ECLI:NL:RVS:2015:1604

Raad van State

Datum uitspraak
20 mei 2015
Publicatiedatum
20 mei 2015
Zaaknummer
201406818/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Blauwe Hoek 58-58a te Doornenburg en de rechtsgeldigheid daarvan

Op 20 mei 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Blauwe Hoek 58-58a te Doornenburg". Dit bestemmingsplan werd op 10 juli 2014 vastgesteld door de raad van de gemeente Lingewaard. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, wonend te Doornenburg, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is ter zitting behandeld op 21 april 2015, waarbij de raad vertegenwoordigd was door R.L. Noppen.

De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsvrijheid heeft om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die noodzakelijk zijn voor een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend en beoordeelt of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De appellanten betogen dat de in het plan voorziene woning niet past in de omgeving en dat het plan niet in overeenstemming is met de Dorpenvisie Doornenburg en de gemeentelijke welstandsnota.

De raad heeft echter gesteld dat het plan voldoet aan de gemeentelijke uitgangspunten en dat de woning vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is. Dit is onderbouwd met een welstandsadvies van de welstandscommissie Gelders Genootschap. De Afdeling concludeert dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de in het plan voorziene woning passend is in de omgeving. De appellanten hebben verder aangevoerd dat hun woon- en leefklimaat onevenredig wordt aangetast door de vermindering van uitzicht, maar de raad heeft betoogd dat de aantasting van het uitzicht niet ernstig is en dat er geen recht op blijvend vrij uitzicht bestaat.

Uiteindelijk heeft de Afdeling de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestemmingsplan in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 mei 2015.

