201310270/1/R1.
Datum uitspraak: 15 oktober 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te IJhorst, gemeente Staphorst,
en
de raad van de gemeente Staphorst,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 september 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Partiële herziening Buitengebied, Rood voor Rood Halfweg" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 september 2014, waar [appellanten], en de raad, vertegenwoordigd door E. Saathof, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting [belanghebbenden] als partij gehoord.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in de realisering van een woning op het perceel aan de Heerenweg in de buurtschap Halfweg met toepassing van de gemeentelijke Rood-voor-Rood-regeling.
3. [appellanten] betogen dat woningbouw op het perceel niet is toegestaan. Hiertoe voeren zij aan dat de Afdeling rechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling rechtspraak) op 9 maart 1989 uitspraak heeft gedaan over het voornemen van [appellant B] tot de bouw van een woning in Halfweg en toen heeft geoordeeld dat in Halfweg geen nieuwe woningen mogen worden gebouwd.
[appellanten] betogen verder dat de Rood-voor-Rood-regeling niet juist is toegepast. Hiertoe voeren zij aan dat de compensatiewoning ten onrechte niet wordt gerealiseerd op de locatie van de te slopen opstallen. Voorts voeren zij aan dat een deel van de te slopen bebouwing aan de Veldhuisweg reeds jaren geleden is gesloopt en dat de tweede slooplocatie aan de Langsweg 31 niet in de gemeente Staphorst is gelegen. [appellanten] betogen verder dat een woning op de onderhavige locatie niet passend is. Hiertoe voeren zij aan dat het plan voorziet in een woning tegenover reeds bestaande woningen terwijl kenmerkend voor Halfweg is dat nergens woningen tegenover elkaar zijn gelegen.
[appellanten] betogen tot slot dat bij hen het vertrouwen is gewekt dat in Halfweg geen nieuwe woningen zouden worden gebouwd. Hiertoe voeren zij aan dat de desbetreffende wethouder van Staphorst tijdens een inloopbijeenkomst heeft medegedeeld dat Halfweg wat betreft de woningbouw op slot zit.
3.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de door [appellanten] aangehaalde uitspraak zeer gedateerd is en is gebaseerd op beleid dat niet langer van toepassing is.
De raad stelt zich verder op het standpunt dat agrarische bedrijfsbebouwing bij toepassing van de Rood-voor-Rood-regeling in beginsel pas mag worden gesloopt nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. De schuren aan de Veldhuisweg zijn echter wegens gezondheids- en veiligheidsredenen in de loop van de procedure reeds gesloopt. De raad stelt zich voorts op het standpunt dat ingevolge de Rood-voor-Rood-regeling uitgangspunt is dat de compensatiewoning wordt gerealiseerd op dezelfde plek als de te slopen schuren, tenzij hiertegen ruimtelijke bezwaren bestaan. In dit geval kan volgens de raad de compensatiewoning niet worden gerealiseerd op de slooplocatie aan de Veldhuisweg, omdat over het erf van de huidige eigenaar van het perceel geen ontsluiting kan worden gerealiseerd. Voorts is een woning op deze locatie onwenselijk omdat het perceel is gelegen in een kwetsbaar natuurgebied, namelijk op de rand van de Ecologische Hoofstructuur. Ten slotte heeft de ervenconsulent van het Oversticht aangegeven dat een nieuwe woning op de locatie aan de Veldhuisweg niets toevoegt aan de ruimtelijke kwaliteit.
De raad stelt zich verder op het standpunt dat hij een woning op de voorziene locatie aan de Heerenweg passend acht. Hiertoe voert hij aan dat de ervenconsulent heeft geconcludeerd dat een woning op de voorziene locatie bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit. Voorts voert hij aan dat de woning landschappelijk zal worden ingepast door middel van het erfinrichtingsplan dat als bijlage bij de regels deel uitmaakt van het bestemmingsplan.
Wat betreft de opmerking van de wethouder stelt de raad zich op het standpunt dat is bedoeld dat in Halfweg geen woningbouw via het reguliere woonbeleid wordt toegestaan. Incidenteel, zoals in het onderhavige geval, wordt in het kader van de Rood-voor-Rood-regeling woningbouw in het buitengebied toegestaan.
