ECLI:NL:RVS:2015:1343

Raad van State

Datum uitspraak
23 april 2015
Publicatiedatum
29 april 2015
Zaaknummer
201501041/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Buitengebied 2014

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 april 2015 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door een verzoeker, wonend te Oldeberkoop, tegen de raad van de gemeente Weststellingwerf. Het geschil betreft het bestemmingsplan "Buitengebied 2014", dat op 1 december 2014 door de raad is vastgesteld. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om schorsing van het bestemmingsplan voor zover dat betrekking heeft op zijn perceel nabij Nijeholtpade.

Tijdens de zitting op 14 april 2015 heeft de verzoeker toegelicht dat hij hoogstamfruitbomen op zijn perceel heeft geplant en dat hij zich niet kan verenigen met het feit dat ter plaatse geen boomfruitkweek bij recht is toegestaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoeker heeft geen spoedeisend belang aangetoond voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de hoogstamfruitbomen pas na vijf jaar economisch rendabel zijn. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 april 2015.

Uitspraak

201501041/2/R4.
Datum uitspraak: 23 april 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Oldeberkoop, gemeente Ooststellingwerf,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Weststellingwerf,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 1 december 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2014" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 april 2015, waar [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. van Weperen en R. Roemeling, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoeker] verzoekt om schorsing van het bestemmingsplan voor zover dat ziet op zijn perceel nabij [locatie] te Nijeholtpade. Hij kan zich er niet in vinden dat ter plaatse geen boomfruitkweek bij recht is toegestaan.
3. Ter zitting heeft [verzoeker] toegelicht dat hij zijn hoogstamfruitbomen zelf opkweekt en onlangs 70 fruitbomen op zijn perceel heeft geplant. Niet in geschil is dat deze bomen daar legaal staan. Dit betekent dat het gebruik van het perceel op grond van artikel 38, lid 38.2 van de planregels van het nu voorliggende plan ook na de inwerkingtreding daarvan kan worden voortgezet en dat tegen dat gebruik niet handhavend kan worden opgetreden. Voorts heeft [verzoeker] toegelicht dat hij op dit moment geen opgekweekte bomen in voorraad heeft die hij op korte termijn op zijn perceel kan planten. Nu voorts hoogstamfruitbomen, naar de uiteenzetting van [verzoeker] ter zitting, op zijn vroegst na 5 jaar economisch rendabel zijn, bestaat gelet op het voorgaande geen spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.
4. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Van Steenbergen
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 april 2015
568-731.