Uitspraak

201406818/1/R2.
Datum uitspraak: 20 mei 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellanten sub 1] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 1]), wonend te Doornenburg, gemeente Lingewaard,
2. [appellanten sub 2] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te Doornenburg, gemeente Lingewaard,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Lingewaard (hierna: de raad),
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 10 juli 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Blauwe Hoek 58-58a te Doornenburg" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 april 2015, waar de raad, vertegenwoordigd door R.L. Noppen, is verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in de verwezenlijking van een vrijstaande woning op het perceel Blauwe Hoek 58-58a te Doornenburg. In beroep richten [appellant sub 1] en [appellant sub 2] zich tegen het gehele plan.
3. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat de in het plan voorziene woning niet past in de omgeving. Hiertoe voeren zij aan dat het plan niet in overeenstemming is met de uitgangspunten van de Dorpenvisie Doornenburg uit december 2006 (hierna: de Dorpenvisie) en de gemeentelijke welstandsnota, althans dat onvoldoende is gemotiveerd waarom wordt afgeweken van dit gemeentelijk beleid. In dit verband wijzen zij erop dat het plan niet structuurversterkend is en evenmin aansluit bij de seriematige bebouwing uit de omgeving. Voorts voeren [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aan dat de vorm en de locatie van het bouwvlak atypisch in relatie tot de omgeving is en de in het plan toegestane bouwhoogten te hoog zijn. Ter onderbouwing van hun standpunt verwijzen zij naar de stedenbouwkundige toets die zij hebben laten verrichten naar het bouwvoornemen voor het perceel Blauwe Hoek 58-58a, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een memo van BügelHajema van 29 september 2014.
3.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan voldoet aan de uitgangspunten van het gemeentelijk beleid en de in het plan voorziene woning vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is. Daaraan heeft de raad onder meer een welstandsadvies van 29 december 2014 van de welstandscommissie Gelders Genootschap (hierna: de welstandscommissie) met betrekking tot de bouwplannen ten grondslag gelegd. Daarin staat dat het bouwplan ingevolge de gebiedscriteria valt onder "Seriële bouw A2 - bijzondere bebouwing", een basistoets die wordt toegepast in gebieden waar de bestaande ruimtelijke structuur relatief veel kan verdragen en afwijkingen en ingrepen minder grote gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit. Met het voorliggende bouwplan wordt rekening gehouden met de situering en hoofdvorm van het bouwwerk, aldus het welstandsadvies. Daarbij wordt verwezen naar de langgerekte bouwmassa’s, waarbij ingespeeld wordt op de - lange en smalle - vorm van de kavel, en de maximale bouwhoogte. Met de gekozen positionering ontstaan volgens het welstandsadvies ruime afstanden tot de perceelgrenzen. Het bestaande straatbeeld wordt volgens de welstandscommissie gekenmerkt door de clustering van bouwmassa’s met kappen op relatief kleine kavels. Het voorliggende plan toont relatief bescheiden in het straatbeeld, wordt gecomplimenteerd met een sterk landschappelijke inrichting en past binnen de bestaande bebouwingskarakteristiek. Gelet op hetgeen in het welstandsadvies staat, heeft de raad geconcludeerd dat de in het plan voorziene woning passend is in de omgeving.
3.2. Aan het perceel waarop het plan ziet is de bestemming "Wonen" toegekend. Aan het centrale deel van het perceel is de aanduiding "bouwvlak" toegekend. De afstand van het in het plan opgenomen bouwvlak tot de aangrenzende woonpercelen bedraagt minimaal ongeveer 3,5 m en maximaal 42 m. Op de verbeelding is voor de woning binnen het bouwvlak een maximale bouwhoogte van 5 m aangegeven. In het midden van het bouwvlak is op de verbeelding een maximale bouwhoogte van 8 m aangegeven. Voorts is aan de grond binnen het bouwvlak de aanduiding "vrijstaand" toegekend.
Het bestemmingsplan "Kern Doornenburg", vastgesteld door de raad op 13 december 2007, waarvan het onderhavige plan een partiële herziening is, kent voor de omliggende gronden aan de Mulderswei en de Blauwe Hoek verschillende goothoogten van maximaal 6 m en verschillende bouwhoogten van maximaal 10 m.
Gelet op het voorstaande alsmede de in het welstandsadvies genoemde stedenbouwkundige aspecten in aanmerking genomen, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de in het plan mogelijk gemaakte bebouwing qua bouwhoogte aansluit bij de bebouwing in en passend is in de omgeving. Voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd dat het plan niet in overeenstemming is met de uitgangspunten van de Dorpenvisie wordt overwogen dat, zoals in het door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aangehaalde memo van BügelHajema op pagina 5 wordt erkend, de Dorpenvisie geen expliciete uitspraken geeft over de planlocatie, maar in zijn algemeenheid stelt dat in buurten alleen nieuwe bebouwing is toegestaan mits dit structuurversterkend is. In de Dorpenvisie staat verder dat de Mulderswei en de Blauwe Hoek overwegend uit vrijstaande en halfvrijstaande woningen bestaan en de woningen aan de Blauwe Hoek een grote diversiteit in architectuur en materiaalgebruik kennen. Hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aanvoeren geeft geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de Dorpenvisie niet in de weg staat aan het vaststellen van het plan.
De betogen falen.
4. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat hun woon- en leefklimaat onevenredig wordt aangetast door de vermindering van uitzicht.
4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] met zich brengt.
4.2. De kortste afstand tussen het plangebied en het perceel van [appellant sub 1] bedraagt ongeveer 11 m. De afstand tussen het in het plan opgenomen bouwvlak en het perceel van [appellant sub 1] is ongeveer 14 m. De afstand van de gevel van de woning van [appellant sub 1] en de gevel van de in het plan voorziene woning bedraagt, naar de raad onweersproken heeft gesteld, ongeveer 23,5 m.
De kortste afstand tussen het plangebied en het perceel van [appellant sub 2] bedraagt ongeveer 11 m. De afstand tussen het in het plan opgenomen bouwvlak en het perceel van [appellant sub 2] is ongeveer 15 m. De afstand van de gevel van de woning op het perceel van [appellant sub 2] en de gevel van de in het plan voorziene woning bedraagt, naar de raad onweersproken heeft gesteld, ongeveer 18,6 m.
4.3. Niet kan worden uitgesloten dat de in het plan voorziene bouw van de woning zal leiden tot enige aantasting van het uitzicht voor [appellant sub 1] en [appellant sub 2]. De raad heeft zich echter, gelet op de voornoemde afstanden, de maximale bouwhoogte van 5 m respectievelijk 8 m van de toren en de ligging van de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] in een bebouwde omgeving, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aantasting van het uitzicht niet ernstig is. Daarbij heeft de raad van belang mogen achten dat geen recht op blijvend vrij uitzicht bestaat.
Gelet op het voorgaande heeft de raad bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid een groter gewicht kunnen toekennen aan het realiseren van de voorziene woning dan aan de belangen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] bij behoud van een onveranderde omgeving.
De betogen falen.
5. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben zich in het beroepschrift voor het overige beperkt tot het verwijzen naar de inhoud van de zienswijze. In de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben in het beroepschrift, noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn.
6. De beroepen zijn ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Taal
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2015
325-823.