201500775/1/A2.
Datum uitspraak: 18 november 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 15 december 2014 in zaak nr. 14/1546 in het geding tussen:
[appellante]
en
de besliscommissie van het Schadeschap luchthaven Schiphol.
Procesverloop
Bij besluit van 11 oktober 2013 heeft de besliscommissie € 3.450,00 toegekend als vergoeding van schade in verband met het Aanwijzingsbesluit 1996, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 28 april 2004.
Bij besluit van 25 februari 2014 heeft de besliscommissie het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 15 december 2014 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
De besliscommissie heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 oktober 2015, waar [appellante], vertegenwoordigd door J. Boomhouwer, advocaat te Aalsmeer, en de besliscommissie, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.G. Roozendaal, voorzitter, vergezeld van mr. O.M. te Rijdt, zijn verschenen.
Overwegingen
1. [appellante] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Aalsmeer. Zij stelt dat zij ten gevolge van het Aanwijzingsbesluit 1996 schade heeft geleden. Bij dit besluit zijn onder meer geluidzones definitief vastgesteld en is een intensivering van het gebruik van het S2S4-vierbanenstelsel mogelijk gemaakt. De woning is met de inwerkingtreding van het Aanwijzingsbesluit 1996 (hierna: het aanwijzingsbesluit) komen te liggen tussen de geluidcontouren 45 en 50 Ke van het vierbanenstelsel.
2. De besliscommissie heeft de omvang van de schade vastgesteld op € 6.900,00, te weten 3% van de waarde van de woning op 31 oktober 1996. Hierbij is de maatstaf van 1% tot 6% waardedaling van een woning per 5 Ke toename in geluidbelasting gehanteerd. Bij het bepalen van de vergoedbaarheid van de schade heeft de besliscommissie een korting van 50% wegens normaal maatschappelijk risico toegepast en heeft daartoe gewezen op de tussenuitspraak van de Afdeling van 10 november 2010 en de einduitspraak van 11 mei 2011 in zaak nr. 201002921/1/H2. Aldus is de te vergoeden schade vastgesteld op een bedrag van € 3.450,00 en de wettelijke rente berekend vanaf 28 april 2004, zijnde de datum van ontvangst van de aanvraag.
3. De rechtbank heeft overwogen dat de besliscommissie onder verwijzing naar de uitspraak van 10 november 2010 een korting van 50% heeft mogen toepassen.
4. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de besliscommissie ten onrechte een korting van 50% heeft toegepast. De verwijzing naar de uitspraken van 10 november 2010 en 11 mei 2011 is daartoe onvoldoende, omdat in de uitspraak van 10 november 2010 de mogelijkheid van het toepassen van die korting is gekoppeld aan de vaststelling van de schade aan de hand van de maatstaf, die is opgesteld voor het vaststellen van planschadevergoedingen voor waardevermindering van woningen ten gevolge van geluidoverlast veroorzaakt door de uitbreiding van Schiphol met een vijfde baan en waarbij wordt uitgegaan van een waardevermindering van woningen met 1% per 1 Ke toename van de geluidbelasting. Daarbij komt volgens [appellante] dat de korting van 50% wegens normaal maatschappelijk risico niet ziet op dezelfde schadeoorzaak, als die waarvoor een vergoeding wordt toegekend.
4.1. In de tussenuitspraak van 10 november 2010 heeft de Afdeling geoordeeld dat de besliscommissie haar keuze voor een vergoeding van 1% tot 6% waardedaling van een woning per 5 Ke toename in geluidbelasting niet heeft voorzien van een toereikende motivering. Aan dit systeem ligt de aanname ten grondslag dat het aanwijzingsbesluit feitelijk niet heeft geleid tot een toename van geluidbelasting en derhalve evenmin tot waardevermindering van de woningen. Deze aanname berust echter niet op een vergelijkend onderzoek naar de waarde van woningen ten tijde van de vaststelling van de geluidzones in het aanwijzingsbesluit voor het zogenoemde vierbanenstelsel. De besliscommissie diende alsnog te onderzoeken of er op de peildatum een verschil in waarde is vast te stellen tussen woningen die in het invloedgebied van Schiphol maar buiten de geluidzones liggen en vergelijkbare typen woningen die binnen de verschillende geluidzones liggen. Vervolgens diende de besliscommissie na te gaan of het verschil in waarde, mede gelet op het normaal maatschappelijk risico en de voorzienbaarheid, voor vergoeding in aanmerking komt. De besliscommissie kon er evenwel ook voor kiezen, gelet op het door haar reeds verrichte onderzoek naar waardedalingen van woningen als gevolg van geluidbelasting in het kader van vijfbanenstelsel, de maatstaf te hanteren dat een toename van 1% Ke geluidbelasting leidt tot 1% waardedaling van een woning en daarop een korting van 50% toe te passen.
