201407530/2/R1.
Datum uitspraak: 14 november 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Solide Ontwikkeling B.V., gevestigd te Ruurlo, gemeente Berkelland,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Hellendoorn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 1 juli 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijverdal Centrum" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Solide Ontwikkeling beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft Solide Ontwikkeling de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
R. [belanghebbende] heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 4 november 2014, waar Solide Ontwikkeling, vertegenwoordigd door [directeur], en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.H.J. Brinker, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Ter zitting is [belanghebbende] als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, kan een belanghebbende bij de Afdeling beroep instellen tegen een besluit omtrent goedkeuring van een bestemmingsplan.
3. De wetgever heeft deze eis gesteld teneinde te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid dan ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd en beroep zou kunnen instellen. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.
4. Solide Ontwikkeling heeft ter zitting toegelicht geen eigenaar te zijn van het perceel op de hoek van de Smidsweg en de Molenweg in Nijverdal, waarop het verzoek ziet. Zij stelt belang bij het perceel te hebben omdat zij een overeenkomst met eigenaar [belanghebbende] heeft gesloten om op het perceel woonbebouwing te ontwikkelen. Het is volgens haar de bedoeling dat na de bouw het eigendom van de gronden van [belanghebbende] overgaat op de kopers van de woonbebouwing.
5. De vaststelling van het bestemmingsplan heeft slechts gevolgen voor Solide Ontwikkelingen wat betreft haar contractuele relatie met [belanghebbende]. Haar belang is derhalve niet rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken, zodat zij niet als belanghebbende daarbij is aan te merken. Hoewel Solide Ontwikkeling ter zitting heeft aangegeven voor de belangen van [belanghebbende] op te komen, blijkt uit de stukken niet dat zij beoogd heeft namens [belanghebbende] beroep in te stellen. De voorzieningenrechter verwacht, gelet op het voorgaande, dat Solide Ontwikkeling in de hoofdzaak niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb zal worden aangemerkt en derhalve haar beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
6. Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Y. Verhage, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Verhage
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 november 2014
655.