ECLI:NL:RVS:2014:2501
Raad van State
- Hoger beroep
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- B.P. Vermeulen
- C.M. Wissels
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking van documenten bij onderzoeksrapport Inspectie voor Gezondheidszorg
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die op 12 juli 2013 het beroep van [appellante] ongegrond verklaarde. Het hoger beroep is ingesteld tegen de afwijzing door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van het verzoek om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op een onderzoeksrapport van de Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ) van 21 november 2011. Dit rapport betreft het handelen van de Centrale Huisartenpost (CHP) en de Regionale ambulancedienst (RAV) ten aanzien van de echtgenoot van [appellante]. De minister heeft het verzoek afgewezen op basis van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), omdat het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen zou prevaleren boven het belang van openbaarmaking.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de minister terecht het verzoek om openbaarmaking heeft afgewezen, omdat het persoonlijke belang van [appellante] niet kan worden meegewogen in de belangenafweging die op grond van de Wob dient te worden gemaakt. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 26 mei 2014 ter zitting behandeld, waarbij de minister vertegenwoordigd was door mr. S. Sadradein en mr. I.L. de Graaf. De Afdeling heeft de argumenten van [appellante] en de minister gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank de afwijzing van het verzoek om openbaarmaking terecht heeft bevestigd. Het hoger beroep van [appellante] is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.