ECLI:NL:RVS:2016:1220

Raad van State

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
4 mei 2016
Zaaknummer
201409285/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging bestemmingsplan 'Recreatieterrein De Eilanden' wegens strijd met zorgvuldigheidsbeginsel

Op 30 september 2014 heeft de raad van de gemeente Vlist, thans gemeente Krimpenerwaard, het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft onder meer [appellant] beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend en nadere stukken zijn door partijen ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 29 oktober 2015 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting zijn zowel [appellant], bijgestaan door drs. C. van Oosten, als de raad, vertegenwoordigd door mr. G. Wassink, verschenen. De Afdeling heeft in een tussenuitspraak van 18 november 2015 de raad opgedragen om binnen 20 weken het in het besluit van 30 september 2014 omschreven gebrek te herstellen. De raad heeft op 4 april 2016 om verlenging van deze termijn verzocht, maar dit verzoek is op 13 april 2016 afgewezen. De Afdeling heeft vervolgens het onderzoek gesloten zonder een tweede zitting te houden.

In de uitspraak van 4 mei 2016 oordeelt de Afdeling dat de raad niet heeft voldaan aan de opdracht uit de tussenuitspraak, aangezien de hersteltermijn ongebruikt is verstreken. De Afdeling concludeert dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie" voor het perceel kadastraal bekend Stolwijk sectie C, nrs. 999, 1001 en 1002 niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Het beroep van [appellant] wordt gegrond verklaard en het besluit van de gemeente Vlist wordt vernietigd. De raad wordt opgedragen om binnen twaalf weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Tevens wordt de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellant] en het griffierecht.

Uitspraak

201409285/2/R4.
Datum uitspraak: 4 mei 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Vlist, thans gemeente Krimpenerwaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 september 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Door onder meer [appellant] zijn nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 oktober 2015, waar onder meer [appellant], bijgestaan door drs. C. van Oosten, en de raad, vertegenwoordigd door mr. G. Wassink, werkzaam bij Interconcept, zijn verschenen.
Buiten bezwaren van partijen heeft de raad ter zitting nadere stukken in het geding gebracht.
Bij uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak van 18 november 2015 in zaak nr. 201409285/1/R4 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 30 september 2014 te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij brief van 4 april 2016 heeft de raad om verlenging van de termijn verzocht.
Bij brief van 13 april 2016 is dit verzoek afgewezen.
De Afdeling heeft bepaald dat een tweede onderzoek ter zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51a, tweede lid, in samenhang bezien met artikel 8:51d, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), het gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn. De in de tussenuitspraak opgenomen hersteltermijn - die liep tot 6 april 2016 - is ongebruikt verstreken. Er is dan ook niet voldaan aan de opdracht die in de tussenuitspraak is gegeven en het in die uitspraak omschreven gebrek in het besluit van 30 september 2014 is niet hersteld.
2. Gelet op overweging 4.2 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie" voor het perceel kadastraal bekend Stolwijk sectie C, nrs. 999, 1001 en 1002 niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.
3. Het beroep is gelet op het voorgaande gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb te worden vernietigd wat betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie" voor het perceel kadastraal bekend Stolwijk sectie C, nrs. 999, 1001 en 1002.
4. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb de raad op te dragen om binnen twaalf weken na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen ten aanzien van het hiervoor onder 3 genoemde plandeel en dit besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Bij de voorbereiding van het nieuwe besluit behoeft geen toepassing te worden gegeven aan afdeling 3.4 van de Awb.
5. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de gemeente Vlist, thans gemeente Krimpenerwaard, van 30 september 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden", wat betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie" voor het perceel kadastraal bekend Stolwijk sectie C, nrs. 999, 1001 en 1002;
III. draagt de raad van de gemeente Krimpenerwaard op om
- binnen twaalf weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak en in de uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak van 18 november 2015 ten aanzien van het hiervoor onder II. genoemde plandeel is overwogen een nieuw besluit te nemen;
- het nieuwe besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Krimpenerwaard tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.019,04 (zegge: duizendnegentien euro en vier cent), waarvan € 992,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Krimpenerwaard aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzitter, en mr. J. Hoekstra en mr. F.D. van Heijningen, leden, in tegenwoordigheid van mr. K.M. van Leeuwen-Gerkema, griffier.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Leeuwen-Gerkema
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2016
472-786.