ’s avonds zullen zijn geopend. De openingstijden van bedrijven die worden aangemerkt als horeca van categorie 1 zijn aldus in het plan niet uitdrukkelijk begrensd, maar wel inherent aan de aard van het toegestane gebruik. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat ingevolge de Staat van horeca-activiteiten onder horeca van categorie 2 bedrijven worden verstaan die naar verwachting ook delen van de nacht zijn geopend, waaronder cafés en bars. Horeca van categorie 2 is in het plan op de gronden grenzend aan het Stadspark echter niet toegestaan.
Tevens acht de Afdeling het door de raad ter zitting toegelichte standpunt dat het evenmin noodzakelijk is in de planregels een beperking op te nemen in de toegestane oppervlakte aan horeca op de gronden nabij het Stadspark, niet onredelijk. Hierbij neemt de Afdeling naast de gebruikelijke bedrijfsomvang van de binnen categorie 1 toegestane horecabedrijven, tevens in aanmerking dat de toegestane horeca ingevolge artikel 4, lid 4.1, onder aa, van de planregels is beperkt tot de begane grond en de gronden nabij het Stadspark onderdeel zijn van een bestaand winkelcentrum.
Voorts neemt de Afdeling hierbij in aanmerking dat de VvE en anderen zich ter onderbouwing van hun betoog dat in het voorheen geldende plan wel openingstijden en beperkingen in de toegestane oppervlakte voor de horeca nabij het Stadspark waren opgenomen, beroepen op een niet vastgesteld bestemmingsplan en dat in het voorheen geldende plan "Globaal bestemmingsplan Stadscentrum Zoetermeer" op de gronden ten zuiden van het Stadspark meer mogelijkheden voor verschillende categorieën van horeca werden geboden dan in het thans vastgestelde plan.
Gelet hierop en op de ligging van het appartementencomplex van de VvE en anderen in het centrum van Zoetermeer, bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de VvE en anderen geen onaanvaardbare hinder zullen ondervinden van de nabij het appartementencomplex toegestane horecagelegenheden.
3.7. De Afdeling ziet in hetgeen de VvE en anderen hebben aangevoerd dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid, zonder in het plan expliciet openingstijden en beperkingen in de toegestane oppervlakte op te nemen, de aanduiding "horeca van categorie 1" aan de gronden grenzend aan het Stadspark heeft kunnen toekennen.
4. Voor zover de VvE en anderen zich richten tegen delen van de zienswijzennota en de plantoelichting, overweegt de Afdeling dat aan de zienswijzennota en de plantoelichting geen bindende betekenis toekomt. Gelet hierop kunnen deze gronden niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit.
Voor het overige hebben de VvE en anderen zich beperkt tot het aanvoeren van redenen waarom nachthoreca op de gronden grenzend aan het Stadspark niet mag worden toegestaan. Gelet op de omstandigheid dat de Afdeling in 3.6 reeds heeft geoordeeld dat ingevolge de Staat van horeca-activiteiten als horeca van categorie 1 bedrijven worden aangemerkt van een aard dat zij alleen overdag en ’s avonds zullen zijn geopend, behoeven deze gronden verder geen bespreking.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kuipers, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Kuipers
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 mei 2014
271-810.