201308321/1/A1.
Datum uitspraak: 5 maart 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Santpoort-Noord, gemeente Velsen,
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 24 juli 2013 in zaak nr. 12/5929 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Velsen.
Procesverloop
Bij besluit van 15 november 2012 heeft het college aan [vergunninghoudster] omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van seniorenwoningen met bijbehorende voorzieningen op het perceel Roos en Beeklaan ongenummerd te Santpoort-Noord.
Bij uitspraak van 24 juli 2013 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[vergunninghoudster] heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 februari 2014, waar [appellant], bijgestaan door mr. P.I.M. Houniet, en het college, vertegenwoordigd door A. Braams en J.A.M. Warmerdam, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Tevens is gehoord [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door mr. M.A. Grapperhaus, advocaat te Amsterdam, en ir. J.J. Marsman en G.J. Breimer.
Overwegingen
1. Het bouwplan, dat zal worden gerealiseerd op de locatie waar voorheen de IJmond-MTS was gevestigd, voorziet in het oprichten van seniorenwoningen met bijbehorende voorzieningen. De woningen en voorzieningen worden gerealiseerd in diverse bouwblokken met een wisselende bouwhoogte. In parkeren wordt ondergronds en bovengronds voorzien.
Omdat het bouwplan in strijd is met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden" die ingevolge het bestemmingsplan "Santpoort-Noord" op het perceel rust, heeft het college bij besluit van 15 november 2012 met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3˚, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht omgevingsvergunning verleend.
2. [appellant] betoogt dat de rechtbank een onjuiste betekenis heeft toegekend aan het 'startdocument bouwlocatie Roos en Beeklaan'. Volgens hem heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat het startdocument hoofdzakelijk politieke betekenis heeft. Het startdocument heeft externe werking, bevat ruimtelijke kaders voor de invulling van de bouwlocatie en moet worden aangemerkt als een beleidsdocument. Hoewel afwijking van het startdocument mogelijk is, moet dit extra worden gemotiveerd, aldus [appellant].
2.1. In het besluit van 15 november 2012 is vermeld dat de gemeente heeft bepaald dat voorafgaand aan (ingrijpende) planologische ontwikkelingen een kaderstellend startdocument wordt vastgesteld. In een startdocument worden, aldus het besluit, ruimtelijk functionele uitgangspunten voor een nieuwe concrete ontwikkeling vastgesteld. Voor de hier aan de orde zijnde ontwikkeling is het 'startdocument bouwlocatie Roos en Beeklaan' opgesteld. Het college heeft in zijn vergadering van 26 januari 2010 hiermee ingestemd. De raad van Velsen heeft het startdocument op 1 juli 2010 vastgesteld.
2.2. In het startdocument is vermeld dat de huidige bebouwing van de IJmond-MTS op deze locatie op geen enkele wijze reageert op zijn omgeving. Een nieuwe invulling van deze plek biedt de mogelijkheid om aan te sluiten bij de stedenbouwkundige opzet van de buurt. Belangrijk uitganspunt hierbij is dat wordt aangesloten op de karakteristiek van de wanden langs de Roos en Beeklaan, de J.T. Cremerlaan en de Biallosterskilaan.
Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen is in het startdocument een aantal uitgangspunten geformuleerd voor de nieuwe invulling van de locatie. Er wordt gestreefd naar inpassing in de bestaande stedenbouwkundige opzet, zodat een samenhangend geheel wordt gecreëerd. Ten aanzien van rooilijnen, bouwhoogtes, beeldkwaliteit en (openbare) buitenruimte worden kaders aangegeven voor de nieuwe bebouwing. Ook ten aanzien van verkeer, parkeren, groen en water en diverse milieuaspecten worden randvoorwaarden gesteld.
Ook al wordt [appellant] in zoverre gevolgd in zijn betoog dat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, aan het startdocument een zekere externe werking toekomt, dan nog gaat het om een kaderstellend document en niet om beleidsregels waarvan het college - in de woorden van [appellant] - alleen met een extra motivering kan afwijken. Het college heeft het startdocument bij de beoordeling betrokken en is op de betekenis gemotiveerd ingegaan. De rechtbank heeft vervolgens terecht bezien of het bouwplan strijdig is met de uitgangspunten in het startdocument. Het betoog faalt.
3. [appellant] betoogt voorts dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het bouwplan niet in strijd is met de uitgangspunten van het startdocument. Hij voert daartoe aan dat het bouwplan niet aansluit bij de bestaande bebouwing aan de Roos en Beeklaan, zoals in het startdocument is vereist, nu het bouwplan in zoverre voorziet in een gesloten bebouwing en geen transparantie heeft. Het bouwplan voldoet evenmin aan de in het startdocument opgenomen tekening. Nu het college niet heeft gemotiveerd waarom het is afgeweken van het startdocument, is het besluit ondeugdelijk gemotiveerd, aldus [appellant].
