ECLI:NL:RVS:2015:2089

Raad van State

Datum uitspraak
24 juni 2015
Publicatiedatum
1 juli 2015
Zaaknummer
201503243/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C. Kranenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Rembrandtlaan 2014

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 juni 2015 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de Bewonersvereniging Bilthoven-Noord en de Stichting Wijkraad de Leijen, beide gevestigd in Bilthoven, tegen de raad van de gemeente De Bilt. Het verzoek was gericht tegen het besluit van de raad van 29 januari 2015, waarbij het bestemmingsplan 'Rembrandtlaan 2014' was vastgesteld. De verzoekers vreesden dat er omgevingsvergunningen verleend zouden worden voor de realisatie van een complex en een nieuw kantoorgebouw, voordat de bodemprocedure was afgerond.

Tijdens de zitting op 15 juni 2015, waar de verzoekers en de raad vertegenwoordigd waren, werd duidelijk dat de eigenaar van de betrokken gronden, [eigenaar gronden], geen omgevingsvergunning zou aanvragen voordat er uitspraak was gedaan in de bodemprocedure. Hij gaf aan dat het nog ongeveer twee jaar zou duren voordat er met bouwen of andere werkzaamheden kon worden begonnen. Gezien deze omstandigheden oordeelde de voorzieningenrechter dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van de verzochte voorziening kon rechtvaardigen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek dan ook afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd openbaar gedaan op 24 juni 2015.

Uitspraak

201503243/2/R2.
Datum uitspraak: 24 juni 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de vereniging Bewonersvereniging Bilthoven-Noord en de stichting Stichting Wijkraad de Leijen (hierna: de Bewonersvereniging en de Wijkraad), beide gevestigd te Bilthoven, gemeente De Bilt,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente de Bilt,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 januari 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Rembrandtlaan 2014" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer de Bewonersvereniging en de Wijkraad beroep ingesteld.
Voorts hebben de Bewonersvereniging en de Wijkraad de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 juni 2015, waar de Bewonersvereniging en de Wijkraad, vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], en de raad, vertegenwoordigd door I. de Feijter, werkzaam bij Rho Adviseurs B.V., en M. Corsel en A. van Breda, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [eigenaar gronden], bijgestaan door [gemachtigde C], gehoord.
Overwegingen
1. De Bewonersvereniging en de Wijkraad beogen met hun verzoek te voorkomen dat, voordat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, op grond van het plan, voor zover het betreft de plandelen met de bestemming "Bedrijf" en Gemengd - 2" betreffende de gronden tussen de Jan Steenlaan, Rembrandtlaan en het spoor, bekend als ‘de kop’, omgevingsvergunningen worden verleend voor de realisatie van het complex De Timpe en een nieuw kantoorgebouw. [eigenaar gronden], de eigenaar van de voormelde gronden, heeft ter zitting evenwel verklaard dat hij geen omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zal aanvragen alvorens de Afdeling in de bodemprocedure uitspraak heeft gedaan. Voorts heeft hij verklaard dat het, naar schatting, nog ongeveer twee jaar zal duren voordat ter plaatse met bouwen of andere werkzaamheden kan worden begonnen. Onder deze omstandigheden is met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van de verzochte voorziening kan rechtvaardigen.
2. Het verzoek dient te worden afgewezen.
3. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Donner-Haan, griffier.
w.g. Kranenburg w.g. Donner-Haan
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 juni 2015
743.