ECLI:NL:RVS:2014:2970

Raad van State

Datum uitspraak
6 augustus 2014
Publicatiedatum
6 augustus 2014
Zaaknummer
201401492/1/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Y.E.M.A. Timmerman-Buck
  • M.J. van der Zijpp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursdwang en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen handhavingsbesluit

In deze zaak gaat het om een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, waarbij op 21 oktober 2013 spoedeisende bestuursdwang is toegepast wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen. Het college heeft op 24 oktober 2013 een besluit genomen waarin is vermeld dat een gedeelte van de kosten van de bestuursdwang, ter hoogte van € 126,00, voor rekening van de appellant komt. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 23 januari 2014 ongegrond verklaard. Hierop heeft de appellant beroep ingesteld.

Vervolgens heeft het college op 25 juni 2014 de eerdere besluiten van 24 oktober 2013 en 23 januari 2014 ingetrokken, waarbij het college heeft erkend dat het ten onrechte handhavend heeft opgetreden jegens de appellant. De zaak is ter zitting behandeld op 18 juli 2014, waar het college vertegenwoordigd was door W.R. Liefden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geconcludeerd dat de appellant geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien het college zijn besluiten heeft ingetrokken. Hierdoor is het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard.

De Afdeling heeft tevens bepaald dat het college het door de appellant betaalde griffierecht van € 45,00 dient te vergoeden, aangezien het college met het intrekken van de besluiten aan het beroep van de appellant tegemoet is gekomen. De uitspraak is gedaan door mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2014.

Uitspraak

201401492/1/A4.
Datum uitspraak: 6 augustus 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Den Haag,
en
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 oktober 2013 heeft het college zijn beslissing om op 21 oktober 2013, wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen spoedeisende bestuursdwang toe te passen, bestaande uit het verwijderen van een verkeerd aangeboden huisvuilzak, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang (€ 126,00) voor rekening van [appellant] komt.
Bij besluit van 23 januari 2014 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
Bij besluit van 25 juni 2014 heeft het college de besluiten van 24 oktober 2013 en 23 januari 2014 ingetrokken.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 juli 2014, waar het college, vertegenwoordigd door W.R. Liefden, is verschenen.
Overwegingen
1. Bij het besluit van 25 juni 2014 heeft het college het handhavingsbesluit van 24 oktober 2013 en het besluit op bezwaar van 23 januari 2014 ingetrokken. Daarbij heeft het college zich op het standpunt gesteld dat het ten onrechte handhavend is opgetreden jegens [appellant]. Gelet op dat besluit, heeft [appellant] geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
3. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken. Aangezien het college met het besluit van 25 juni 2014 aan het beroep is tegemoetgekomen, ziet de Afdeling aanleiding het college te gelasten het door [appellant] betaalde griffierecht te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
II. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 45,00 (zegge: vijfenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat.
w.g. Timmerman-Buck w.g. Van der Zijpp
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2014
262-687.