Bij deze uitspraak is een persbericht uitgebracht
201308294/1/R6.
Datum uitspraak: 12 februari 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] (hierna tezamen in enkelvoud: [appellant sub 1]), beiden wonend te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Rijnwoude,
2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] (hierna tezamen in enkelvoud: [appellant sub 2]), beiden wonend te Alphen aan den Rijn,
en
de raad van de gemeente Rijnwoude, thans: gemeente Alphen aan den Rijn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 april 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Maximabrug" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 2] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak, tezamen met zaak nr. 201305481/1/R6 en zaak nr. 201305486/1/R6, ter zitting behandeld op 3 oktober 2013, waar [appellant sub 1] en [appellant sub 2], beiden bijgestaan door mr. S. Essakkili, en de raad, vertegenwoordigd door R.A. Noorhoff, T.A.M. Massaro, M.J. Hagoort, L. de Jong, O. Luijpen, J.M. de Jong, A. van der Schans, allen werkzaam bij de gemeente, en W.P. Kaandorp, werkzaam bij de gemeente Rijnwoude, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het plan maakt tezamen met het bestemmingsplan "Maximabrug" dat bij besluit van 25 april 2013 door de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn is vastgesteld, de aanleg mogelijk van de Maximabrug over de Oude Rijn, alsmede de herinrichting van bestaande aansluitende wegen en de aanleg van nieuwe aansluitende wegen. Deze ontwikkeling vindt grotendeels plaats op het grondgebied van de gemeente Alphen aan den Rijn en voor een klein deel op het grondgebied van de gemeente Rijnwoude.
2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben eveneens beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 25 april 2013. Op dit beroep heeft de Afdeling bij uitspraak van heden, in zaak nr. 201305486/1/R6, beslist. Daarbij zijn de beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] ongegrond verklaard.
[appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben geen specifieke beroepsgronden aangevoerd over het plan dat door de raad van de gemeente Rijnwoude is vastgesteld. De beroepsgronden die zij hebben aangevoerd, komen overeen met de beroepsgronden die zij in zaak nr. 201305486/1/R6 tegen het bestemmingsplan van de gemeente Alphen aan den Rijn naar voren hebben gebracht.
Uit de stukken blijkt dat de onderbouwing van het plan, zoals neergelegd in onder meer de plantoelichting met de daarbij behorende bijlagen en de reactie op de zienswijzen over het ontwerpplan, overeenkomt met de onderbouwing die de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn heeft gegeven. Voorts heeft de raad zich aangesloten bij hetgeen de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn in zaak nr. 201305486/1/R6 in zijn verweerschrift naar voren heeft gebracht.
Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding om in deze zaak tot een ander oordeel te komen dan in zaak nr. 201305486/1R6. Ter onderbouwing van haar oordeel verwijst de Afdeling naar hetgeen zij in de uitspraak van heden in zaak nr. 201305486/1/R6 ten aanzien van de beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] heeft overwogen.
3. De beroepen zijn ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzitter, en drs. W.J. Deetman en mr. D.J.C. van den Broek, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Teuben, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Teuben
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 februari 2014
483.