ECLI:NL:RVS:2014:2002
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Helder
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing van het gebied 'Duinen Den Helder-Callantsoog' als speciale beschermingszone onder de Habitatrichtlijn
Op 4 juni 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellante, wonend te Callantsoog, en de staatssecretaris van Economische Zaken. De zaak betreft de aanwijzing van het gebied 'Duinen Den Helder-Callantsoog' als speciale beschermingszone op basis van de Habitatrichtlijn. De staatssecretaris had op 25 april 2013 dit gebied aangewezen, wat leidde tot beroep van de appellante. Zij betoogde dat haar bedrijfsterrein ten onrechte in het aangewezen gebied was opgenomen, omdat dit haar bedrijfsvoering in gevaar zou brengen. De Afdeling heeft de zaak behandeld op 19 maart 2014, waarbij de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. A.E. de Groot-Valenteijn en E.R. Osieck.
De Afdeling overwoog dat de aanwijzing van gebieden onder de Habitatrichtlijn uitsluitend op ecologische gronden mag plaatsvinden. De appellante kon niet onderbouwen dat andere recreatieterreinen in de omgeving niet waren aangewezen, en haar beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen. De Afdeling benadrukte dat economische, sociale of culturele belangen niet in de belangenafweging mogen worden meegenomen bij de aanwijzing van een gebied. De staatssecretaris had derhalve in redelijkheid de gronden van de appellante kunnen aanwijzen.
De Afdeling concludeerde dat de vrees van de appellante voor gevolgen voor haar bedrijfsvoering niet op voorhand kon worden vastgesteld in het aanwijzingsbesluit, maar dat dit in een later stadium, bijvoorbeeld in een beheerplan, zou moeten worden beoordeeld. De staatssecretaris had bovendien aangegeven dat het aanwijzingsbesluit geen negatieve gevolgen zou hebben voor de bedrijfsvoering van de appellante. Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.