ECLI:NL:RVS:2014:907
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- R.W.L. Loeb
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak inzake gemeenteraadsverkiezingen Landsmeer
In deze zaak gaat het om een verzet dat is ingesteld door een opposant tegen een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, gedateerd 14 februari 2014, in zaak nr. 201401279/1. De eerdere uitspraak verklaarde het beroep ongegrond dat was ingesteld tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Landsmeer, dat op 7 februari 2014 was genomen. De mondelinge uitspraak over het verzet vond plaats op 6 maart 2014.
Tijdens de openbare zitting, die om 9:30 uur begon, waren Staatsraad mr. R.W.L. Loeb als voorzitter en ambtenaar van staat mr. M.R. Poot aanwezig. De opposant verscheen in persoon. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het verzet zich richt tegen een uitspraak die niet vereenvoudigd is behandeld, zoals bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de opposant geen verzet kan aantekenen tegen de eerdere uitspraak, omdat deze niet onder de voorwaarden valt die verzet mogelijk maken.
De Afdeling verklaart zich derhalve onbevoegd om van het verzet kennis te nemen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in bestuursrechtelijke zaken, vooral in het kader van verkiezingen, waar de rechtsbescherming van belanghebbenden gewaarborgd moet zijn. De uitspraak is een bevestiging van de strikte toepassing van de regels omtrent verzet in bestuursrechtelijke procedures.