ECLI:NL:RVS:2014:4756

Raad van State

Datum uitspraak
17 december 2014
Publicatiedatum
31 december 2014
Zaaknummer
201403498/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak Belastingdienst/Toeslagen inzake kosten kinderopvang

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 17 december 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 maart 2014. De zaak betreft de kosten voor kinderopvang die [appellant] in 2009 heeft gemaakt. De Afdeling heeft [appellant] in de gelegenheid gesteld om bewijsstukken over deze kosten aan te leveren, maar [appellant] heeft bij brief van 21 november 2014 aangegeven niet over nadere stukken te beschikken. Tevens zijn er in het dossier geen bewijsstukken aangetroffen, zoals bankoverschrijvingen of geldopnames, die zouden aantonen dat [appellant] de gastouder contant heeft betaald. Hierdoor heeft [appellant] niet kunnen aantonen dat hij in 2009 alle kosten voor kinderopvang heeft voldaan. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het betoog van [appellant] faalt en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De zitting vond plaats op 17 december 2014 om 11:30 uur, waarbij de voorzitter van de zitting, Staatsraad mr. N. Verheij, en griffier mr. A.J. de Heer aanwezig waren. De Belastingdienst/Toeslagen was vertegenwoordigd door drs. J.G.C. van de Werken.

Uitspraak

201403498/1/A2.
Datum uitspraak: 17 december 2014 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats],
appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 maart 2014 in zaak nr. 13/3290 in het geding tussen: [appellant] en de Belastingdienst/Toeslagen. Openbare zitting gehouden op 17 december 2014 om 11:30 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. N. Verheij voorzitter
Griffier: mr. A.J. de Heer Verschenen:
De Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door drs. J.G.C. van de Werken, werkzaam bij deze dienst. Het hoger beroep richt zich tegen voormelde uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 maart 2014. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling:
bevestigt de aangevallen uitspraak. Daartoe overweegt zij het volgende. De Afdeling heeft [appellant], in het kader van zijn betoog in het hogerberoepschrift, bij brief van 22 oktober 2014 in de gelegenheid gesteld om alsnog met stukken aan te tonen of en, zo ja, welke kosten voor kinderopvang hij in 2009 heeft gehad. [appellant] heeft bij brief van 21 november 2014 meegedeeld niet te beschikken over nadere stukken ter onderbouwing van deze kosten. Nu zich in het dossier evenmin stukken bevinden, zoals bewijzen van geldopnames of bankoverschrijvingen, waaruit blijkt dat [appellant], naar gesteld, de gastouder contant heeft betaald, heeft [appellant] niet aangetoond dat hij in het jaar 2009 alle kosten voor kinderopvang heeft voldaan. Het voorgaande brengt de Afdeling tot de conclusie dat het betoog faalt. w.g. Verheij w.g. De Heer
lid van de enkelvoudige kamer griffier 636.