4.2. Uit de einduitspraak van 11 mei 2011 blijkt dat de besliscommissie gekozen heeft voor de mogelijkheid nader onderzoek te laten doen naar mogelijke waardedaling als gevolg van het aanwijzingsbesluit. Uit het onderzoek volgde dat het niet mogelijk is gebleken op de peildatum een verschil in waarde vast te stellen tussen woningen die in het invloedgebied van Schiphol maar buiten de geluidzones liggen en vergelijkbare typen woningen die binnen de verschillende geluidzones liggen. Er kan dus geen verschil in waarde worden vastgesteld dat is gerelateerd aan de factor geluid. De besliscommissie heeft vervolgens - in aanmerking genomen het verbod van reformatio in peius, hetgeen in dit geval betekent dat de belanghebbende niet als gevolg van het door hem ingestelde bezwaar of beroep in een slechtere positie mag komen te verkeren - de eerder toegekende vergoeding, gebaseerd op de maatstaf van 1% tot 6% waardedaling van een woning per 5 Ke toename in geluidbelasting, gehandhaafd. De Afdeling heeft vervolgens geoordeeld dat de besliscommissie het verstrekken van een vergoeding voor het vaststellen van de geluidzones in het aanwijzingsbesluit, voor zover dit ziet op het S4S2-vierbanenstelsel, mag baseren op die maatstaf. In dit systeem strekt een vergoeding niet tot compensatie van een, niet te constateren, vermindering van de waarde van een woning, maar komt aan bewoners binnen de geluidzones een vergoeding toe omdat zij anders dan bewoners van buiten de zones gesitueerde woningen geen bescherming kunnen ontlenen aan de buiten de zones geldende norm van minder dan 35 Ke. Alhoewel de vergoeding geen compensatie voor waardedaling van woningen behelst, biedt de waarde van een woning een objectieve maatstaf om het aan een bepaalde woning gerelateerde woongenot op geld te waarderen.
4.3. Anders dan [appellante] betoogt, is er geen grond voor het oordeel dat de besliscommissie op de aldus berekende vergoeding in zaken van na de uitspraak van 11 mei 2011 geen korting van 50% wegens het normaal maatschappelijk risico heeft mogen toepassen. Uit de uitspraken van de Afdeling van 16 november 2013 in zaak nr. 201300031/1/A2 en van 9 april 2014 in zaak nr. 201307238/1/A2 volgt dat de besliscommissie een korting van 50% mag toepassen, ook in het geval dat een vergoeding voor nadeel als gevolg van het aanwijzingsbesluit, voor zover dat ziet op het S2S4 stelsel, wordt vastgesteld aan de hand van de maatstaf van 1% tot 6% waardedaling van een woning per 5 Ke toename in geluidbelasting. Daarbij is gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 10 november 2010, waarin is overwogen dat bewoners van huizen binnen de invloedssfeer van Schiphol rekening dienen te houden met een toename van geluidbelasting die samenhangt met de groei van de luchthaven, ook al bestaat geen zicht op de omvang en vorm waarin, de plaats waar en het tijdstip waarop deze ontwikkelingen zich zullen concretiseren en op de omvang van het nadeel dat daar mogelijkerwijs uit zal voortvloeien. Ook uit de uitspraak van de Afdeling van 6 november 2013 in zaak nr. 201301379/1/A2 volgt dat de korting van 50% wegens normaal maatschappelijk risico een algemene korting is die van toepassing is voor het bepalen van vergoedbaarheid van nadeel dat niet bestaat uit waardedaling van een woning.
Voor zover [appellante] heeft betoogd dat de korting van 50% niet mocht worden toegepast, omdat de schadeoorzaak bestaat uit het niet kunnen ontlenen van bescherming aan de buiten de zones geldende norm van minder dan 35 Ke, terwijl de korting wegens normaal maatschappelijk risico ziet op een toename van geluidbelasting binnen de invloedssfeer van Schiphol, treft dit geen doel. De schadeoorzaak is het aanwijzingsbesluit en de korting van 50% mag worden toegepast op vergoeding van nadeel als gevolg van het aanwijzingsbesluit. Daarbij komt dat het niet kunnen ontlenen van bescherming aan de buiten de zones geldende norm van minder dan 35 Ke, waardoor een intensivering van het gebruik van het S2S4-vierbanenstelsel mogelijk is gemaakt, en de toename van geluidbelasting in elkaars verlengde liggen.
Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, voorzitter, en mr. A. Hammerstein en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. Planken, griffier.
w.g. Van Buuren w.g. Planken
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 november 2015
299.