201501339/2/R2.
Datum uitspraak: 24 april 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Apeldoorn,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Apeldoorn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 december 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "De Parken, Indische buurt en Beekpark" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoeker] heeft nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 april 2015, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. J.H.M. Berenschot, advocaat te Apeldoorn, en de raad, vertegenwoordigd door M.G.J. Beimer, zijn verschenen. Tevens is ter zitting Stichting Oranjepark, vertegenwoordigd door J.B. van Raalte, als partij gehoord.
Buiten bezwaren van partijen is ter zitting nog een stuk in het geding gebracht.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de wijken De Parken, Indische buurt en Beekpark te Apeldoorn.
3. [verzoeker] woont op het perceel [locatie] te Apeldoorn. Hij kan zich niet verenigen met de aanduiding "evenementenzone-locatie 2" voor het Oranjepark. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij vreest voor onaanvaardbare overlast ten gevolge van de evenementen die het aankomende evenementenseizoen zullen plaatsvinden. [verzoeker] stelt met name geluidoverlast te ondervinden van de evenementen.
4. Blijkens de verbeelding heeft het Oranjepark de aanduiding "evenementenzone-locatie 2".
Ingevolge artikel 33, lid 33.1, van de planregels is ter plaatse van de aanduiding "evenementenzone-locatie 2, naast hetgeen in de overige regels is bepaald, het houden van evenementen toegestaan.
Ingevolge lid 33.2 gelden voor het houden van evenementen ter plaatse van de aanduiding 'evenementenzone - locatie 2' de volgende bepalingen:
a. het aantal evenementen uitgevoerd met elektrisch en of mechanisch (versterkt) geluid, per jaar bedraagt niet meer dan 20 en het aantal bezoekers bedraagt niet meer dan 6.000 gedurende de gehele duur van het evenement;
b. de overige evenementen bedragen niet meer dan 10 en het aantal bezoekers bedraagt niet meer dan 2.000 gedurende de gehele duur van het evenement;
c. de maximale duur van een evenement bedraagt 1 dag, exclusief op- en afbouw;
d. een evenement met minder dan 100 bezoekers gedurende de gehele duur van het evenement en waarbij geen elektrisch en of mechanisch (versterkt) geluid wordt voortgebracht, wordt niet meegerekend bij het aantal genoemd onder b.
5. De raad heeft ter zitting uitgelegd dat reeds sinds lange tijd evenementen in het Oranjepark plaatsvinden. In de evenementenregeling in het bestemmingsplan is de bestaande situatie vastgelegd. Ter zitting is gebleken dat voor het aankomende seizoen reeds een evenementenvergunning is verleend voor het houden van vijftien concerten met versterkte muziek. Deze vinden plaats op zondagmiddagen tot uiterlijk 16:00 uur in de muziektent in het park op een afstand van ongeveer 100 m van de woning van [verzoeker]. [verzoeker] heeft ter zitting erkend dat deze concerten een beperkte omvang hebben, nu deze ongeveer 500 tot 700 bezoekers trekken. Nu het plan een maximum van twintig evenementen met versterkt geluid mogelijk maakt, zal dit seizoen nog voor slechts vijf andere evenementen met versterkt geluid een evenementenvergunning kunnen worden verleend. Verder heeft de raad ter zitting toegelicht dat in de evenementenvergunningen wordt gegarandeerd dat de geluidbelasting van evenementen op de dichtstbijzijnde gevel maximaal 75 dB(A) bedraagt en dat het evenement uiterlijk 22:00 uur eindigt. Voor zover [verzoeker] ter zitting heeft gesteld dat de geluidnorm van 75 dB(A) in de praktijk wordt overschreden, betreft dit een kwestie van handhaving en kan dit in deze procedure niet aan de orde komen.
Gezien het voorgaande ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor de verwachting dat [verzoeker] dit evenementenseizoen door de voorziene evenementen zodanige overlast zal ondervinden dat het treffen van een voorlopige voorziening bij afweging van alle belangen is gerechtvaardigd. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Westland, griffier.
w.g. Koeman w.g. Westland
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 april 2015
683.