201502574/2/R3.
Datum uitspraak: 3 juli 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, allen wonend te Tilburg,
en
de raad van de gemeente Tilburg,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 januari 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Gilzerbaan, ruimte-voor-ruimte kavel" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben [belanghebbende] en anderen een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[verzoeker] en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 juni 2015, waar [verzoeker] en anderen, bij monde van [verzoeker], bijgestaan door mr. J.J. Jaspers, advocaat te Gilze-Rijen, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.E.J.F. Cratsborn-Janssen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn [belanghebbende] en anderen, bij monde van [gemachtigden], als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een zogenoemde ruimte-voor-ruimte woning op het perceel aan de [locatie] te Tilburg.
3. [verzoeker] en anderen betogen dat de bouw van een burgerwoning in de groenblauwe mantel op grond van artikel 6.7 van de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant (hierna: Verordening 2014) niet is toegestaan. Ten onrechte stelt de raad dat de uitzondering van artikel 6.8 van de Verordening 2014 van toepassing is, omdat het perceel niet in een bebouwingsconcentratie in de zin van een kernrandzone ligt. Volgens [verzoeker] en anderen is geen sprake van een overgangszone, maar van een strikte scheiding tussen stedelijk gebied en buitengebied omdat er nauwelijks bebouwing staat en er geen gronden voor een agrarische functie in gebruik zijn. Daarbij verwijzen zij naar de uitspraak van de Afdeling van 1 februari 2012 in zaak nr. 201004249/1/R3.
[verzoeker] en anderen beogen met hun verzoek onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen.
3.1. De raad stelt zich op het standpunt dat op grond van artikel 6.8 van de Verordening 2014 in een ruimte-voor-ruimte woning op het perceel kan worden voorzien, omdat het perceel in een bebouwingsconcentratie in de zin van een kernrandzone ligt. Het betreft een overgangsgebied tussen bestaand stedelijk gebied en buitengebied met relatief veel bebouwing. Zo staan op meer omliggende percelen woningen en is er voorts een caravanstalling aan de zuidzijde van de Gilzerbaan gevestigd en een voetbalvereniging aan de noordzijde. Daarnaast is de agrarische functie afnemend. Er is een paardenhouderij in de omgeving gevestigd en er ligt een aantal akkers en weides. Voorts ligt het plangebied binnen het zogenoemde tangentenstelsel van Tilburg. Voorts verwijst de raad naar het beleidsstuk "Kaartbeeld ruimte voor ruimtekavels" dat op 2 december 2013 door de raad is vastgesteld, waarbij de Gilzerbaan en aanliggende gronden vanaf het bestaand stedelijk gebied over een lengte van ongeveer een km zijn aangewezen als een kernrandzone.
3.2. Ingevolge artikel 1.10, van de Verordening 2014 wordt onder bebouwingsconcentratie verstaan: kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster.
Ingevolge artikel 1.45, wordt onder kernrandzone verstaan: overgangsgebied naar het buitengebied, gelegen langs bestaand stedelijk gebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie.
Ingevolge artikel 6.7, aanhef en onder a, bepaalt een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel dat nieuwbouw van een burgerwoning is uitgesloten.
Ingevolge artikel 6.8, eerste lid, kan, in afwijking van artikel 6.7, eerste lid (wonen), een bestemmingsplan dat is gelegen in een bebouwingsconcentratie binnen de groenblauwe mantel voorzien in de nieuwbouw van één of meer woningen mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat.
3.3. Partijen worden verdeeld gehouden over het antwoord op de vragen of de omgeving van het plangebied een kernrandzone is en of het plan gelet daarop mag voorzien in de bouw van een burgerwoning in de groenblauwe mantel.
De voorzieningentrechter stelt vast dat het perceel aan de oostzijde grenst aan de woonwijk De Blaak, die deel uitmaakt van het bestaand stedelijk gebied van Tilburg. Ter zitting is vast komen te staan dat bebouwing van verschillende soort en aard aan beide kanten van de Gilzerbaan aanwezig is, zowel in de onmiddellijke omgeving van het plangebied als hiervan verder weg gelegen. Nu weliswaar bebouwing in het gebied aanwezig is, maar het gebied ook een groen karakter heeft en zich duidelijk onderscheidt van de aangrenzende woonwijk De Blaak, heeft de voorzieningenrechter twijfel of de omgeving van het plangebied zonder meer als kernrandzone kan worden aangemerkt.
Gelet op het voorgaande en op de betrokken belangen, teneinde te voorkomen dat zich in de periode tot de behandeling in de hoofdzaak onomkeerbare gevolgen voordoen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het plan te schorsen. De behandeling van het beroep in de hoofdzaak zal naar verwachting begin september 2015 plaatsvinden.
4. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 26 januari 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gilzerbaan, ruimte-voor-ruimte kavel";
II. veroordeelt de raad van de gemeente Tilburg tot vergoeding van bij [verzoeker] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.016,64 (zegge: duizendzestien euro en vierenzestig cent), waarvan € 980,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
III. gelast dat de raad van de gemeente Tilburg aan [verzoeker] en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 167,00 (zegge: honderdzevenenzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Kegge
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2015
459-758.