3.2. Op het perceel is aan een deel van de gronden de bestemming "Wonen-1" toegekend. Het overige deel heeft de bestemming "Agrarisch". Binnen de woonbestemming zijn twee bouwvlakken opgenomen ten behoeve van een woning en een bijgebouw. Voorts is de aanduiding "specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting" toegekend.
Ingevolge artikel 4, lid 4.5.3, onder a, van de planregels wordt tot een met de bestemming strijdig gebruik in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' overeenkomstig de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen ter plaatse van de bouwlocatie, conform het in Bijlage 2 opgenomen Erfinrichtingsplan teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
3.3. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van ‘rood voor rood’ is vastgelegd in de beleidsnotitie "Toepassing uitvoeringskader Rood voor Rood met gesloten beurs in de gemeente Staphorst", vastgesteld door de raad op 28 november 2006. Hoofddoel van dit beleid is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijke gebied door de sloop van landschapsontsierende agrarische bedrijfsgebouwen en door overige verbeteringen van de ruimtelijke kwaliteit. In de beleidsnotitie staat dat een intergemeentelijke benadering handzaam kan zijn, onder andere in zich voordoende gevallen waarbij sloop in de ene gemeente en uitgifte van een bouwkavel voor een woning in een andere gemeente plaatsvindt. In de beleidsnotitie staat verder dat de bouwkavel voor een woning zowel ter plekke als elders kan worden gesitueerd. De situering van een bouwkavel voor een woning elders dient te worden geconcentreerd in of aansluitend aan een kern of buurtschap, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij bestaande en eventueel aangewezen bebouwing. In de beleidsnotitie staat voorts dat de regeling niet geldt wanneer voor dezelfde gebouwen al eerder een beroep is gedaan op een vergelijkbaar instrument. Eerder gesloopte bebouwing komt niet alsnog in aanmerking voor compensatie.
3.4. In de plantoelichting staat dat het agrarisch bedrijf op de slooplocatie aan de Veldhuisweg reeds in het verleden is beëindigd. De agrarische bebouwing was al geruime tijd niet meer in gebruik. Doordat er niet meer werd geïnvesteerd in het onderhoud van de gebouwen is een deel van de stal enkele jaren geleden ingestort. Op last van de gemeente is de bebouwing toen gesloopt en sloopafval afgevoerd. Overeengekomen is dat de vierkante meters die destijds zijn gesloopt wel mogen worden meegerekend in het kader van Rood voor Rood. De oppervlakte van de gesloopte stal en schuren was gezamenlijk 752 m². Omdat op deze locatie niet wordt voldaan aan de sloopnorm van 850 m², is het perceel aan de Langsweg 31 in de gemeente Dalfsen bij het voornemen betrokken.
3.5. Door de ervenconsulent van het Oversticht is in opdracht van de raad advies gegeven over de sloop van de opstallen en de locatie van de nieuw te bouwen woning. Het advies is neergelegd in het rapport "Veldhuisweg 2a en Halfweg, Staphorst" van 10 november 2009. In het rapport wordt geconcludeerd dat een nieuwe woning op de Veldhuisweg niets toevoegt aan de ruimtelijke kwaliteit van het erf. Landschappelijke kwaliteit ontstaat door de sloop van de ontsierende stallen, de verwijdering van niet streekeigen plantmateriaal en het herstel van de erfstructuur. Ten aanzien van de locatie op de Heerenweg als compensatielocatie wordt geconcludeerd dat een nieuwe bouwlocatie in de kern bijdraagt aan het ontwikkelen van ruimtelijke kwaliteit, mits met respect voor de waarden van de naastgelegen boerderij, de melkfabriek en de locatie in de kern.
3.6. Het onderhavige perceel is gelegen aan de overzijde van de reeds bestaande woningen aan de Heerenweg. De noordzijde van het perceel grenst aan bestaande bebouwing aan de Gemeenteweg.
