ECLI:NL:RVS:2014:2600
Raad van State
- Hoger beroep
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- B.P. Vermeulen
- C.M. Wissels
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake Wob-verzoek en vergoeding griffierecht
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 juli 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 19 april 2013. De rechtbank had het beroep van [appellant] tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het Openbaar Ministerie (OM) op zijn verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) niet-ontvankelijk verklaard. Het OM had op 13 december 2013 alsnog een besluit genomen op het Wob-verzoek, maar [appellant] stelde dat zijn belang in de procedure vooral lag in het verkrijgen van een vergoeding voor de gemaakte kosten.
Tijdens de zitting op 26 mei 2014 verklaarde [appellant] dat hij geen inhoudelijke beoordeling van het besluit van 13 december 2013 meer wenste, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De Afdeling oordeelde dat [appellant] reeds had bereikt wat hij met het hoger beroep beoogde, namelijk de toekenning van een dwangsombesluit van € 1.260,00 door het OM. De Afdeling besloot dat het OM het door [appellant] betaalde griffierecht van € 239,00 moest vergoeden, aangezien [appellant] door toedoen van het OM geen belang meer had bij de beoordeling van zijn hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de procedurele aspecten van het bestuursrecht, met name de niet-ontvankelijkheid van hoger beroep en de mogelijkheid tot vergoeding van griffierechten. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op de Wet openbaarheid van bestuur en de rol van het Openbaar Ministerie in dergelijke procedures.