201405021/1/A2.
Datum uitspraak: 10 december 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Blauwe Engel B.V. en HCR de Oude Schouw B.V., gevestigd te Akkrum, gemeente Boarnsterhim,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 9 mei 2014 in zaak nr. 13/3792 in het geding tussen:
De Blauwe Engel en De Oude Schouw (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: De Blauwe Engel)
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân.
Procesverloop
Bij besluit van 5 maart 2013 heeft het college een verzoek om nadeelcompensatie van De Blauwe Engel afgewezen.
Bij besluit van 26 november 2013 heeft het college het door De Blauwe Engel daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 5 maart 2013 met aanvulling van rechtsgronden in stand gelaten.
Bij uitspraak van 9 mei 2014 heeft de rechtbank het door De Blauwe Engel daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft De Blauwe Engel hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Blauwe Engel heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 november 2014, waar De Blauwe Engel, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en mr. S. Maakal, advocaat te Heerenveen, en het college, vertegenwoordigd door W. Del Grosso en J. van Breeden, werkzaam bij de gemeente, en mr. A.L.J.M. Boontjes, werkzaam bij de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (de SAOZ) zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het hotel-café-restaurant De Oude Schouw (hierna: De Oude Schouw) ligt ter hoogte van de aansluiting van de Kromme Knilles op het Prinses Margrietkanaal.
2. Bij besluit van 28 mei 2008 heeft het college ontheffing verleend van de Vaarwegenverordening voor een reconstructie van de vaarwegenkruising Prinses Margrietkanaal en Kromme Knilles. Deze reconstructie is uitgevoerd van september tot eind december 2008. De Kromme Knilles is ter hoogte van De Oude Schouw door een rij palen afgesloten. Om de veiligheid van de kruising te verbeteren tussen het Prinses Margrietkanaal en de Kromme Knilles is ten noorden van De Oude Schouw een nieuwe bajonetaansluiting gerealiseerd. Hierdoor wordt het recreatieve verkeer gedwongen vaart te verminderen en wordt het in- en uitvoegen en oversteken veiliger en duidelijker.
3. De Blauwe Engel stelt inkomensschade te hebben geleden als gevolg van de reconstructie. Ondanks de bajonet naar het Prinses Margrietkanaal is het voor grotere schepen niet meer mogelijk in de directe nabijheid van De Oude Schouw af te meren. Nu de passagiers van deze schepen niet meer dineren en overnachten bij De Oude Schouw is de omzet substantieel gedaald.
4. Het college heeft het verzoek beoordeeld op grond van de Verordening Nadeelcompensatie Verkeers- en vervoersvoorzieningen van de provincie Fryslân. Bij besluit van 26 november 2013 heeft het college de afwijzing van het verzoek gehandhaafd onder verwijzing naar de adviezen van de SAOZ van februari 2013 en 16 oktober 2013. Volgens de adviezen blijkt uit de door De Blauwe Engel overgelegde maand- en jaarcijfers over de jaren 2006 tot en met 2011 dat de omzet van De Oude Schouw al vanaf 2007 - en dus vóór de reconstructie van de vaarwegenkruising - sterk is gedaald. Dat de werkzaamheden aanvankelijk in 2007 zouden worden uitgevoerd en dat volgens De Blauwe Engel vroegtijdig schadebeperkende maatregelen zijn genomen door personeel te ontslaan, verklaart volgens de SAOZ in onvoldoende mate waarom de omzet al in 2007 sterk is gedaald en die trend zich in 2008 heeft voortgezet. Ook ten aanzien van de omzetdaling na de reconstructie is het vereiste oorzakelijke verband niet vast komen te staan. Na de reconstructie is de aanlegmogelijkheid in de Kromme Knilles bij de Oude Schouw blijven bestaan. Vanuit de richting van de Kromme Knilles is de bereikbaarheid daarvan ongewijzigd gebleven. Ook vanaf het Prinses Margrietkanaal is de aanlegmogelijkheid door de gewijzigde ontsluiting bereikbaar gebleven. De slotsom is dat niet is gebleken van een voldoende direct en oorzakelijk verband tussen de gestelde schade en de reconstructie.
5. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat De Blauwe Engel niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gestelde omzetschade het gevolg is van de reconstructie.
6. In hoger beroep betoogt De Blauwe Engel dat de rechtbank heeft miskend dat de omzetschade in 2007 moet worden toegerekend aan de reconstructiewerkzaamheden in 2008. Door het uitstellen van de werkzaamheden ontstond er onzekerheid over de bereikbaarheid van De Oude Schouw en daalde de omzet al in 2007. Bovendien gold er in 2007 al een aanlegverbod voor grotere schepen. Als gevolg van de omzetdaling in 2007 zag zij zich voorts genoodzaakt schadebeperkende maatregelen te nemen door in 2008 personeel te ontslaan.
