ECLI:NL:RVS:2014:3395

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2014
Publicatiedatum
17 september 2014
Zaaknummer
201307714/3/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Gildenwijk en de bestemming Horeca op Schimmelpennincklaan 33

Op 17 september 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, wonend te Gorinchem, en de raad van de gemeente Gorinchem. Het geschil betreft het bestemmingsplan 'Gildenwijk', dat op 27 juni 2013 door de raad is vastgesteld. De appellant heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij van mening is dat de bestemming 'Horeca' op het perceel Schimmelpennincklaan 33 niet deugdelijk is gemotiveerd. De Afdeling heeft de zaak behandeld op 9 januari 2014, waarbij de raad vertegenwoordigd was door R. Osenga en A. Bil. In een tussenuitspraak van 26 februari 2014 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken de gebreken in het besluit te herstellen. De termijn is later verlengd tot 27 juni 2014. Op deze laatste datum heeft de raad een nieuw besluit genomen, waarbij de bestemming 'Horeca-Hotel' alleen aan het pand is toegekend en niet meer aan het gehele perceel. De Afdeling heeft overwogen dat het beroep van de appellant tegen het besluit van 27 juni 2013 gegrond is, omdat de motivering voor de horecabestemming niet voldoet aan de eisen. Het beroep van rechtswege tegen het nieuwe besluit van 26 juni 2014 is ongegrond verklaard, omdat de appellant geen zienswijze heeft ingediend.

Uitspraak

201307714/3/R4.
Datum uitspraak: 17 september 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Gorinchem,
en
de raad van de gemeente Gorinchem,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Gildenwijk" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 januari 2014, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door R. Osenga en A. Bil, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 26 februari 2014, in zaak nr. 201307714/1/R4 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 27 juni 2013 te herstellen. De tussenuitspraak is aangehecht.
Bij beschikking van 4 juni 2014 heeft de Afdeling de termijn verlengd tot 27 juni 2014.
Bij besluit van 26 juni 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Gildenwijk, partiële herziening Schimmelpennincklaan 33" vastgesteld.
[appellant] is in de gelegenheid gesteld een zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren te brengen. Hij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in overweging 4.3 van de tussenuitspraak overwogen dat het besluit, voor zover dat ziet op het plandeel met de bestemming "Horeca" op het perceel Schimmelpennincklaan 33 niet berust op een deugdelijke motivering. Dit omdat, anders dan de raad had gesteld, niet aan de door hem gehanteerde richtafstand van 10 meter tussen de horecabestemming en de meest nabije woning werd voldaan, terwijl de raad ook niet aannemelijk had gemaakt dat, ondanks het niet voldoen aan deze afstand, de gevolgen die de bestemming "Horeca" heeft voor het woon- en leefklimaat ter plaatse van de omliggende woningen, aanvaardbaar zijn. De Afdeling heeft de raad opgedragen het gebrek te herstellen door hetzij met inachtneming van hetgeen in 4.3 is overwogen alsnog toereikend te motiveren dat de bestreden horecabestemming niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse van omliggende woningen, dan wel het bestreden besluit zonder dat daarbij toepassing hoeft te worden gegeven aan afdeling 3.4 van de Awb te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling.
2. Met het besluit van 26 juni 2014 heeft de raad een nieuw plan vastgesteld voor het perceel Schimmelpennincklaan 33. In dit nieuwe plan is de bestemming "Horeca-Hotel" alleen toegekend aan het pand, en niet meer aan het gehele perceel. Tevens is ingevolge de planregels thans alleen nog gebruik als hotelkamer toegestaan, en geen andere horeca-activiteiten. Nu dit besluit in zoverre is genomen ter vervanging van het bestreden besluit heeft het beroep van [appellant], gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), van rechtswege mede betrekking op het besluit van 26 juni 2014.
3. Gelet op hetgeen is overwogen in de tussenuitspraak is het beroep tegen het besluit van 27 juni 2014 gegrond.
4. [appellant] heeft naar aanleiding van het besluit van 26 juni 2014 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant] geen bezwaren heeft tegen dat besluit. Het van rechtswege ontstane beroep van [appellant] is ongegrond.
5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellant] tegen het besluit van 27 juni 2013 gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Gorinchem van 27 juni 2013 voor zover dit betrekking heeft op het plandeel met de bestemming "Horeca" ter plaatse van het perceel Schimmelpennincklaan 33;
III. verklaart het beroep van rechtswege tegen het besluit van 26 juni 2014 ongegrond;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Gorinchem aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Postma, griffier.
w.g. van der Wiel w.g. Postma
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2014
539.