ECLI:NL:RVS:2014:4126

Raad van State

Datum uitspraak
19 november 2014
Publicatiedatum
19 november 2014
Zaaknummer
201400941/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan Buitengebied, Amsbergterrein/Oldebroek niet-ontvankelijk verklaard

Op 19 november 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellant, wonend te Wezep, en de raad van de gemeente Oldebroek. De zaak betreft een beroep tegen het bestemmingsplan "Buitengebied, Amsbergterrein/Oldebroek", dat op 19 december 2013 door de raad is vastgesteld. De appellant heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de raad heeft betoogd dat de appellant geen belanghebbende is en dat zijn beroep daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

De Afdeling heeft de zaak op 9 september 2014 ter zitting behandeld, waarbij de appellant in persoon aanwezig was en de raad vertegenwoordigd werd door G. Visscher. Ook de besloten vennootschap HBC Planontwikkeling B.V. was ter zitting vertegenwoordigd. De Afdeling heeft overwogen dat de appellant op een afstand van meer dan 330 meter van het plangebied woont en geen zicht heeft op het plangebied. Gezien de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die door het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, oordeelt de Afdeling dat deze afstand te groot is om te kunnen spreken van een rechtstreeks betrokken belang bij het besluit.

De Afdeling concludeert dat de appellant geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor kan hij ingevolge artikel 8:1 van de Awb geen beroep instellen tegen het besluit van de raad. De uitspraak van de Afdeling is dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk wordt verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, griffier.

Uitspraak

201400941/1/R2.
Datum uitspraak: 19 november 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Wezep, gemeente Oldebroek,
en
de raad van de gemeente Oldebroek,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 19 december 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied, Amsbergterrein/Oldebroek" vastgesteld,
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 september 2014, waar [appellant], in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door G. Visscher, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting als partij gehoord de besloten vennootschap HBC Planontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door J.A. Heesters en J.G. van der Mark, D. van ’t Veen en A.C.R. Duijst.
Overwegingen
1. De raad betoogt dat [appellant] geen belanghebbende is, zodat zijn beroep tegen het plan niet-ontvankelijk is.
2. Ingevolge artikel 8:1, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
3. [appellant] woont op ruim 330 m van het plangebied. Vanuit zijn woning heeft hij geen zicht op het plangebied. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die door het plan mogelijk worden gemaakt is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. Voorts heeft [appellant] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Het betoog van [appellant] dat hij vanuit het begin van een toegangsweg die op grote afstand van zijn woonperceel is gelegen en die zijn woning ontsluit zicht zou hebben op het plangebied is daarvoor niet voldoende. Overigens acht de Afdeling gelet op de provinciale weg en bebouwing langs deze weg niet aannemelijk dat er vanuit de toegangsweg zicht is op het plangebied.
4. De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat hij daartegen ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, geen beroep kan instellen. Het beroep is niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, griffier.
w.g. Hoekstra w.g. Ouwehand
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 november 2014
224.