ECLI:NL:RVS:2014:320
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.C.M.A. Michiels
- A.H. Schoppers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanwijzing locatie ondergrondse afvalcontainers in Amsterdam
In deze zaak heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid op 5 maart 2013 besloten om de Vossiusstraat ter hoogte van nr. 53 B-K in Amsterdam aan te wijzen als locatie voor twee ondergrondse afvalcontainers voor huishoudelijk restafval. Dit besluit is door [appellante] aangevochten, omdat zij geen zienswijze had ingediend over het ontwerpbesluit. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 19 december 2013, waarbij zowel [appellante] als het dagelijks bestuur vertegenwoordigd waren.
De Afdeling overweegt dat volgens artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan verplicht is om kennis te geven van het ontwerpbesluit. Het dagelijks bestuur heeft dit gedaan via de stadsdeelkrant van 18 oktober 2012, en was niet verplicht om een bewonersbrief te sturen. [appellante] heeft aangevoerd dat zij de bewonersbrief niet heeft ontvangen, maar de Afdeling oordeelt dat dit geen grond biedt voor het oordeel dat haar geen verwijt kan worden gemaakt voor het niet indienen van een zienswijze.
De Afdeling merkt op dat het dagelijks bestuur heeft toegezegd te onderzoeken hoe kan worden bewerkstelligd dat er niet meer in het gedeelte van de Vossiusstraat waar [appellante] woont, wordt geladen en gelost. Uiteindelijk heeft de Afdeling het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen zienswijze had ingediend en er geen bijzondere omstandigheden waren die dit zouden rechtvaardigen.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is op 5 februari 2014 openbaar uitgesproken, waarbij ook is vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.