201304407/2/R1.
Datum uitspraak: 29 oktober 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Shelter Amstelveen B.V., gevestigd te Amstelveen,
2. de naamloze vennootschap Salomo Aalsmeer N.V., gevestigd te Amstelveen,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Amstelveen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 maart 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Legmeerpolder Zuid" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Shelter en Salomo beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
Shelter en Salomo hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 januari 2014, waar Shelter, vertegenwoordigd door haar [directeur], en bijgestaan door M.M.C. van der Hoorn, werkzaam bij Projectbureau Buis-Pomona, Salomo en [belanghebbende], beiden vertegenwoordigd door M.M.C. van der Hoorn, voornoemd, en de raad, vertegenwoordigd door mr. G.A.A. Koppenaal en P.H. Buis, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 16 april 2014, nr. 201304407/1/R1 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 13 maart 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij brieven van 11 september 2014 en 10 oktober 2014 heeft de raad om verlenging van de termijn van 26 weken verzocht.
Deze verzoeken heeft de Afdeling afgewezen.
Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling bepaald dat een tweede onderzoek ter zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Tussenuitspraak
1. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, het gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde, tot en met 14 oktober 2014 lopende, termijn. De in de tussenuitspraak opgenomen hersteltermijn is ongebruikt verstreken, zodat niet is voldaan aan de door de Afdeling in de tussenuitspraak gegeven opdracht. De in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken in het besluit van 13 maart 2013 zijn derhalve niet hersteld.
2. Gezien overweging 10.3 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen Shelter heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" wat betreft het perceel Legmeerdijk 272(a), voor zover daaraan niet tevens de aanduiding "caravanstalling" is toegekend, niet is genomen met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
3. Gezien overweging 12.5 tot en met 12.8 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen Salomo heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" wat betreft het perceel Legmeerdijk 284 niet is genomen met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
Conclusie
4. De beroepen van Shelter en Salomo zijn gegrond, zodat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" voor het perceel Legmeerdijk 284 en het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" voor het perceel Legmeerdijk 272(a), behoudens voor zover aan dat perceel de aanduiding "caravanstalling" is toegekend, wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb dient te worden vernietigd. Gelet op overweging 11 van de tussenuitspraak dient de aanduiding "ecologische waarde" vanwege de samenhang met het in overweging 10.3 van de tussenuitspraak geconstateerde gebrek te worden vernietigd, voor zover die is toegekend aan de gronden ten noorden van het perceel Legmeerdijk 272(a).
5. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb, de raad op te dragen om binnen twaalf weken na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen.
Voor zover de raad naar aanleiding van de geconstateerde gebreken wijzigingen aanbrengt in het plan, dient afdeling 3.4 van de Awb te worden toegepast. De raad dient de wijziging van het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.
Proceskosten
6. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten van Shelter en Salomo te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Shelter Amstelveen B.V. en de naamloze vennootschap Salomo Aalsmeer N.V. gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Amstelveen van 13 maart 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Legmeerpolder Zuid" voor zover het betreft:
a. het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" wat betreft het perceel Legmeerdijk 272(a), behoudens voor zover aan dat perceel de aanduiding "caravanstalling" is toegekend;
b. de aanduiding "ecologische waarde" voor zover die is toegekend aan de gronden ten noorden van het perceel Legmeerdijk 272(a);
c. het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" wat betreft het perceel Legmeerdijk 284;
III. draagt de raad van de gemeente Amstelveen op om binnen twaalf weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Amstelveen tot vergoeding van bij:
- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Shelter Amstelveen B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 994,94 (zegge: negenhonderdvierennegentig euro en vierennegentig cent) waarvan € 974,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
- de naamloze vennootschap Salomo Aalsmeer N.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 974,00 (zegge: negenhonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Amstelveen aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Shelter Amstelveen B.V. en € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) voor de naamloze vennootschap Salomo Aalsmeer N.V. vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, voorzitter, en mr. J.G.C. Wiebenga en mr. D.J.C. van den Broek, leden, in tegenwoordigheid van mr. Z. Huszar, griffier.
w.g. Drupsteen w.g. Huszar
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 oktober 2014
533-749.