ECLI:NL:RVS:2014:2932

Raad van State

Datum uitspraak
6 augustus 2014
Publicatiedatum
6 augustus 2014
Zaaknummer
201309223/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering ontheffing en lichte bouwvergunning voor vergroting bijgebouw te Zandvoort

Op 6 augustus 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellante] en andere tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 22 augustus 2013. De zaak betreft de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort om aan [appellante] ontheffing en een lichte bouwvergunning te verlenen voor het gedeeltelijk vergroten van een bestaand bijgebouw op het perceel [locatie] te Zandvoort. Het college had eerder op 23 maart 2010 deze vergunning geweigerd en het bezwaar van [appellante] en andere op 7 december 2010 ongegrond verklaard.

De rechtbank had het beroep van [appellante] en andere ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden. Tijdens de zitting op 7 mei 2014, waar zowel [appellante] als het college vertegenwoordigd waren, werd de zaak behandeld. [belanghebbende] was ook aanwezig en had een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig behandeld met andere hoger beroepen.

De Afdeling oordeelde dat [appellante] en andere geen belang meer hadden bij een inhoudelijke beoordeling van hun hoger beroep, omdat het hoger beroep van [belanghebbende] in een andere zaak ongegrond was verklaard. Hierdoor werd het hoger beroep van [appellante] en andere niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, ambtenaar van staat. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2014.

Uitspraak

201309223/1/A1.
Datum uitspraak: 6 augustus 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante] en andere, alle gevestigd te Zandvoort,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 22 augustus 2013 in zaak nr. 11/229 in het geding tussen:
[appellante] en andere
en
het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort.
Procesverloop
Bij besluit van 23 maart 2010 heeft het college geweigerd aan [appellante] ontheffing en lichte bouwvergunning te verlenen voor het gedeeltelijk vergroten van een bestaand bijgebouw op het perceel [locatie] te Zandvoort (hierna: het perceel).
Bij besluit van 7 december 2010 heeft het college het door [appellante] en andere daartegen gemaakte bezwaar, onder aanpassing van de motivering, ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 augustus 2013 heeft de rechtbank het door [appellante] en andere daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellante] en andere hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[belanghebbende] heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[belanghebbende] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting, gelijktijdig met het hoger beroep in de zaken nrs. 201309126/1/A1 en 201309129/1/A1, behandeld op 7 mei 2014, waar [appellante] en andere, vertegenwoordigd door R. de Biase en het college, vertegenwoordigd door J.A. Sandbergen en J. Pach, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Tevens is daar [belanghebbende], bijgestaan door [gemachtigde], gehoord.
Overweging
1. Ter zitting hebben [appellante] en andere gesteld dat zij geen belang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun hoger beroep in het geval dat de Afdeling het hoger beroep van [belanghebbende] in zaak nr. 201309129/1/A1 tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 21 augustus 2013 in zaak nr. 12/5833 ongegrond verklaart.
2. De Afdeling heeft bij uitspraak van heden het hoger beroep van [belanghebbende] in zaak nr. 201309129/1/A1 ongegrond verklaard, zodat [appellante] en andere geen belang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun hoger beroep.
3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Graaff-Haasnoot
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2014
531-757.