201400577/2/R4.
Datum uitspraak: 24 juni 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
1. [verzoekster sub 1], wonend te Tzummarum, gemeente Franekeradeel,
2. [verzoeker sub 2], wonend te Tzummarum, gemeente Franekeradeel,
en
de raad van de gemeente Franekeradeel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 7 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2013" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] beroep ingesteld.
[verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 10 juni 2014, waar [verzoekster sub 1], bijgestaan door mr. R.T.M. Lagerweij, [verzoeker sub 2], bijgestaan door mr. J. Zwiers, en de raad, vertegenwoordigd door J. Mulder en mr. P.D. van der Ploeg, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor het buitengebied van de gemeente Franekeradeel.
3. Voor zover de raad betoogt dat het beroep van [verzoekster sub 1] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu de omissie, dat bedoeld is beroep in te stellen namens [verzoekster sub 1] in plaats van A. [verzoekster sub 1] Houtcvketels, eerst is hersteld na afloop van de beroepstermijn bij het aanvullende beroepschrift, overweegt de voorzitter als volgt. [verzoekster sub 1] wonende aan de [locatie 1] te Tzummarum heeft een zienswijze naar voren gebracht tegen het ontwerpplan. In het pro forma beroepschrift is vermeld dat door A. [verzoekster sub 1] Houtcvketels aan de [locatie 1] te Tzummarum beroep wordt ingesteld tegen het plan. In het aanvullende beroepschrift is vermeld dat het pro forma beroepschrift een verschrijving bevat nu is vermeld dat beroep wordt ingesteld namens A. [verzoekster sub 1] Houtcvketels in plaats van [verzoekster sub 1]. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan uit de omstandigheid dat in het pro forma beroepschrift de achternaam [verzoekster sub 1] en het adres [locatie 1] te Tzummarum zijn vermeld, worden afgeleid de bedoeling om namens [verzoekster sub 1], die een zienswijze naar voren heeft gebracht, beroep in te stellen. Gelet hierop verwacht de voorzitter dat de Afdeling zal oordelen dat het beroep van [verzoekster sub 1] ontvankelijk is en ziet de voorzitter aanleiding het verzoek van [verzoekster sub 1] inhoudelijk te behandelen.
4. [verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] wonen aan de [locatie 1] onderscheidenlijk [locatie 2] te Tzummarum. Zij richten zich tegen de toegekende bestemming "Agrarisch" met de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf - loon- en kraanbedrijf" en "specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf" voor het perceel aan de Kleasterwei 7 te Tzummarum. [verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] voeren aan dat geen onderbouwing ten grondslag ligt aan de toegekende bestemming met aanduidingen. Zij stellen stank- en geluidoverlast te ondervinden van de schapenhouderij en het loonbedrijf alsmede dat door de opslag van hooi en stro in een loods waar las- en slijpwerkzaamheden plaatsvinden sprake is van een onveilige situatie. Volgens hen zijn de gevolgen van het plan voor de onmiddellijke omgeving niet onderzocht en heeft geen belangenafweging plaatsgevonden.
4.1. Blijkens de verbeelding is aan het perceel aan de Kleasterwei 7 te Tzummarum de bestemming "Agrarisch" met de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf - loon- en kraanbedrijf" en "specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf" toegekend. Op dit plandeel is een bouwvlak weergegeven die de gronden achter de bestaande woning omvat.
4.2. Vast staat dat het plan in werking is getreden en dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Franekeradeel bij besluit van 10 maart 2014 een omgevingsvergunning voor het bouwen van een loods aan een reeds bestaand bedrijfsgebouw op het perceel aan de Kleasterwei 7 te Tzummarum en het gebruiken van dit perceel en de gebouwen ten behoeve van de opslag en stalling van materieel van een kraanbedrijf en het houden van schapen (uitbreiding bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de vergunde situatie) heeft verleend die is gebaseerd op dit plan. [verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Gelet hierop verzoeken zij om bij wijze van voorlopige voorziening het plan te schorsen, teneinde onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen.
4.3. Niet in geschil is dat op het perceel aan de Kleasterwei 7 te Tzummarum een schapenhouderij en loonbedrijf zijn gevestigd. De aan dit perceel toegekende bestemming en aanduidingen met daarbij behorende planregels leiden naar het voorlopig oordeel van de voorzitter tot een verruiming van de planologische mogelijkheden ten opzichte van het bestaande vergunde gebruik als loonbedrijf en schapenhouderij met ongeveer 300 schapen. Daartoe overweegt de voorzitter, onder verwijzing naar de op basis van dit plan bij besluit van 10 maart 2014 verleende omgevingsvergunning, dat in de planregels geen beperkingen zijn opgenomen ten aanzien van de omvang en situering van de schapenhouderij. De raad had gelet hierop de gevolgen van de verruiming van de planologische mogelijkheden voor [verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2] dienen mee te wegen. Voor zover de raad wijst naar de beoordeling in het kader van de bij besluit van 10 maart 2014 verleende omgevingsvergunning, heeft de raad naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet inzichtelijk gemaakt dat die beoordeling van de te verwachten gevolgen voor de onmiddellijke omgeving heeft plaatsgevonden op basis van de maximale mogelijkheden die het plan biedt. Gelet hierop acht de voorzitter niet uitgesloten dat in de bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de raad het bestreden besluit in zoverre heeft vastgesteld in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
4.4. Gelet op het voorgaande en gelet op de betrokken belangen ziet de voorzitter ter voorkoming van onomkeerbare gevolgen, aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
5. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Franekeradeel van 7 november 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2013", voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch" met de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf - loon- en kraanbedrijf" en "specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf" voor het perceel aan de Kleasterwei 7 te Tzummarum;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Franekeradeel tot vergoeding van bij [verzoekster sub 1] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 974,00 (zegge: negenhonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
veroordeelt de raad van de gemeente Franekeradeel tot vergoeding van bij [verzoeker sub 2] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 974,00 (zegge: negenhonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Franekeradeel aan verzoekers het door hen voor de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht ten bedrage van € 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) voor [verzoekster sub 1] en € 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) voor [verzoeker sub 2] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Lodeweges, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Lodeweges
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 juni 2014
625.