Ook heeft de rechtbank miskend dat de nieuwe situatie na de reconstructie niet gelijkwaardig is aan de oude situatie. In de nieuwe situatie is het voor schepen groter dan 12 meter niet meer mogelijk De Oude Schouw te bereiken en is er een ligplaatsverbod voor 70 meter ingesteld. Daarbij komt dat de provincie aan de overzijde in het Prinses Margrietkanaal gratis aanlegplaatsen voor watersporters heeft gecreëerd, waardoor concurrentie voor De Oude Schouw is ontstaan. Ook heeft de provincie, ondanks herhaaldelijk aandringen, geweigerd de Kromme Knilles op diepte te houden en daarmee nagelaten de schade voor De Oude Schouw te beperken. Voor zover niet de gehele omzetderving aan het aanlegverbod en de afsluiting is te wijten, is de restschade veroorzaakt door het niet naleven van een overeenkomst inzake een baggerdepot tegenover De Oude Schouw.
7. Indien uit een advies van een door een bestuursorgaan benoemde deskundige op objectieve en onpartijdige wijze blijkt welke feiten en omstandigheden aan de conclusies ervan ten grondslag zijn gelegd en deze conclusies niet onbegrijpelijk zijn, mag dat bestuursorgaan volgens vaste jurisprudentie bij het nemen van een besluit op een aanvraag om nadeelcompensatie van dat advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan naar voren zijn gebracht.
7.1. De Blauwe Engel heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gestelde schade het gevolg is van de reconstructie. De omzetdaling is begonnen in 2007, dus vóór de reconstructiewerkzaamheden eind 2008 en de daarop volgende gewijzigde ontsluiting. De enkele stelling dat door een eerdere planning van de werkzaamheden mogelijkerwijs is geanticipeerd op een mogelijke afsluiting, is onvoldoende om de omzetdaling vanaf 2007 toe te rekenen aan de reconstructie. Voor zover De Blauwe Engel kennelijk betoogt dat de omzetdaling mede het gevolg is van het ontslag van personeel, dat volgens haar noodzakelijk was om te anticiperen op de gevolgen van de reconstructie, treft dit evenmin doel. Daargelaten of het ontslag van personeel als een schadebeperkende maatregel kan worden aangemerkt, is van belang dat niet vast staat dat de reconstructie noodzaakte tot ontslag van personeel in 2007 en 2008, voorafgaande aan de daadwerkelijke uitvoering van de reconstructie.
Ook het betoog dat de rechtbank heeft miskend dat De Oude Schouw door de reconstructie niet langer bereikbaar is voor grote schepen, treft geen doel. De door de Blauwe Engel overgelegde zienswijze van Adhoc makelaars B.V. van 10 januari 2007 ziet niet op de veranderde ontsluiting van de Kromme Knilles, maar op het niet langer gedogen dat grote charterschepen en grote passagiersschepen in het Prinses Margrietkanaal bij de Oude Schouw aanmeren. Nu het aanlegverbod in het Prinses Margrietkanaal ook voor de reconstructie bestond, kan de daardoor gestelde schade niet worden toegerekend aan de reconstructie. Daarbij komt, zoals blijkt uit het advies van de SAOZ van 16 oktober 2013, dat de bereikbaarheid van de Oude Schouw in de nieuwe situatie weliswaar is veranderd, maar dat de Oude Schouw onverminderd bereikbaar is gebleven vanuit alle richtingen. Uit de richting van de Kromme Knilles kan rechtstreeks worden doorgevaren naar en worden aangelegd bij De Oude Schouw. Dit geldt ook voor de grotere schepen. Vanaf het Prinses Margriet Kanaal liggen de aanleg- en afmeermogelijkheden van De Oude Schouw niet meer aan de doorgaande vaarroute, maar liggen zij, via de bajonetafsluiting, in een doodlopend deel bij de nieuwe afsluiting richting Prinses Margrietkanaal. Grotere schepen kunnen nog steeds afmeren direct ter hoogte van De Oude Schouw in het Prinses Margrietkanaal, vóór de palenrij en de passagiers van boord laten gaan om vervolgens eventueel in de Kromme Knilles af te meren. Anders dan De Blauwe Engel betoogt, is het niet aannemelijk dat charterschepen die regelmatig De Oude Schouw bezoeken als gevolg van de reconstructie een probleem zouden hebben om het hotel-café-restaurant te bereiken. Dat volgens De Blauwe Engel door het creëren van gratis aanlegplaatsen voor watersporters aan de overzijde in het Prinses Margrietkanaal concurrentie is ontstaan voor De Oude Schouw, betekent niet dat de reconstructie de oorzaak van de omzetdaling is. Daarbij komt dat de omzetdaling van het bedrijf zich niet tot alleen het vaar- en watersportseizoen beperkt, maar zich uitstrekt over het gehele jaar. Niet valt in te zien hoe de reconstructie ook buiten het vaarseizoen tot omzetdaling zou hebben kunnen leiden.
Voor zover de Blauwe Engel verder nog heeft betoogd dat de provincie heeft nagelaten maatregelen te treffen die de omzetschade zouden beperken, zoals het op diepte houden van de Kromme Knilles, is van belang dat, wat er verder ook van zij, hiermee niet vast is komen te staan dat de gestelde omzetdaling moet worden toegerekend aan de reconstructie.
De slotsom is dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de Blauwe Engel niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gestelde schade het gevolg is van de werkzaamheden en de tot stand gekomen reconstructie.
8. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. G. Snijders, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. Planken, griffier.
w.g. Van Altena w.g. Planken
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 december 2014
299.