ECLI:NL:RVS:2015:3619

Raad van State

Datum uitspraak
25 november 2015
Publicatiedatum
25 november 2015
Zaaknummer
201501969/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Helder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Minister van Houtenlaan' en de rechtsgeldigheid van de bestemming 'Bedrijf' met functieaanduiding 'nutsvoorziening'

Op 25 november 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een geschil tussen KPN B.V. en de raad van de gemeente Rijswijk over het bestemmingsplan 'Minister van Houtenlaan'. KPN B.V. had beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 16 december 2014, waarbij het bestemmingsplan was vastgesteld. KPN B.V. stelde dat de bestemming van het perceel waarop haar telecommunicatiecentrale is gevestigd, niet correct was en dat deze voorzien moest worden van de bestemming 'Bedrijf tot en met categorie 2'. De raad had de bestemming 'Bedrijf' en de functieaanduiding 'nutsvoorziening' toegekend, maar KPN B.V. betoogde dat dit in strijd was met de richtafstanden zoals beschreven in de VNG-publicatie.

De Afdeling oordeelde dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsvrijheid heeft, maar dat deze vrijheid niet onbeperkt is. De Afdeling concludeerde dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling vernietigde het besluit van de raad voor zover het de bestemming 'Bedrijf' en de functieaanduiding 'nutsvoorziening' betreft, en droeg de raad op om binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen. Tevens werd de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan KPN B.V. en het griffierecht.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van milieucategorieën en richtafstanden in bestemmingsplannen, en de noodzaak voor de raad om zorgvuldig te motiveren waarom bepaalde bestemmingen zijn gekozen.

Uitspraak

201501969/1/R4.
Datum uitspraak: 25 november 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN B.V., gevestigd te 's-Gravenhage,
appellante,
en
de raad van de gemeente Rijswijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Minister van Houtenlaan" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft KPN B.V. beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
KPN B.V. heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 september 2015, waar KPN B.V., vertegenwoordigd door mr. E.W. Voogd en M. Pauwels, en de raad, vertegenwoordigd door G.H. Groeneveld en M. de Hoog, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plangebied voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor de gronden op de hoek van de Generaal Spoorlaan en de Prinses Beatrixlaan te Rijswijk.
3. KPN B.V. heeft in het plangebied een centrale voor telecommunicatie. Deze is gelegen op ongeveer 17,5 meter van gronden waaraan de aanduiding "Wetgevingszone - wijzigingsgebied 1" onderscheidenlijk "Wetgevingszone - wijzigingsgebied 2" is toegekend. Het college kan het plan ter plaatse van deze aanduidingen wijzigen ten behoeve van de bouw van woningen.
4. KPN betoogt dat het perceel waarop haar centrale is gevestigd, voorzien moet worden van de bestemming "Bedrijf tot en met categorie 2". Hiertoe voert KPN aan dat volgens de publicatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten "Bedrijven en milieuzonering" (hierna: de VNG-publicatie) uitgegaan moet worden van deze milieucategorie en een richtafstand van 30 meter ten opzichte van woningen in een rustige woonwijk gehanteerd dient te worden. Bij de centrale behoort immers een noodstroomaggregaat ten behoeve van elektriciteitsopwekking en een bovengrondse opslagtank voor brandbare vloeistoffen van de K3-klasse van ongeveer 2,2 m3, ten aanzien waarvan uitgegaan moet worden van deze milieucategorie.
4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de toegekende bestemming alle activiteiten van KPN mogelijk maakt. Voorts is volgens de raad de inrichting in de VNG-publicatie opgenomen met de omschrijving telecommunicatiebedrijven. Daarvoor geldt dat de richtafstand voor geluid bepalend is voor de indeling in de milieucategorie. Deze afstand bedraagt 10 meter. De raad wijst erop dat ook bij andere bedrijven die opslagtanks hebben, zoals agrarische bedrijven, een afstand van 10 meter wordt gehanteerd. Het plan maakt volgens de raad ten slotte op 17,5 meter afstand de oprichting van woningen mogelijk. De richtafstand van 10 meter is derhalve gewaarborgd. Indien de wijzigingsbevoegdheid wordt gebruikt, kan de KPN centrale daarbij betrokken worden.
4.2. Aan de gronden waarop de inrichting van KPN is gevestigd, is in het plan de bestemming "Bedrijf" en de aanduiding "nutsvoorziening" toegekend.
Ingevolge artikel 1, lid 1.52, van de planregels wordt in deze regels onder nutsvoorziening verstaan voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en (warmte)energie.
Ingevolge artikel 3, lid 3.1, zijn de voor "Bedrijf" aangewezen gronden bestemd voor
a. uitsluitend voor nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorzieningen";
b. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, erven, groen en water.
4.3. Binnen het plangebied is slechts aan de gronden waarop de KPN-centrale is gevestigd de bestemming "Bedrijf" toegekend. Op deze locatie is, gelet op de aanduiding "nutsvoorziening", uitsluitend een nutsvoorziening toegestaan. Nu andere bedrijfsactiviteiten niet mogelijk zijn gemaakt en in de planregels ook geen verwijzing is opgenomen naar de als bijlage 1 bij de planregels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten is deze derhalve niet van toepassing op het plangebied. Dat telecommunicatiebedrijven wel zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten maakt dit gelet op het voorgaande niet anders. Nu de raad heeft beoogd door middel van de Staat van bedrijfsactiviteiten de afstand van 10 meter tussen de bestemming "Bedrijf" en de bestemming "Wonen" te motiveren, heeft de raad het besluit in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht genomen.
Het betoog slaagt. De overige gronden behoeven geen bespreking.
5. Het beroep is gegrond. Het besluit van 16 december 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Minister van Houtenlaan" dient wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) te worden vernietigd, voor zover het het plandeel met de bestemming "Bedrijf" en de functieaanduiding "nutsvoorziening" betreft. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb de raad op te dragen voor het vernietigde plandeel een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Daartoe zal de Afdeling een termijn stellen. Het door de raad te nemen nieuwe besluit behoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb te worden voorbereid.
6. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Rijswijk van 16 december 2014, kenmerk 14 - 056, voor zover het het plandeel met de bestemming "Bedrijf" en de functieaanduiding "nutsvoorziening" betreft;
III. draagt de raad van de gemeente Rijswijk op om binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Rijswijk tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.279,72 (zegge: twaalfhonderdnegenenzeventig euro en tweeënzeventig cent), waarvan € 980,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Rijswijk aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 331,00 (zegge: driehonderdeenendertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Bijleveld, griffier.
w.g. Helder w.g. Bijleveld
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 november 2015
433