ECLI:NL:RVS:2014:345
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.C. van Sloten
- Z. Huszar
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit hogere waarden Wet geluidhinder voor woningen in Lonneker
Op 5 februari 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellante, wonend te Enschede, en het college van burgemeester en wethouders van Enschede. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van 14 mei 2013, waarbij het college hogere waarden heeft vastgesteld op basis van artikel 110a van de Wet geluidhinder (Wgh) voor de Gronausestraat en Oostweg, ten behoeve van 19 voorziene woningen in de gemeente Lonneker. De appellante betoogde dat de raad ten onrechte de bestemming 'Wonen' aan de gronden ten oosten van haar perceel had toegekend, in strijd met een toezegging van het gemeentebestuur. De Afdeling oordeelde dat deze beroepsgrond niet gericht was tegen het besluit tot vaststelling van hogere waarden, maar tegen het bestemmingsplan zelf, en derhalve buiten beschouwing moest worden gelaten.
Daarnaast voerde de appellante aan dat het college zijn bevoegdheid tot het vaststellen van hogere waarden had misbruikt, omdat deze bevoegdheid volgens haar niet bedoeld was voor winstoptimalisatie. De Afdeling overwoog dat het college, op basis van artikel 110a, eerste lid, van de Wgh, bevoegd is om hogere waarden vast te stellen voor geluidsbelasting op woningen. De appellante kon echter geen feiten of omstandigheden aanvoeren die zouden wijzen op misbruik van deze bevoegdheid. De enkele omstandigheid dat het college financieel belang had bij de ontwikkeling van de woningen was onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van misbruik.
Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Z. Huszar, ambtenaar van staat.