ECLI:NL:RVS:2015:2797
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, die op 5 oktober 2012 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had op 8 september 2012 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Tadema, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 juli 2015 uitspraak gedaan. De rechtsvraag die in hoger beroep aan de orde was, is eerder door de Afdeling beantwoord in een andere uitspraak van 8 juli 2015. De Afdeling oordeelde dat de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd moest worden, omdat het hoger beroep kennelijk gegrond was.
De Raad van State heeft het besluit van de staatssecretaris van 8 september 2012 vernietigd en het inleidende beroep alsnog gegrond verklaard. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 1.470,00 bedragen, toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 juli 2015.