ECLI:NL:RVS:2015:2113

Raad van State

Datum uitspraak
8 juli 2015
Publicatiedatum
8 juli 2015
Zaaknummer
201500304/1/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W. Sorgdrager
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het plaatsingsplan voor ondergrondse restafvalcontainers in Den Haag

Op 8 juli 2015 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) van het appartementencomplex OMNIA en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De VvE had beroep ingesteld tegen een besluit van 16 december 2014, waarbij het college een plaatsingsplan had vastgesteld voor ondergrondse restafvalcontainers (ORAC's) in de wijk Uilebomen te Den Haag. De VvE betoogde dat het plan ten onrechte geen ORAC voorzag op de hoek van het Bleekveld en de Ammunitiehaven, wat volgens hen noodzakelijk was voor de bewoners van het appartementencomplex.

De VvE voerde aan dat het college zich ten onrechte op het standpunt stelde dat het appartementencomplex over een inpandige voorziening voor de opslag van huisvuil beschikte. De VvE stelde dat bij de bouw van het complex in 1994 geen rekening was gehouden met een inpandige opslag en dat de huidige situatie problemen met zich meebracht, zoals ongedierte en moeilijkheden voor oudere bewoners. De Raad van State oordeelde echter dat de VvE, ondanks de problemen, nog steeds gebruik kon maken van de inpandige voorziening en dat het college in redelijkheid had kunnen besluiten dat het plaatsingsplan niet hoefde te voorzien in een ORAC voor de bewoners.

De Raad van State verklaarde het beroep van de VvE ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. W. Sorgdrager, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van griffier mr. L.S. Kors. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 8 juli 2015.

Uitspraak

201500304/1/A4.
Datum uitspraak: 8 juli 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
De Vereniging van Eigenaars Woningen in het appartementen gebouw OMNIA, Ammunitiehaven 25 t/m 109 (oneven nummers) te 's-Gravenhage (hierna: de VvE), gevestigd te Den Haag,
appellante,
en
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2014 heeft het college het plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC's) in de wijk Uilebomen (wijk 13) te Den Haag.
Tegen dit besluit heeft de VvE beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 juni 2015, waar de VvE, vertegenwoordigd door drs. E. Mafficioli del Castelletto, en het college, vertegenwoordigd door mr. R.W. Schrijver en ing. R. van Coevorden, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij het bestreden besluit heeft het college, door vaststelling van een plaatsingsplan, in de wijk Uilebomen concrete locaties aangewezen waar ORAC's worden geplaatst.
2. De VvE voert aan dat het plaatsingsplan ten onrechte niet voorziet in een ORAC op de hoek van het Bleekveld en de Ammunitiehaven bij de uitgang van de parkeergarage, ten behoeve van de bewoners van het appartementencomplex OMNIA.
Daartoe voert zij aan dat het college zich ten onrechte op het standpunt stelt dat het appartementencomplex over een inpandige voorziening voor de opslag van huisvuil beschikt. Volgens haar is bij de bouw van het appartementencomplex in 1994 geen rekening gehouden met het inpandig opslaan van huisvuil, maar is later door de gemeenschappelijke hal te verkleinen een inpandige opslag gecreëerd waar aanvankelijk kliko's en later grotere containers zijn geplaatst. De VvE stelt dat zij echter van deze inpandige opslag af wil, omdat het ongedierte brengt in de het appartementencomplex, de ruimte te klein is, het voor oudere bewoners moeilijk is om hun huisvuil in de hoge containers te doen en wekelijks kosten moeten worden gemaakt voor het buiten zetten, schoonmaken en terugplaatsen van de containers.
2.1. De omstandigheid dat de VvE problemen ondervindt met de inpandige voorziening voor de opslag van huisvuil en daarom daarvan af wil, maakt niet dat het appartementencomplex niet over een inpandige voorziening voor de opslag van huisvuil beschikt. Nu de bewoners van het appartementencomplex gebruik kunnen maken van die voorziening, heeft het college zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plaatsingsplan niet hoeft te voorzien in een ORAC ten behoeve van die bewoners.
Het betoog faalt.
3. Het beroep is ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W. Sorgdrager, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Kors, griffier.
w.g. Sorgdrager w.g. Kors
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 juli 2015
687.