ECLI:NL:RVS:2014:1776

Raad van State

Datum uitspraak
6 mei 2014
Publicatiedatum
14 mei 2014
Zaaknummer
201402094/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • J.S.S. Hupkes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing bestemmingsplan gemeente Hoorn betreffende Pelmolenpad en omgeving

Op 6 mei 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bouw & Ontwikkeling B.V. en de raad van de gemeente Hoorn. Het verzoek volgde op de vaststelling van het bestemmingsplan "Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving" door de raad op 17 december 2013. Bouw & Ontwikkeling B.V. heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan te voorkomen.

Tijdens de zitting op 22 april 2014 werd het verzoek behandeld. Bouw & Ontwikkeling B.V. betoogde dat de huidige ontsluiting van haar kantoor op de Provincialeweg komt te vervallen en dat de nieuwe ontsluiting onvoldoende is gegarandeerd. Daarnaast bestond er onduidelijkheid over de kwalitatieve verplichting voor parkeren en de bestemming "Gemengd - 2" voor een nabijgelegen pand. De raad van de gemeente Hoorn gaf aan dat de uitvoering van een van de infrastructurele maatregelen onzeker was geworden door nieuwe politieke verhoudingen.

De voorzitter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij het verzoek van Bouw & Ontwikkeling B.V. en dat schorsing van het bestemmingsplan aangewezen was. De voorzitter schorste het besluit van de raad van de gemeente Hoorn en gelastte dat het griffierecht van € 328,00 aan Bouw & Ontwikkeling B.V. werd vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 mei 2014.

Uitspraak

201402094/2/R6.
Datum uitspraak: 6 mei 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen onder meer:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling B.V., gevestigd te Hoorn,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Hoorn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling beroep ingesteld. Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 april 2014, waar [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling, vertegenwoordigd door mr. C.W. Booden, werkzaam bij [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.R. Klijn, advocaat te Amsterdam, en E.J. van Dam, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan heeft betrekking op het grondgebied van de gemeente Hoorn tussen de Provincialeweg, de Koepoortsweg, de binnenstad, het spoor en de grens met de gemeente Koggenland. Het plan voorziet in de actualisering van de bestaande bestemmingsplannen, waartoe de functies bedrijven, scholen, kantoren, woningen en een ziekenhuis behoren, en maakt gedeeltelijk nieuwe ontwikkelingen mogelijk die onderdeel zijn van de structuurvisie "De Poort van Hoorn". Hiertoe behoren oplossingen om de verkeerssituatie in het gebied te verbeteren en het ruimtegebruik van het gebied te intensiveren.
3. [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling richt zich met het verzoek tegen het plan en beoogt onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen. Zij betoogt dat onvoldoende is gegarandeerd dat haar kantoor op voldoende wijze wordt ontsloten als de huidige ontsluiting op de Provincialeweg komt te vervallen. Voor de nieuwe ontsluiting dienen omliggende gronden te worden aangekocht en heringericht. In zoverre is de financiële uitvoerbaarheid van het plan onvoldoende gegarandeerd, aldus [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling.
Voorts betoogt [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling dat onduidelijkheid bestaat over de kwalitatieve verplichting voor het parkeren. Verder voorziet het plan volgens haar ten onrechte in de bestemming "Gemengd - 2" met de aanduiding "zorgwoning" voor het pand ten westen van haar kantoor.
4. De raad heeft bij brief van 16 april 2014 aangegeven dat de uitvoering van een van de infrastructurele maatregelen - de ontwikkeling van de Carbasiusweg met tunnel - vanwege nieuwe politieke verhoudingen binnen de raad onzeker is geworden. Met het oog hierop acht de raad het treffen van een voorlopige voorziening door de Afdeling aangewezen.
Ter zitting heeft de raad voorts aangegeven niet te kunnen toezeggen dat in de komende periode ter uitvoering van het plan geen werkzaamheden zullen plaatsvinden en geen omgevingsvergunningen zullen worden verleend. Gelet hierop is met het verzoek van [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling een spoedeisend belang gemoeid.
5. Bij de bespreking ter zitting kon [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling niet aangeven op welke plandelen haar verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ziet, nu alle voorziene infrastructurele maatregelen en bouw- en gebruiksmogelijkheden van invloed kunnen zijn op de verkeerssituatie en de verkeersbelasting ter plaatse van de huidige dan wel de nieuwe ontsluiting van [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling. De raad kon evenmin aangeven op welke plandelen zijn instemming tot het treffen van een voorlopige voorziening ziet. Derhalve is niet uit te sluiten dat de voorziene plandelen zodanig met elkaar samenhangen dat schorsing van slechts een gedeelte van het plan ongewenste gevolgen met zich kan brengen. Gelet hierop, en nu de raad ter zitting heeft aangegeven dat zich in geval van schorsing van het plan geen ongewenste ontwikkelingen zullen voordoen, ziet de voorzitter aanleiding tot schorsing van het plan.
6. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Hoorn van 17 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving";
II. gelast dat de raad van de gemeente Hoorn aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster] Bouw & Ontwikkeling B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Hupkes
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2014
635.