ECLI:NL:RVS:2014:2807

Raad van State

Datum uitspraak
15 juli 2014
Publicatiedatum
23 juli 2014
Zaaknummer
201402853/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Recreatiepark Landgoed ’t Wildryck

Op 15 juli 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van het bestemmingsplan "Recreatiepark Landgoed ’t Wildryck". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Westerveld op 4 maart 2014, voorziet in de bouw van 80 nieuwe recreatiewoningen, waarvan 38 op een bestaand bosperceel. Tegen dit besluit hebben verschillende verzoekers, waaronder bewoners van de omliggende gemeenten, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 7 juli 2014, waar de verzoekers, bijgestaan door hun advocaat, en de vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig waren. Ook was de besloten vennootschap Landgoed ’t Wildrijck B.V. vertegenwoordigd. Tijdens de zitting heeft Landgoed ’t Wildrijck B.V. toegezegd dat er geen aanvragen om omgevingsvergunningen zullen worden ingediend en er geen feitelijke werkzaamheden zullen worden verricht totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op de beroepen tegen het bestemmingsplan.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Gezien de toezegging van Landgoed ’t Wildrijck B.V. ontbrak het spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzitter besloten de verzoeken om voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

201402853/2/R4.
Datum uitspraak: 15 juli 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [verzoeker sub 1A], wonend te Norg, gemeente Noordenveld, en [verzoeker sub 1B], wonend te Putten,
2. [verzoekers sub 2], beiden wonend te Odijk, gemeente Bunnik,
3. [verzoeker sub 3], wonend te Voorschoten, en anderen,
4. [verzoekers sub 4], beiden wonend te Kortenhoef, gemeente Wijdemeren, (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker sub 4]),
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Westerveld,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 4 maart 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Recreatiepark Landgoed ’t Wildryck" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers sub 1], [verzoekers sub 2], [verzoeker sub 4] en [verzoeker sub 3] en anderen beroep ingesteld.
Zij hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 7 juli 2014, waar [verzoekers sub 2], van wie [verzoeker sub 2] in persoon, bijgestaan door mr. P.R. Botman, advocaat te Tilburg, [verzoeker sub 3] en anderen, van wie [drie personen] in persoon, [verzoekers sub 4], en de raad, vertegenwoordigd door J. Kamping, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Landgoed ’t Wildrijck B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde] en [bestuurder] gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plangebied voorziet in de bouw van 80 nieuwe recreatiewoningen, waarvan 38 op een bestaand bosperceel.
3. Ter zitting is namens Landgoed ’t Wildrijck B.V. toegezegd dat door haar en haar eventuele rechtsopvolgers ten behoeve van de realisatie van de nieuwe 80 recreatiewoningen geen aanvragen om omgevingsvergunningen zullen worden gedaan en geen feitelijke werkzaamheden zullen worden verricht totdat de Afdeling uitspraak zal hebben gedaan op de beroepen tegen het besluit van 4 maart 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatiepark Landgoed ’t Wildryck". Gelet hierop ontbreekt het spoedeisend belang voor het vaststellen van een voorlopige voorziening.
4. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A. Bijleveld, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Bijleveld
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2014
433.