ECLI:NL:RVS:2014:3828
Raad van State
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om kennis te nemen van hoger beroep
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellante] tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had op 17 februari 2014 het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk verklaard en op 24 maart 2014 het verzet van [appellante] ongegrond verklaard. Tegen deze laatste uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft een verweerschrift ingediend, en [appellante] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is behandeld op 10 oktober 2014, waarbij [appellante] werd vertegenwoordigd door drs. M.S.J. Hoorntje en de staatssecretaris door mr. A. Maeradji.
De Afdeling heeft overwogen dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank een uitspraak is als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen ingevolge artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. [Appellante] betoogde dat er toch grond was voor de Afdeling om van het hoger beroep kennis te nemen, omdat zij geen eerlijk proces had gekregen. De Afdeling heeft echter geoordeeld dat het betoog van [appellante] geen grond biedt voor het oordeel dat de rechtbank de beginselen van een goede procesorde of fundamentele rechtsbeginselen heeft geschonden. De Afdeling verklaarde zich daarom onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2014 en is vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, griffier.