ECLI:NL:RVS:2014:4376
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor bouw van woonarken in Utrecht
Op 3 december 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de omgevingsvergunning voor het bouwen van veertien woonarken aan de Jule Stynestraat te Utrecht. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht had op 27 november 2012 een omgevingsvergunning verleend aan Projectbureau Leidsche Rijn. De appellant, wonend te Utrecht, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, wat door het college op 16 september 2013 ongegrond werd verklaard. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 3 april 2014 het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 3 november 2014 heeft de appellant betoogd dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college de omgevingsvergunning niet mocht verlenen, omdat de aanvraag was ingediend door een gemeentelijk projectbureau, terwijl een besloten vennootschap, ABC Arkenbouw B.V., het bouwplan zou uitvoeren. De appellant stelde dat er sprake was van belangenverstrengeling en dat er geen leges waren betaald voor de vergunning. De rechtbank had echter terecht overwogen dat er geen ontoelaatbare belangenverstrengeling was, aangezien de aanvraag was beoordeeld door de Afdeling Vergunningen van de gemeente Utrecht en niet door het Projectbureau.
De appellant voerde ook aan dat het college in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld door geen leges te heffen, maar deze gronden werden door de Raad van State buiten beschouwing gelaten, omdat ze pas in hoger beroep waren aangevoerd. De Raad van State heeft uiteindelijk het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.