ECLI:NL:RVS:2014:2970
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Y.E.M.A. Timmerman-Buck
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen handhavingsbesluit
In deze zaak gaat het om een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, waarbij op 21 oktober 2013 spoedeisende bestuursdwang is toegepast wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen. Het college heeft op 24 oktober 2013 een besluit genomen waarin is vermeld dat een gedeelte van de kosten van de bestuursdwang, ter hoogte van € 126,00, voor rekening van de appellant komt. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 23 januari 2014 ongegrond verklaard. Hierop heeft de appellant beroep ingesteld.
Vervolgens heeft het college op 25 juni 2014 de eerdere besluiten van 24 oktober 2013 en 23 januari 2014 ingetrokken, waarbij het college heeft erkend dat het ten onrechte handhavend heeft opgetreden jegens de appellant. De zaak is ter zitting behandeld op 18 juli 2014, waar het college vertegenwoordigd was door W.R. Liefden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geconcludeerd dat de appellant geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien het college zijn besluiten heeft ingetrokken. Hierdoor is het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard.
De Afdeling heeft tevens bepaald dat het college het door de appellant betaalde griffierecht van € 45,00 dient te vergoeden, aangezien het college met het intrekken van de besluiten aan het beroep van de appellant tegemoet is gekomen. De uitspraak is gedaan door mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2014.