ECLI:NL:RVS:2015:1353
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 2 april 2014. Het betreft een verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, dat door het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch gedeeltelijk is toegewezen. Het college heeft op 7 oktober 2013 besloten om informatie te verstrekken, maar heeft het verzoek niet volledig ingewilligd. Hierop heeft [appellant] bezwaar gemaakt, dat door het college op 5 december 2013 ongegrond is verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 2 april 2014 het beroep van [appellant] tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 23 april 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. [appellant] heeft in zijn hogerberoepschrift de gronden herhaald die hij eerder bij de rechtbank heeft aangevoerd, zonder nieuwe argumenten te presenteren. De rechtbank had deze gronden gemotiveerd weerlegd en geconcludeerd dat het besluit van 5 december 2013 in rechte stand kan houden. De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is, omdat [appellant] niet heeft aangetoond dat de eerdere uitspraak onjuist was. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. I.S. Vreken-Westra als griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 april 2015.