ECLI:NL:RVS:2014:1915

Raad van State

Datum uitspraak
28 mei 2014
Publicatiedatum
28 mei 2014
Zaaknummer
201309562/1/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling omgevingsvergunning voor het plaatsen van een convertorunit met geluidsscherm te Apeldoorn

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 september 2013, waarin het beroep tegen de omgevingsvergunning voor het plaatsen van een convertorunit met geluidsscherm op een gemeentelijk monument te Apeldoorn ongegrond werd verklaard. Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn had op 10 februari 2012 de omgevingsvergunning verleend, waarna [appellant] bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 10 oktober 2012 ongegrond verklaard, wat leidde tot de rechtszaak.

De Raad van State heeft de zaak op 8 mei 2014 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel [appellant] als vertegenwoordigers van het college en [belanghebbende] aanwezig. [Appellant] voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de welstandscommissie over voldoende informatie beschikte om te adviseren over het bouwplan. Hij verwees naar een tegenadvies van architect J. van Hettema, waarin werd gesteld dat er onvoldoende gegevens waren verstrekt voor de toetsing aan de welstandscriteria.

De Raad van State oordeelde dat de welstandscommissie wel degelijk over voldoende informatie beschikte, waaronder bouwtekeningen en productinformatie van de convertorunit. De rechtbank had terecht overwogen dat het college het bouwplan in overeenstemming met redelijke eisen van welstand mocht achten. Het betoog van [appellant] dat de convertorunit het monumentale karakter van het pand zou aantasten, werd verworpen. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201309562/1/A4.
Datum uitspraak: 28 mei 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Apeldoorn,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 september 2013
in zaak nr. 12/1671 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn.
Procesverloop
Bij besluit van 10 februari 2012 heeft het college [belanghebbende] omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een convertorunit met geluidsscherm op het perceel [locatie] te Apeldoorn.
Bij besluit van 10 oktober 2012 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 10 februari 2012 gewijzigd.
Bij uitspraak van 10 september 2013 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 mei 2014, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. O.V. Wilkens, en het college, vertegenwoordigd door mr. M. Kuilder, werkzaam bij de gemeente,
zijn verschenen. Tevens is ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door A.R.M. Ogink, gehoord.
Overwegingen
1. Het bouwplan voorziet in het plaatsen van een convertorunit met geluidsscherm op het platte dak van de begane grond aan de noordzijde van het gemeentelijk monument op genoemd perceel.
2. Het college heeft geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het heeft zich hiervoor gebaseerd op het positieve ongemotiveerde advies van de Welstandscommissie het Gelders Genootschap (hierna: de welstandscommissie) van 31 januari 2012. Naar aanleiding van een in opdracht van [appellant] opgesteld tegenadvies van architect J. van Hettema van 24 juni 2013, heeft de welstandscommissie bij brief van 25 juli 2013 haar advies nader gemotiveerd. Vervolgens is door de rechtbank uitspraak gedaan.
3. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de welstandscommissie over voldoende informatie beschikte om over het bouwplan te kunnen adviseren.
Ter onderbouwing van dit betoog verwijst hij naar het door hem in hoger beroep ingebrachte tegenadvies van Van Hettema van 5 november 2013 (hierna: het tweede tegenadvies). Dit tweede tegenadvies stelt dat bij de aanvraag om omgevingsvergunning in strijd met de Regeling omgevingsrecht niet voldoende gegevens en bescheiden zijn verstrekt voor de toetsing aan de welstandscriteria, onder andere omdat een bouwtekening van het achteraanzicht ontbreekt. Die tekening is volgens het tweede tegenadvies noodzakelijk, temeer nu volgens de herijkte kadernota "Over welstand geschreven" van de gemeente Apeldoorn van 12 mei 2011 een zwaar welstandsniveau geldt voor de omgeving.
3.1. De welstandscommissie beschikte over de bij de aanvraag om omgevingsvergunning overgelegde bouwtekeningen van het vooraanzicht, het zijaanzicht en het bovenaanzicht alsmede over foto’s van de bestaande situatie en de omliggende bebouwing. Voorts beschikte de welstandscommissie over de productinformatie van de convertorunit.
Ter zitting heeft het college te kennen gegeven dat de convertorunit door de welstandscommissie tevens aan een schouw is onderworpen. Dat voor de omgeving een zwaar welstandsniveau geldt is blijkens de nadere motivering van de welstandscommissie van 25 juli 2013 bij de beoordeling betrokken.
De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat de welstandscommissie op basis van de bij de aanvraag aangeleverde gegevens in redelijkheid heeft kunnen adviseren over de vraag of het bouwplan in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand.
Het betoog faalt.
4. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het bouwplan niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand en verwijst naar het tweede tegenadvies, dat stelt dat de convertorunit door de industriële uitvoering en de willekeurige positionering detoneert met het monumentale karakter van het pand en de omgeving.
4.1. De aanvullende motivering van de welstandscommissie van 25 juli 2013 vermeldt dat het bouwplan onder meer is getoetst aan de welstandsnota. Geconcludeerd wordt dat de convertorunit door de bescheiden maatvoering van 0,68 m2 en plaatsing uit het openbare zicht, geen overwegende verstoring vormt van het monumentale karakter van het pand en van de panden in de nabije omgeving. Door de plaatsing van de convertorunit op het platte dak van een aanbouw wordt de fysieke aantasting van het monumentale pand verder tot een minimum beperkt, aldus de welstandscommissie. Dat in het tweede tegenadvies een andere visie wordt gegeven op het bouwplan, betekent niet dat het advies van de welstandscommissie ondeugdelijk is.
De rechtbank heeft terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het college het bouwplan niet in overeenstemming met redelijke eisen van welstand mocht achten.
Het betoog faalt.
5. [appellant] heeft ter zitting zijn beroepsgrond met betrekking tot geluidhinder vanwege de convertorunit ingetrokken.
6. Voor het overige heeft [appellant] volstaan met een verwijzing naar de gronden van het bij de rechtbank ingediende beroep, zonder gemotiveerd aan te voeren dat en waarom het oordeel van de rechtbank onjuist is. De betogen falen.
7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer,
in tegenwoordigheid van mr. C.S. Aal, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Aal
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 mei 2014
584.