3.7. De Afdeling overweegt dat de raad een bestemmingsplan dient te toetsen aan het beleid zoals dat geldt ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan. Het in de aangehaalde uitspraak van de Afdeling rechtspraak ter sprake komende streekplan gold niet langer ten tijde van de vaststelling van het onderhavige plan, zodat de raad het plan terecht niet aan dit beleid heeft getoetst. Het betoog faalt in zoverre.
3.8. Anders dan [appellanten] betogen, staat voorts de gemeentelijke Rood-voor-Rood-regeling er niet aan in de weg dat in verschillende gemeenten bebouwing wordt gesloopt ten behoeve van de realisering van een compensatiewoning. Evenmin staat de Rood-voor-Rood-regeling er aan in de weg dat een compensatiewoning wordt gerealiseerd op een andere locatie dan de slooplocatie. De omstandigheid dat de bebouwing op de slooplocatie aan de Veldhuisweg reeds een aantal jaren geleden is gesloopt, leidt er in dit geval evenmin toe dat de Rood-voor-Rood-regeling niet kan worden toegepast. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de raad ter zitting heeft toegelicht dat de bebouwing is gesloopt nadat door de initiatiefnemer een principeverzoek voor toepassing van de Rood-voor-Rood-regeling was ingediend. Ten tijde van het indienen van het principeverzoek bestond reeds het voornemen om de desbetreffende bebouwing bij de voorliggende ontwikkeling te betrekken. Dit is door [appellanten] niet bestreden. Voorts wordt in aanmerking genomen dat de bebouwing is gesloopt met het oog op gezondheids- en veiligheidsredenen en niet eerder bij een met de Rood-voor-Rood-regeling vergelijkbare procedure is betrokken. Het betoog faalt in zoverre.
3.9. De raad heeft zich voorts in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat een woning op het perceel aan de Veldhuisweg planologisch moeilijk is in te passen mede in verband met de ligging nabij een kwetsbaar natuurgebied. De raad heeft verder belang mogen hechten aan het rapport van de ervenconsulent waarin wordt geconcludeerd dat een woning op de locatie aan de Veldhuisweg niets toevoegt aan de ruimtelijke kwaliteit. [appellanten] hebben het standpunt van de raad dat de woning daar moeilijk inpasbaar is niet bestreden. Evenmin hebben zij de conclusies in het rapport van de ervenconsulent bestreden. Er bestaat gelet daarop geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat realisering van de voorziene woning op de locatie aan de Veldhuisweg onwenselijk is. Het betoog faalt in zoverre.
3.10. De raad heeft zich verder in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat een woning op de voorziene locatie aan de Heerenweg passend is. Hierbij heeft de raad in aanmerking mogen nemen dat de woning in overeenstemming met de Rood-voor-Rood-regeling wordt gerealiseerd in aansluiting op bestaande bebouwing en voorts dat in het rapport van de ervenconsulent wordt geconcludeerd dat een woning op de onderhavige locatie kan bijdragen aan de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. De raad heeft voorts in aanmerking mogen nemen dat de landschappelijke inpassing van de woning is gewaarborgd, nu in verband met het gebruik van de woning de voorwaardelijk verplichting is opgelegd dat landschapsmaatregelen conform het erfinrichtingsplan worden genomen. Voor zover [appellanten] betogen dat de voorziene woning niet passend is omdat hij aan de overzijde van bestaande woningen zal komen te liggen, overweegt de Afdeling dat de raad aan de omstandigheid dat in Halfweg nergens woningen tegen over elkaar zijn gelegen geen zodanig belang heeft hoeven hechten dat woningbouw op de voorziene locatie niet onder omstandigheden zou mogen worden toegestaan. Het betoog faalt in zoverre.
3.11. Ten aanzien van het betoog van [appellanten] dat het vertrouwensbeginsel is geschonden, overweegt de Afdeling dat [appellanten] niet aannemelijk hebben gemaakt dat door of namens de raad verwachtingen zijn gewekt dat in Halfweg onder geen enkele omstandigheid woningbouw zal worden gerealiseerd. De raad heeft het plan op dit punt derhalve niet in strijd met het vertrouwensbeginsel vastgesteld. Het betoog faalt in zoverre.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, griffier.
w.g. Van der Wiel w.g. Zwemstra
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2014
91-821.