ECLI:NL:RVS:2014:4294

Raad van State

Datum uitspraak
17 november 2014
Publicatiedatum
26 november 2014
Zaaknummer
201404320/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen uitwerkingsplan Waterrijk Woerden/Eiland IV, Oost

Op 6 mei 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van Woerden het uitwerkingsplan "Waterrijk Woerden/Eiland IV, Oost" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend te Woerden, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 november 2014 ter zitting behandeld, waar de verzoeker en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het uitwerkingsplan betreft de uitwerking van het bestemmingsplan "Waterrijk Woerden", dat de bestemming "Uit te werken woondoeleinden" aan de gronden in het plangebied heeft toegekend. Het plan voorziet in de bouw van ongeveer 75 woningen in het deelgebied Eiland IV, Oost.

De verzoeker vreest voor verkeersonveilige situaties en geluidsoverlast door extra bouwverkeer, maar de voorzieningenrechter stelt vast dat de woning van de verzoeker buiten het plangebied ligt. De zorgen van de verzoeker over de uitvoering van het plan, zoals de verkeerssituatie op de straat Veluwemeer, zijn niet relevant voor deze procedure. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn voor de verwachting dat het bestreden besluit in de bodemprocedure niet zal standhouden. Daarom wordt het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing van de voorzieningenrechter is op 17 november 2014 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201404320/2/R2.
Datum uitspraak: 17 november 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Woerden,
en
het college van burgemeester en wethouders van Woerden,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 6 mei 2014 heeft het college het uitwerkingsplan "Waterrijk Woerden/Eiland IV, Oost" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 november 2014, waar [verzoeker], en het college, vertegenwoordigd door ir. E.J.E.J. ten Westenend en ir. M.P. Smits, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het uitwerkingsplan betreft de uitwerking van het bestemmingsplan "Waterrijk Woerden". In het bestemmingsplan is aan de gronden in het uit te werken gebied de bestemming "Uit te werken woondoeleinden" toegekend.
3. Het uitwerkingsplan voorziet onder meer in de bouw van ongeveer 75 woningen in deelgebied Eiland IV, Oost.
4. [verzoeker], die woont aan de straat Veluwemeer, vreest voor een verkeersonveilige situatie en onaanvaardbare geluidsoverlast ter plaatse van zijn woning omdat deze straat één van de twee ontsluitingswegen is naar Eiland IV, Oost.
5. De voorzieningenrechter stelt vast dat de straat Veluwemeer en de woning van [verzoeker] buiten het plangebied van het uitwerkingsplan zijn gelegen.
6. [verzoeker] stelt dat het woongenot zal worden verstoord door het extra bouwverkeer en bouwwerkzaamheden. Dit heeft geen betrekking op het plan zelf maar op de uitvoering daarvan. Uitvoeringsaspecten kunnen in deze procedure niet aan de orde komen. Deze beroepsgrond moet derhalve buiten beschouwing blijven.
7. Ten aanzien van het betoog dat de straat Veluwemeer niet is ingericht als 30-km zone, overweegt de Afdeling dat de weg buiten het kader van het in geding zijnde plan ligt. Bovendien betreft het een uitvoeringsaspect. Overigens heeft het college aangegeven dat indien het bouwverkeer geen gebruik meer maakt van de weg de inrichting als 30-km zone zal plaatsvinden. omdat het treffen van maatregelen als drempels en dergelijke voor bouwverkeer tot een verkeersonveilige situatie zou kunnen leiden.
8. In hetgeen [verzoeker] overigens heeft aangevoerd, ziet de voorzieningenrechter evenmin aanknopingspunten voor de verwachting dat het bestreden besluit in de bodemprocedure geen stand zal kunnen houden. Het verzoek dient daarom te worden afgewezen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, griffier.
w.g. Hagen w.g. Ouwehand
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2014
224.