ECLI:NL:RVS:2015:2789

Raad van State

Datum uitspraak
27 augustus 2015
Publicatiedatum
2 september 2015
Zaaknummer
201505542/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing bestemmingsplan 'Schoollocatie Sanderbout' te Sittard-Geleen

Op 11 juni 2015 heeft de raad van de gemeente Sittard-Geleen het bestemmingsplan 'Schoollocatie Sanderbout' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 17 augustus 2015 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren de verzoekers vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. B. Smit, en de raad was vertegenwoordigd door mr. R.P.A.M. Friesen, W.P.J. Faworek en J.J. Beijk. Ook de stichting ZOwonen was als belanghebbende aanwezig.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek van [verzoeker sub 2] om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat er geen aanknopingspunten waren voor de verwachting dat zijn beroep zou leiden tot vernietiging van het besluit. Voor [verzoeker sub 1] was er echter aanleiding om het besluit te schorsen. De voorzieningenrechter overwoog dat de raad onvoldoende had aangetoond dat de regionale behoefte aan de levensloopbestendige woningen en de multifunctionele accommodatie was onderbouwd. Bovendien was er onduidelijkheid over de noodzaak van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet voor de steenmarter in het plangebied.

De voorzieningenrechter besloot daarom het besluit van de raad van de gemeente Sittard-Geleen te schorsen en veroordeelde de raad tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker sub 1]. De uitspraak werd openbaar gedaan op 27 augustus 2015.

Uitspraak

201505542/2/R1.
Datum uitspraak: 27 augustus 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [verzoeker sub 1], wonend te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
2. [verzoeker sub 2], wonend te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Sittard-Geleen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 juni 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Schoollocatie Sanderbout" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] beroep ingesteld.
[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 17 augustus 2015, waar [verzoeker sub 1], vertegenwoordigd door mr. B. Smit, [verzoeker sub 2], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. R.P.A.M. Friesen, W.P.J. Faworek en J.J. Beijk, zijn verschenen. Tevens is ter zitting de stichting ZOwonen, vertegenwoordigd door J.P.C. Crijnen, als belanghebbende gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de bouw van 26 levensloopbestendige woningen en een multifunctionele accommodatie.
3. [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] wonen in de omgeving van het plangebied en verzoeken om bij wijze van voorlopige voorziening het plan te schorsen, teneinde onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding daarvan te voorkomen.
4. Over het betoog van [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] dat de raad in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) de regionale behoefte aan de voorziene levensloopbestendige woningen niet heeft aangetoond, overweegt de voorzieningenrechter dat in de toelichting staat dat het plan onderdeel is van een grootschalige herstructureringsopgave in het zuidelijke deel van Sittard. De plannen die ter uitvoering van dit project worden vastgesteld dienen volgens de raad in samenhang te worden beschouwd. Door sloop en herbouw zal het aantal woningen wordt teruggebracht van 457 tot 254. Er worden derhalve geen woningen toegevoegd aan de woningvoorraad. Verder staat in de plantoelichting dat het plan in overeenstemming is met de Omgevingsverordening van de provincie Limburg en deel uitmaakt van de regionale Structuurvisie Wonen Westelijke Mijnstreek. Ter onderbouwing van de behoefte aan de levensloopbestendige woningen verwijst de raad voorts naar het rapport van E,til "Woningvoorraadbehoefte sociale doelgroep Westelijke Mijnstreek 2013-2030" van november 2013. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft de raad hiermee voldoende onderbouwd dat de woningen die het plan mogelijk maakt voorzien in een regionale behoefte.
Wat betreft het betoog van [verzoeker sub 1] dat de raad ook de regionale behoefte aan de voorziene multifunctionele accommodatie niet heeft onderbouwd overweegt de voorzieningenrechter dat deze accommodatie een oppervlakte van 400 m2 zal krijgen. Gelet op deze omvang is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat de multifunctionele accommodatie niet als een stedelijke ontwikkeling kan worden aangemerkt, zodat artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro niet van toepassing is.
5. In hetgeen [verzoeker sub 2] heeft aangevoerd over het verlies van zijn privacy ziet de voorzieningenrechter vooralsnog geen grond voor het oordeel dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat niet is gewaarborgd.
6. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter geen aanknopingspunten voor de verwachting dat hetgeen [verzoeker sub 2] in beroep heeft aangevoerd zal leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit. Het verzoek van [verzoeker sub 2] om een voorlopige voorziening dient daarom te worden afgewezen.
7. [verzoeker sub 1] voert aan dat het onderzoek dat de raad door Econsultancy heeft laten uitvoeren naar de beschermde diersoorten in het plangebied onzorgvuldig is geweest. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst hij naar een rapport van Ecoresult dat in zijn opdracht eveneens het plangebied heeft onderzocht. Volgens [verzoeker sub 1] is onder meer onvoldoende onderzocht wat de functie van het plangebied is voor de steenmarter.
7.1. De vragen of voor de uitvoering van het bestemmingsplan een vrijstelling geldt dan wel een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna: Ffw) nodig is en zo ja, of deze ontheffing kan worden verleend, komen in beginsel pas aan de orde in een procedure op grond van de Ffw. Dat doet er niet aan af dat de raad het plan niet heeft kunnen vaststellen, indien en voor zover hij op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat de Ffw aan de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat.
7.2. In het rapport van Econsultancy staat dat de bebouwing in het plangebied geen geschikte verblijfplaats is voor de steenmarter. Het schoolgebouw is namelijk voorzien van een plat dak en de zolderruimtes zijn niet vrij van menselijke verstoring. Uit het rapport blijkt niet dat het gehele plangebied is beoordeeld op aanwezigheid van de steenmarter. In het rapport van Ecoresult staat dat het plangebied een functioneel leefgebied is voor de steenmarter. In het plangebied zijn potentieel geschikte vaste rust- en verblijfplaatsen en voortplantingsplaatsen in bomen en op de grond aangetroffen. Verder heeft Ecoresult tijdens een veldonderzoek op het dak van de aan het plangebied grenzende kerk een steenmarter waargenomen. De dichtbegroeide bomenrij in het plangebied biedt beschutting voor de steenmarter om van en naar deze plek te gaan. Bovendien hangen vanuit de bomenrij takken en stammen over de gevel heen, waardoor de steenmarter op het dak van de kerk kan komen. Ecoresult concludeert dat er nader onderzoek noodzakelijk is. Gelet op de tegenstelling tussen de rapporten is het de voorzieningenrechter niet duidelijk of een ontheffing op grond van de Ffw voor de steenmarter nodig is en of deze ontheffing kan worden verleend. Derhalve is eveneens onduidelijk of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de Ffw op voorhand niet aan de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. Gelet op de betrokken belangen ziet de voorzieningenrechter hierin aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
8. Hetgeen [verzoeker sub 1] voor het overige heeft aangevoerd tegen het plan behoeft derhalve geen bespreking meer.
9. De raad dient ten aanzien van [verzoeker sub 1] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van [verzoeker sub 2] bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek van [verzoeker sub 2] af;
II. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Sittard-Geleen van 11 juni 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Schoollocatie Sanderbout";
III. veroordeelt de raad van de gemeente Sittard-Geleen tot vergoeding van bij [verzoeker sub 1] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 980,00 (zegge: negenhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Sittard-Geleen aan [verzoeker sub 1] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 167,00 (zegge: honderdzevenenzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.J.R.R. Brock, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Brock
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2015
603.