ECLI:NL:RVS:2014:587
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- S.F.M. Wortmann
- J.A.W. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor woningbouw te IJsselstein
Op 10 februari 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het verzoeker, wonend te IJsselstein, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 2 augustus 2013 het beroep van verzoeker tegen de verleende omgevingsvergunning ongegrond had verklaard. De omgevingsvergunning was op 17 april 2013 verleend aan [belanghebbende] voor het bouwen van een vrijstaande woning op een perceel in IJsselstijn.
Tijdens de zitting op 6 februari 2014 zijn zowel verzoeker als het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein, vertegenwoordigd door mr. M. De Jong, verschenen. Ook [belanghebbende], bijgestaan door [gemachtigde] en H. Beenen, was ter zitting aanwezig. Verzoeker betoogde dat de voorzieningenrechter niet had onderkend dat de adviezen van de Commissie Welstand en Monumenten Midden Nederland gebreken vertoonden, waardoor het college deze adviezen niet aan de omgevingsvergunning had mogen ten grondslag leggen.
De voorzitter oordeelde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, met de overweging dat de houder van de vergunning op eigen risico gebruik maakt van de vergunning zolang deze niet in rechte onaantastbaar is. De voorzitter besloot tot afwijzing van het verzoek en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.