201400798/1/A2.
Datum uitspraak: 13 augustus 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 8 januari 2014 in zaak nr. 13/2296 in het geding tussen:
[appellant]
en
de Belastingdienst/Toeslagen.
Procesverloop
Bij onderscheiden besluiten van 26 augustus 2011 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huur- en zorgtoeslag over het berekeningsjaar 2008 definitief op nihil vastgesteld en van [appellant] gevorderd respectievelijk € 2.297,00 en € 553,00 terug te betalen.
Bij besluit van 31 januari 2013 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 8 januari 2014 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De Belastingdienst/Toeslagen heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 juli 2014, waar de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door drs. E.J.E. Groothuis, werkzaam bij deze dienst, is verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 3:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht geschiedt de bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager.
2. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de Belastingdienst/Toeslagen het tegen de onderscheiden besluiten van 26 augustus 2011 gemaakte bezwaar - wegens overschrijding van de daarvoor geldende termijn - terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens [appellant] is de rechtbank er ten onrechte vanuit gegaan dat hij het adres [locatie 1], B-3630 in Maasmechelen (België), zelf aan de Belastingdienst/Toeslagen heeft doorgegeven en de dienst de onderscheiden besluiten van 26 augustus 2011 derhalve terecht naar dit adres heeft verstuurd. [appellant] merkt daarbij op dat hij er geen enkel belang bij heeft om een onjuist adres op te geven.
3. De Belastingdienst/Toeslagen heeft in het verweerschrift toegelicht dat bij de bekendmaking van besluiten gebruik wordt gemaakt van de adresgegevens, zoals deze zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie (thans en hierna: de basisregistratie personen). Indien in de basisregistratie personen geen adres is vermeld, kan de belanghebbende aan de Belastingdienst/Toeslagen een zogenoemd feitelijk adres doorgeven. Totdat een nieuw adres in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt dit feitelijk adres gebruikt.
Volgens de Belastingdienst/Toeslagen heeft [appellant] zich op 22 september 2008 laten uitschrijven op zijn laatst bekende adres en heeft hij zich nimmer op zijn adres in Italië, waar hij thans woonachtig is, laten inschrijven. Op 1 juli 2008 is volgens de Belastingdienst/Toeslagen het feitelijk adres [locatie 1], B-3630 Maasmechelen (België), bij hem bekend geworden. Hoewel dit een niet bestaande laan betreft, is er wel een Majoor Berbenlaan, B-3630 in Maasmechelen. "Babanlaan" in plaats van "Berbenlaan" moet als een kennelijke verschrijving worden beschouwd, aldus de Belastingdienst/Toeslagen. Ten slotte heeft de Belastingdienst/Toeslagen opgemerkt dat [appellant] er zelf verantwoordelijk voor is om ervoor te zorgen dat de dienst over het correcte adres beschikt.
4. Uit het zich in het dossier bevindende uittreksel uit de basisregistratie personen van de gemeente Sittard-Geleen van 26 maart 2013 blijkt dat [appellant] vanaf 1 januari 2001 tot 22 september 2008 ingeschreven heeft gestaan op het adres [locatie 2], 6136 GD Sittard. Deze inschrijving is per 22 september 2008 opgeschort wegens emigratie naar een onbekende bestemming. Gelet hierop kon de Belastingdienst/Toeslagen bij de verzending van de onderscheiden besluiten van 26 augustus 2011 niet afgaan op een in de basisregistratie personen vermeld adres van [appellant]. De enkele stelling van [appellant] dat het door de Belastingdienst/Toeslagen gebruikte adres niet door hemzelf is opgegeven en hij daar nooit heeft gewoond, geeft geen aanleiding voor het oordeel dat de dienst geen gebruik heeft mogen maken van dat hem op 1 juli 2008 bekend geworden adres. Voor zover er vanuit moet worden gegaan dat [appellant] op dat moment reeds in Italië woonde, had het op zijn weg gelegen om de Belastingdienst/Toeslagen tijdig van deze adreswijziging op de hoogte te stellen, zodat de Belastingdienst/Toeslagen voormelde besluiten naar dat woonadres in Italië had kunnen verzenden. [appellant] heeft echter nagelaten een adreswijziging aan de Belastingdienst/Toeslagen door te geven. Dat een als zodanig aangeschreven "Babanlaan" niet bestaat, is niet relevant, omdat dit, zoals de Belastingdienst/Toeslagen terecht aanvoert, als een kennelijke verschrijving moet worden beschouwd en er vanuit moet worden gegaan dat de onderscheiden besluiten van 26 augustus 2011 naar de [locatie 1], B-3630 in Maasmechelen (België) zijn verzonden, nu ook niet is gebleken dat deze als onbestelbaar retour zijn ontvangen.
Nu [appellant] buiten de termijn van zes weken tegen de onderscheiden besluiten van 26 augustus 2011 bezwaar heeft gemaakt en in hoger beroep onbestreden is dat deze overschrijding niet verschoonbaar is, heeft de rechtbank terecht overwogen dat de Belastingdienst/Toeslagen dit bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. de Heer, griffier.
w.g. Bijloos w.g. De Heer
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 augustus 2014
636.