ECLI:NL:RVS:2015:2945

Raad van State

Datum uitspraak
27 augustus 2015
Publicatiedatum
16 september 2015
Zaaknummer
201506218/2/A3 en 201506218/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • J.J. Reuveny
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant inzake Drank- en Horecavergunning

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoeker], handelend onder de naam [restaurant], tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 25 juni 2015. De rechtbank had in deze uitspraak een verzoek van [verzoeker] om een Drank- en Horecavergunning te verlenen afgewezen. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij van mening is dat hem een nieuwe kans moet worden geboden om zijn restaurant succesvol voort te zetten. De mondelinge uitspraak vond plaats op 27 augustus 2015, waarbij de voorzieningenrechter, Staatsraad mr. P.J.J. van Buuren, de zaak behandelde.

Tijdens de zitting werd de burgemeester van Sint-Oedenrode vertegenwoordigd door mr. T.T.M. Linotte-de Louw. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak overwogen dat het verzoek van [verzoeker] om een voorlopige voorziening af te wijzen. Hij oordeelde dat de argumenten van [verzoeker] niet voldoende waren om de eerder genomen beslissing van de rechtbank te herzien. De voorzieningenrechter benadrukte dat artikel 27, eerste lid, aanhef en onder a, van de Drank- en Horecawet geen ruimte biedt voor een belangenafweging indien de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is. Hierdoor werd het hoger beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

Uitspraak

201506218/2/A3 en 201506218/1/A3
Datum uitspraak: 27 augustus 2015 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: [verzoeker], handelend onder de naam [restaurant], wonend te Sint Oedenrode, tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 25 juni 2015 in zaak nr. 15/535 in het geding tussen: [verzoeker] en de burgemeester van Sint--Oedenrode. Openbare zitting gehouden op 27 augustus 2015 om 12:15 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. P.J.J. van Buuren voorzieningenrechter griffier: mr. J.J. Reuveny Verschenen:
De burgemeester, vertegenwoordigd door mr. T.T.M. Linotte-de Louw, werkzaam bij de gemeente. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 25 juni 2015 van de rechtbank. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter
I. verklaart het hoger beroep ongegrond;
II. wijst het verzoek af. Daartoe overweegt hij het volgende. Hetgeen [verzoeker] heeft aangevoerd tegen de aangevallen uitspraak, namelijk dat hem een nieuwe kans moet worden geboden zodat zijn bestaan niet in gevaar komt en hij zijn restaurant succesvol kan voortzetten, kan niet leiden tot het alsnog verlenen van Drank- en Horecavergunning aan hem. Artikel 27, eerste lid, aanhef en onder a, van de Drank- en Horecawet biedt geen ruimte voor een belangenafweging indien de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is. w.g. Van Buuren w.g. Reuveny
voorzieningenrechter griffier 622.