3.1. In het startdocument is vermeld dat aansluiting moet worden gezocht bij de stedenbouwkundige opzet van de buurt. De bestaande bebouwing aan de Roos en Beeklaan bestaat uit vrijstaande woningen die min of meer de kromming van de straat volgen. De afstand van deze woningen ten opzichte van de straat is niet overal gelijk, maar juist gevarieerd. Over de nieuwe invulling van de locatie is vermeld dat deze aan de Roos en Beeklaan moet inspelen op het losse karakter van de vrijstaande woningen en op de korte en gevarieerde maat van de bebouwing. Wat betreft de rooilijnen is vermeld dat sprake moet zijn van een wisselende rooilijn aansluitend bij of vergelijkbaar met de losse opzet en positie van de vrijstaande woningen in die straat. In het startdocument is een tekening opgenomen. Het startdocument vermeldt daarover dat deze tekening de opzet van de hoofdvorm van de bebouwing weergeeft. Op de tekening zelf is vermeld 'Principeopzet ruimtelijke inpassing'. Op de tekening zijn, aan de zijde van de Roos en Beeklaan losse bouwblokken opgenomen. Tussen deze bouwblokken zijn pijlen getekend, waarbij 'transparantie' is vermeld.
3.2. Het uitgangspunt van het startdocument is dat het bouwplan met een wisselende rooilijn inspeelt op het losse karakter van de vrijstaande woningen en op de korte en gevarieerde maat van de bebouwing. Door de wijze waarop de woonblokken zijn gesitueerd, te weten de wisselende rooilijnen en de afstand tussen de beide woonblokken en de ondergeschikte manier waarop ze met elkaar zijn verbonden, heeft de rechtbank terecht overwogen dat het college zich in het besluit in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bouwplan in zoverre niet strijdig met het startdocument moet worden geacht. Hoewel, zoals ook de rechtbank heeft overwogen, het bouwplan afwijkt van de tekening in het startdocument, heeft zij daaraan terecht geen gevolgen verbonden. De tekening geeft een schematische inpassing van het project weer, waarbij zichtbaar wordt gemaakt hoe de bouwstroken lopen en waar sprake is van gevarieerde bebouwing en wisselende rooilijnen. Deze tekening moet worden bezien in samenhang met de in het startdocument geformuleerde kaders. Zoals hiervoor is overwogen, is het bouwplan daarmee niet in strijd. Uit de aard van de tekening kan voorts niet worden afgeleid dat is beoogd om daarmee de contouren van de bouwvlakken vast te leggen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat het college ontoereikend heeft gemotiveerd dat het bouwplan past in de uitgangspunten van het startdocument. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het startdocument uitsluitend bedoeld is om uitgangspunten te formuleren voor het gebied. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank voorts terecht overwogen dat het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel niet zijn geschonden.
Het betoog faalt.
4. [appellant] betoogt dat het bouwplan niet voorziet in voldoende parkeerplaatsen. Hij voert daartoe aan dat, behoudens de 88 parkeerplaatsen die in de parkeergarage worden gerealiseerd, de benodigde parkeerplaatsen worden gevonden in de zogeheten ring rond het bouwplan en daarmee aan de openbaarheid worden onttrokken.
4.1. Niet in geschil is dat het bouwplan een parkeerbehoefte heeft van 149 parkeerplaatsen. Het bouwplan voorziet in een parkeergarage, waarin 88 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Voor 18 van de benodigde 149 parkeerplaatsen is een financiële compensatie afgesproken. De overige 43 parkeerplaatsen worden gevonden in de openbare ruimte, in de zogeheten ring rond het bouwplan. De gronden waarop deze parkeerplaatsen liggen zijn in eigendom van de vergunninghouder, maar zijn openbaar toegankelijk. Voor het oordeel dat deze parkeerplaatsen niet kunnen worden toegerekend aan het bouwplan bestaat geen grond. De parkeerbehoefte van de in de directe omgeving aanwezige functies bedraagt 11 parkeerplaatsen. Het college heeft aangegeven nog eens 18 parkeerplaatsen als reserve te willen behouden. Behoudens de voor het bouwplan benodigde 43 parkeerplaatsen liggen er in de ring rond het bouwplan voldoende parkeerplaatsen die openbaar toegankelijk zijn en kunnen worden gebruikt ten behoeve van de in de omgeving van het bouwplan aanwezige functies.
Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, voorzitter, en mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, ambtenaar van staat.
w.g. Wortmann w.g. Pieters
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2014
473.