201309562/1/A4.
Datum uitspraak: 28 mei 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Apeldoorn,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 september 2013
in zaak nr. 12/1671 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn.
Procesverloop
Bij besluit van 10 februari 2012 heeft het college [belanghebbende] omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een convertorunit met geluidsscherm op het perceel [locatie] te Apeldoorn.
Bij besluit van 10 oktober 2012 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 10 februari 2012 gewijzigd.
Bij uitspraak van 10 september 2013 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 mei 2014, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. O.V. Wilkens, en het college, vertegenwoordigd door mr. M. Kuilder, werkzaam bij de gemeente,
zijn verschenen. Tevens is ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door A.R.M. Ogink, gehoord.
Overwegingen
1. Het bouwplan voorziet in het plaatsen van een convertorunit met geluidsscherm op het platte dak van de begane grond aan de noordzijde van het gemeentelijk monument op genoemd perceel.
2. Het college heeft geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het heeft zich hiervoor gebaseerd op het positieve ongemotiveerde advies van de Welstandscommissie het Gelders Genootschap (hierna: de welstandscommissie) van 31 januari 2012. Naar aanleiding van een in opdracht van [appellant] opgesteld tegenadvies van architect J. van Hettema van 24 juni 2013, heeft de welstandscommissie bij brief van 25 juli 2013 haar advies nader gemotiveerd. Vervolgens is door de rechtbank uitspraak gedaan.
3. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de welstandscommissie over voldoende informatie beschikte om over het bouwplan te kunnen adviseren.
Ter onderbouwing van dit betoog verwijst hij naar het door hem in hoger beroep ingebrachte tegenadvies van Van Hettema van 5 november 2013 (hierna: het tweede tegenadvies). Dit tweede tegenadvies stelt dat bij de aanvraag om omgevingsvergunning in strijd met de Regeling omgevingsrecht niet voldoende gegevens en bescheiden zijn verstrekt voor de toetsing aan de welstandscriteria, onder andere omdat een bouwtekening van het achteraanzicht ontbreekt. Die tekening is volgens het tweede tegenadvies noodzakelijk, temeer nu volgens de herijkte kadernota "Over welstand geschreven" van de gemeente Apeldoorn van 12 mei 2011 een zwaar welstandsniveau geldt voor de omgeving.
3.1. De welstandscommissie beschikte over de bij de aanvraag om omgevingsvergunning overgelegde bouwtekeningen van het vooraanzicht, het zijaanzicht en het bovenaanzicht alsmede over foto’s van de bestaande situatie en de omliggende bebouwing. Voorts beschikte de welstandscommissie over de productinformatie van de convertorunit.
Ter zitting heeft het college te kennen gegeven dat de convertorunit door de welstandscommissie tevens aan een schouw is onderworpen. Dat voor de omgeving een zwaar welstandsniveau geldt is blijkens de nadere motivering van de welstandscommissie van 25 juli 2013 bij de beoordeling betrokken.
De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat de welstandscommissie op basis van de bij de aanvraag aangeleverde gegevens in redelijkheid heeft kunnen adviseren over de vraag of het bouwplan in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand.
Het betoog faalt.
4. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het bouwplan niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand en verwijst naar het tweede tegenadvies, dat stelt dat de convertorunit door de industriële uitvoering en de willekeurige positionering detoneert met het monumentale karakter van het pand en de omgeving.
4.1. De aanvullende motivering van de welstandscommissie van 25 juli 2013 vermeldt dat het bouwplan onder meer is getoetst aan de welstandsnota. Geconcludeerd wordt dat de convertorunit door de bescheiden maatvoering van 0,68 m2 en plaatsing uit het openbare zicht, geen overwegende verstoring vormt van het monumentale karakter van het pand en van de panden in de nabije omgeving. Door de plaatsing van de convertorunit op het platte dak van een aanbouw wordt de fysieke aantasting van het monumentale pand verder tot een minimum beperkt, aldus de welstandscommissie. Dat in het tweede tegenadvies een andere visie wordt gegeven op het bouwplan, betekent niet dat het advies van de welstandscommissie ondeugdelijk is.
De rechtbank heeft terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het college het bouwplan niet in overeenstemming met redelijke eisen van welstand mocht achten.
Het betoog faalt.
5. [appellant] heeft ter zitting zijn beroepsgrond met betrekking tot geluidhinder vanwege de convertorunit ingetrokken.
6. Voor het overige heeft [appellant] volstaan met een verwijzing naar de gronden van het bij de rechtbank ingediende beroep, zonder gemotiveerd aan te voeren dat en waarom het oordeel van de rechtbank onjuist is. De betogen falen.
7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer,
in tegenwoordigheid van mr. C.S. Aal, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Aal
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 mei 2014
584.