ECLI:NL:RVS:2014:2072
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- M.W.L. Simons-Vinckx
- Y.E.M.A. Timmerman-Buck
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het college om handhavend op te treden tegen de aanwezigheid van een kippenschuur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin het college van burgemeester en wethouders van Deurne werd aangesproken op zijn besluit om handhavend op te treden tegen de aanwezigheid van een kippenschuur op het perceel te Liessel. Het college had eerder, bij besluit van 26 januari 2011, het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het college niet bevoegd was om handhavend op te treden, wat leidde tot het hoger beroep van [appellante].
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 1 april 2014 behandeld. Tijdens de zitting werd duidelijk dat het college niet aannemelijk had gemaakt dat er in 1954 een bouwvergunning was verleend voor de gehele kippenschuur. De rechtbank had ten onrechte overwogen dat het college bevoegd was om handhavend op te treden tegen de verbouwing van de kippenschuur tot paardenboxen, omdat het overgangsrecht niet van toepassing was. De Afdeling oordeelde dat de kippenschuur, na verbouwing tot woning, niet meer onder het overgangsrecht viel.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep van [appellante] gegrond en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Het college werd opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij rekening gehouden moest worden met de uitspraak van de Afdeling. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellante]. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het college om zorgvuldig om te gaan met handhaving en de relevante bouwvergunningen.