ECLI:NL:RVS:2014:3045

Raad van State

Datum uitspraak
8 augustus 2014
Publicatiedatum
13 augustus 2014
Zaaknummer
201404084/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • W.S. van Helvoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Brede School Hoeven

Op 8 augustus 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Hoeven, en de raad van de gemeente Halderberge. Het verzoek volgde op het besluit van de raad van 13 maart 2014, waarbij het bestemmingsplan "Brede School Hoeven" werd vastgesteld. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 28 juli 2014, waar de verzoeker en de raad, vertegenwoordigd door mr. R. Timmermans, ing. R.J.M. Pellegrom en ing. A.J.M. Hoogers, aanwezig waren. De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een brede school achter de woning van de verzoeker, op een perceel dat eigendom is van de gemeente.

De raad heeft ter zitting verklaard dat er in afwachting van de uitspraak in de bodemprocedure geen omgevingsvergunning voor de bouw van de school zal worden aangevraagd. De voorzitter concludeert dat er geen spoedeisend belang is voor het verzoek, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. De voorzitter wijst de verzoeker erop dat hij een nieuw verzoek kan indienen als er, ondanks de toezegging van de raad, een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voordat de beroepen zijn beslist.

Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De voorzitter, mr. J.C. Kranenburg, heeft de beslissing in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, ambtenaar van staat, vastgesteld en uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2014.

Uitspraak

201404084/2/R3.
Datum uitspraak: 8 augustus 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Hoeven, gemeente Halderberge,
en
de raad van de gemeente Halderberge,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 maart 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Brede School Hoeven" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 juli 2014, waar [verzoeker] en de raad, vertegenwoordigd door mr. R. Timmermans, ing. R.J.M. Pellegrom en ing. A.J.M. Hoogers, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de bouw van een brede school achter de woning van [verzoeker]. De gemeente is eigenaar van het perceel waarop de school is voorzien.
3. Ter zitting heeft de raad verklaard dat in afwachting van de uitspraak in de bodemprocedure geen omgevingsvergunning voor het bouwen van de school zal worden aangevraagd. Gelet hierop ziet de voorzitter geen grond voor het oordeel dat met het verzoek een spoedeisend belang is gemoeid, zodat het verzoek dient te worden afgewezen.
De voorzitter wijst erop dat [verzoeker] een nieuw verzoek om voorlopige voorziening kan indienen in het geval dat, ondanks de toezegging van de raad, een omgevingsvergunning zou worden aangevraagd voordat op de ingestelde beroepen is beslist.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Van Helvoort
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2014
361.