ECLI:NL:RVS:2014:2152

Raad van State

Datum uitspraak
2 juni 2014
Publicatiedatum
11 juni 2014
Zaaknummer
201402762/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • M. Priem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan uitbreiding camping De Klashorst

Op 2 juni 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een geschil tussen de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en de raad van de gemeente Hardenberg. Dit verzoek volgde op het besluit van de raad van 17 december 2013, waarin het bestemmingsplan 'Buitengebied Hardenberg, Camping de Klashorst Rheezerweg 123 Diffelen' werd vastgesteld. De vereniging en anderen hebben beroep ingesteld tegen dit besluit en vroegen de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen om onomkeerbare gevolgen voor de flora en fauna te voorkomen, aangezien een migratieroute voor de das door het plangebied loopt.

Tijdens de zitting op 20 mei 2014, waar de vereniging werd vertegenwoordigd door Z.J.H. den Hollander en mr. R.S. Wertheim, en de raad door drs. E. Munneke, werd het verzoek behandeld. Camping De Klashorst was ook aanwezig, vertegenwoordigd door M. Overweg en E. Ossewaarde. De voorzitter overwoog dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van de camping met 63 kampeerplaatsen en andere faciliteiten, en de vereniging betoogde dat dit schadelijk zou zijn voor de flora en fauna.

De voorzitter concludeerde dat de wijziging van het gebruik van de camping, zolang er geen omgevingsvergunning voor extra bebouwing wordt aangevraagd, niet leidt tot onomkeerbare gevolgen. De camping had toegezegd om de bestaande houtwallen intact te laten en alleen de extra kampeerplaatsen in gebruik te nemen. Gezien de alternatieve migratieroutes voor de das, achtte de voorzitter het niet aannemelijk dat de uitbreiding van het aantal kampeerplaatsen tot onomkeerbare gevolgen zou leiden. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201402762/2/R1.
Datum uitspraak: 2 juni 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de vereniging Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, gevestigd te Ubbergen, en anderen
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Hardenberg,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg, Camping de Klashorst Rheezerweg 123 Diffelen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben de vereniging en anderen beroep ingesteld.
De vereniging en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vereniging en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 mei 2014, waar de vereniging en anderen, vertegenwoordigd door Z.J.H. den Hollander en mr. R.S. Wertheim, advocaat te Zwolle, en de raad, vertegenwoordigd door drs. E. Munneke, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar camping De Klashorst, vertegenwoordigd door M. Overweg en E. Ossewaarde, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in uitbreiding van camping De Klashorst met 63 kampeerplaatsen, trekkershutten, sanitairgebouwen, een lodge en een werkschuur. Verder voorziet het in 1,1 ha nieuwe natuur ten noorden van de watergang en 1 ha agrarisch terrein ten oosten van de huidige camping.
3. De vereniging en anderen kunnen zich niet verenigen met het plan. Teneinde onomkeerbare gevolgen voor de flora en fauna te voorkomen hebben zij de voorzitter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. In dit verband wijzen zij erop dat een migratieroute voor de das door het plangebied loopt.
3.1. Ter zitting heeft camping De Klashorst toegezegd geen omgevingsvergunning aan te vragen voor het oprichten van extra bebouwing ten opzichte van de bestaande situatie voordat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Zij heeft voorts toegezegd de bestaande houtwallen intact te laten zolang geen uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Enkel de extra kampeerplaatsen zullen in gebruik worden genomen. Hieromtrent overweegt de voorzitter dat wijziging van het toegestane gebruik doorgaans geen aanleiding geeft tot schorsing van het bestreden plandeel, omdat als in de bodemprocedure het bestreden besluit in zoverre zou worden vernietigd het nieuwe gebruik moet worden gestaakt. Hierdoor leidt wijziging van het gebruik uit juridisch oogpunt niet tot een onomkeerbare situatie. Dit kan slechts anders zijn indien een functiewijziging gepaard gaat met feitelijk onomkeerbare gevolgen, maar de voorzitter acht - gelet op de door de raad ter zitting aangegeven alternatieve migratieroutes voor de das in de omgeving van het plangebied - niet aannemelijk gemaakt dat een toename van het aantal kampeerplaatsen totdat in de hoofdzaak zal zijn beslist, zal leiden tot onomkeerbare gevolgen voor de das.
3.2. Het voorgaande in aanmerking genomen is met het verzoek van de vereniging en anderen geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
3.3. De voorzitter ziet aanleiding het verzoek af te wijzen.
3.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M. Priem, ambtenaar van staat.
w.g. Van Buuren w.g. Priem
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 juni 2014
646.